Plan: | Grote Markt, Almere Stad |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0034.BP2A06-oh01 |
Duurzaamheid
Het programma van eisen gaat uit van gebruik van duurzame materialen zoals natuursteen en straatmeubilair gemaakt van duurzame materialen. Het gebruik van verlichting is gericht op efficient en sfeervolle omlijsting van het plein. De overige openbare inrichtingselementen zullen passen binnen het beleid van duurzaam inrichten.
Leefbaarheid
Afvalstoffen
Voor het afvoeren van bedrijfsafval wordt onderzocht of uitbreiding van het huidige OAT een mogelijkheid is. Dit geldt voor bedrijven ten zuiden van de Koopmanstraat en aan de oostelijke kant van de Grote Markt. Zij liggen binnen het servicegebied van het dichtsbijzijnde OATpunt (Koopmanstraat). De bedrijven aan de westkant van de Grote Markt liggen niet binnen een service gebied. Hiervoor wordt de mogelijkheid bekeken van een permanente locatie voor het stallen van een compactor (vuilperser), die weekselijk geleegd wordt.
Wegverkeerslawaai
Zones langs wegen (hoofdstuk 6 Wet geluidhinder)
Het plangebied bevindt zich in het stedelijke gebied (Stadshart) en wordt omsloten door de Spoordreef en de busbaan. Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geldt voor deze wegen een zone van 200 meter waarbinnen de invloed van de geluidsemissie van verkeerslawaai op geluidsgevoelige objecten/terreinen (gedefinieerd conform de Wgh) onderzocht moet worden en toetsing aan de wet plaats dient te vinden.
Dit geldt echter niet als op het tijdstip van het bestemmingsplan een weg reeds aanwezig of in aanleg was waarbij woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en terreinen aanwezig of in aanbouw zijn. Er worden geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen geprojecteerd op de gronden behorend bij het bestemmingsplan en er vindt geen wijziging in functie plaats waarbij niet geluidsgevoelige objecten worden omgezet naar geluidsgevoelige objecten.
Conclusie: Op grond van de Wgh zijn er geen belemmeringen die het bestemmingsplan onmogelijk maken.
Railverkeerslawaai
Het plangebied bevindt zich in het stedelijke gebied (Stadshart) en wordt omsloten door de Spoordreef en de busbaan. Aan de noordzijde bevindt zich de spoorbaan met station. Voor het spoor geldt een wettelijk aandachtsgebied van 600 meter waarbinnen de invloed van de geluidsemissie van verkeerslawaai op geluidsgevoelige objecten/terreinen (gedefinieerd conform de Wet geluidhinder en onderliggende besluiten) onderzocht moet worden en toetsing aan de wet dient plaats te vinden.
De huidige woonbestemmingen (W/CW) in het Centrumplan van 1983, zijn destijds opgenomen met in acht neming van het volgende (toelichting uit het vigerende bestemmingsplan 1983):
In 1983 waren de voorlopig te hanteren geluidsnormen voor spoorweglawaai als volgt:
Algemeen [Leq dB(A)] | Nabij station [Leq dB(A)]/1500 m | ||||
Dag | Avond | Nacht | Dag | Avond | Nacht |
60 | 55 | 50 | 65 | 60 | 55 |
Etmaal: 60 | Etmaal: 65 | ||||
Deze grenswaarden golden voor een gebied met een straal van 1500 m tot het station -gerekend vanaf de ingang-. |
Op basis van het rapport “Geluid langs de Almere-spoorlijn”, RIJP, 1978, zijn destijds prognoses vastgesteld. Op grond hiervan zijn het bestemmingsplan en de hierin opgenomen woondoeleinden (W/CW) getoetst. Het bleek dat op een afstand van 50 meter uit het hart van de spoorbaan – zonder geluidsschermen – het equivalente geluidsniveau op een hoogte van 7.5 meter+maaiveld als volgt was:
Algemeen [Leq dB(A)]/50 m | ||
Dag | Avond | Nacht |
60 | 58 | 50 |
Etmaal: 63 |
Hieruit werd destijds geconcludeerd dat de etmaalwaarde onder de grenswaarde van 65 dB(A) lag waardoor een bebouwingsafstand van 50 meter gerekend uit het hart van de spoorlijn geen problemen zou opleveren.
De bestaande en reeds gerealiseerde woondoeleinden in het te wijzigen bestemmingsplan zijn op minimaal 150 meter gesitueerd van het spoor en het station. Hiervoor hoefde destijds geen hogere grenswaarde te worden afgegeven. Voor deze woningen verandert er niets. Tevens worden met de wijziging van dit bestemmingsplan geen nieuwe geluidsgevoelige objecten/terreinen geprojecteerd op gronden behorend tot dit bestemmingsplan danwel worden niet geluidsgevoelige objecten omgezet naar geluidsgevoelig zoals gedefinieerd in de Wet geluidhinder en de hieraan gelieerde besluiten.
Conclusie
Op grond van de Wet geluidhinder zijn er geen belemmeringen die de actualisatie/wijziging van het bestemmingsplan onmogelijk maken.
Zones rond inrichtingen (hoofdstuk 8 Wet milieubeheer)
De geluidsproductie van een inrichting is afhankelijk van de soort inrichting en van de in de milieuvergunning opgenomen regels met betrekking tot geluid. Voor de Grote Markt betreft het horeca inrichtingen die op grond van de Wmb en de APV getoetst worden aan de gestelde normen.
Geluidsoverlast horeca
Horeca en geluidsoverlast gaan hand in hand. Door middel van stringent vergunningenbeleid en handhaving zal dit probleem beheersbaar blijven. Expliciet is gekozen om de woonfunctie en ''middelzware en zware horeca'' niet met elkaar te combineren. Op die wijze blijft sprake van een handhaafbare en leefbare situatie.
Lucht
Op grond van de Wet milieubeheer is er geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde en zal dit niet gewijzigd worden door dit bestemmingsplan.
Gezien de “conservering” van het gebied qua functiegebruik en het toestaan van functies kan het volgende geconcludeerd worden:
Er wordt voldaan aan de vigerende wet- en regelgeving m.b.t. luchtkwaliteitseisen, t.a.v. het aspect Luchtkwaliteit (zie hoofdstuk 4).
Verlichting
Een aantrekkelijk verlichtingsbeeld past bij een sfeervol horecaplein en heeft een positief effect op de sociale veiligheid en waardering door de bezoeker. Voor het plein zal een lichtplan worden opgesteld met als steekwoorden sfeer, geborgenheid en sociale veiligheid.