Plan: | Villapark Overgooi |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0034.BP1P03-vg01 |
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en bijbehorende bebouwwerken worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het fokken of houden van dieren, nader te onderscheiden in:
terrein met behoudenswaardige oudheidkundige resten.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
kunstmatige belichting van gewassen, gericht op de bevordering van het groeiproces van gewassen.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een in dit plan genoemd percentage dat aangeeft hoeveel van het (bouwvlak van het) desbetreffende bestemmingsvlak ten hoogste mag worden bebouwd.
onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten met een kleinschalig karakter, die in een gedeelte van een woning en bijbehorende bouwwerken worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
de totale vloeroppervlakte van bedrijven, kantoren, winkels en gebouwen die wordt gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
een (gedeelte van een) gebouw, dat kennelijk slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) één persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming en het feitelijk gebruik van het gebouw of het terrein.
de grens van een bestemmingsvlak.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
biocide als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van kelders, onderbouwen en zolders, mits de hoogte ergens minimaal 1.50 m bedraagt.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
een hoogwaardig vrijstaand gebouw, bestaande uit meerdere woningen, met de ruimtelijke uitstraling van een landhuis of grote villa.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt bij dat bouwwerk of gebied.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, perifere detailhandel en supermarkt.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks al dan niet via een baliefunctie te woord wordt gestaan en geholpen.
al dan niet overdekte ruimte waarbinnen landbouwhuisdieren worden gehouden;
Tot het dierenverblijf ( huisvestingssysteem) wordt in ieder geval de stal gerekend. Een buitenbak, binnenbak, binnenrijhal, paddock etc. zijn in principe geen dierenverblijf, want deze dienen bij normaal gebruik voor het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's dan wel het anderszins beoefenen van de paardensport gedurende een beperkte tijd van de dag. Echter, bij intensief gebruik kan wel sprake zijn van een dierenverblijf. Intensief gebruik uit zich in het aantal paarden, gebruik per etmaal en per seizoen.
een perceel grond dat in de recreatieve sfeer wordt gebruikt voor het houden van dieren en toegankelijk is voor publiek.
een aaneengesloten stuk grond waarover door de gebruiker kan worden beschikt en waarbij het kan gaan om meerdere kadastrale percelen.
punt waar een relevante hoeveelheid geur buiten:
a. het geheel overdekt dierenverblijf treedt, dan wel wordt gebracht; of
b. het overdekte gedeelte van het gedeeltelijk overdekt dierenverblijf treedt, dan wel wordt gebracht.
Indien het dierenverblijf niet is overdekt, wordt de afstand gemeten vanaf de buitenzijde van een geurgevoelig object tot het punt van de begrenzing van het dierenverblijf dat het dichtst is gelegen bij het desbetreffende geurgevoelig object. In de toelichting op de Regeling geurhinder en veehouderij wordt benadrukt dat een emissiepunt per definitie een punt is op een stalsysteem. Bij het bepalen van het emissiepunt wordt de uitloop die behoort bij het stalsysteem buiten beschouwing gelaten. Dit is alleen anders in het zelden voorkomende geval dat een dierenverblijf uitsluitend bestaat uit een open ruimte, zonder stalsysteem of overkapping
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is de bestemming deze inrichting niet verbiedt.
gebied waar naar verwachting terreinen met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang voorkomen, maar waar deze nog niet zijn vastgesteld.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder, te weten:
geluidsgevoelige gebouwen
woningen;
als ander geluidsgevoelig gebouw als bedoeld in artikel 1 van de wet worden aangewezen:
De aanwijzing als ander geluidsgevoelig gebouw in het eerste lid, onderdelen 1 tot en met 6, geldt niet voor de delen van een gebouw die een andere bestemming hebben dan de volgende verblijfsruimten:
Onder geluidsgevoelig terrein wordt verstaan:
geurgevoelig object als bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij, te weten:
een gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een
daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt.
gewasbeschermingsmiddel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
nog niet aanwezig geurgevoelig object dat op grond van het voor het desbetreffende gebied geldende bestemmingsplan toelaatbaar is.
een activiteit waarbij paarden worden gehouden uitsluitend bestemd om te worden aangewend voor recreatief gebruik in de gezinssfeer met dien verstande dat er geen sprake mag zijn van activiteiten die onder de Wet milieubeheer vallen en er geen activiteiten voor en door derden worden uitgevoerd.
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige functies, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
die worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, juridisch, kunstzinnig, medisch, paramedisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
een bijzondere bouwlaag waarvan de bovenkant onder het peil is gelegen.
voorzieningen ten behoeve van activiteiten zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken.
het houden van niet meer dan 10 schapen, 5 paarden en pony's, 10 geiten, 25 kippen, eenden en parelhoenders, 25 konijnen en 10 overige landbouwhuisdieren.
Per diersoort mag maximaal het genoemde aantal aanwezig zijn. De dieren mogen gecombineerd worden: dus bv. 6 schapen, 25 konijnen en 2 ezels. Onder overige landbouwhuisdieren vallen onder andere koeien, varkens, schapen, pelsdieren, waterbuffels, lama's, struisvogels, ganzen, fazanten en herten.
verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen bij wijze van minicamping of met gebruikmaking van pensions of kampeerboerderijen.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten.
bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.
dieren die worden gehouden in verband met de productie van bijvoorbeeld melk, vlees, wol, veren of eieren of bijvoorbeeld het berijden van dieren. Voorbeelden van landbouwhuisdieren zijn: rundvee, varkens, pluimvee, paarden, geiten, pelsdieren, struisvogels en konijnen. Honden en katten zijn geen landbouwhuisdieren. Evenmin siervogels, vissen, wormen en bijen.
(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden houdt, zulks in combinatie met een of meer van de volgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden, het houden van wedstrijden of andere evenementen en horeca (kantine), mits ondergeschikt.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, apparatuur voor telecommunicatie en voorzieningen voor stadsverwarming.
een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1.20 m boven peil is gelegen.
detailhandel vanuit vestigingen/voorzieningen die als hoofdactiviteit geen detailhandel hebben en waarvan de detailhandelsfunctie aantoonbaar ondergeschikt en gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot een maximum van 20% van de totale omzet of maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak met een maximum verkoopvloeroppervlak van 100 m2.
een horecavoorziening binnen een andere hoofdbestemming of functie dan horeca, ten behoeve van en ondergeschikt aan die andere bestemming/ functie voor de consumptie van dranken en etenswaren, in oppervlakte maximaal 20% van het bedrijfsvloeroppervlak of maximaal 20% van de totale omzet.
een bijeenkomst of cursus die gegeven wordt in een vestiging/voorziening die een andere hoofdbestemming of functie dan 'cultuur en ontspanning', 'sport' of 'maatschappelijk' heeft en waaraan de bijeenkomst of cursus aantoonbaar gelieerd is aan de hoofdfunctie, en de verkeersaantrekkende werking niet die van de hoofdbestemming of functie overstijgt.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij.
een bedrijf dat uitsluitend is gericht op het houden, stallen of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (voor langere tijd) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten.
een bedrijf dat gericht is op het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden in pension te stallen en te laten weiden.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
Het bestemmingsplan Villapark Overgooi met identificatienummer NL.IMRO.0034.BP1P03-vg01 van de gemeente Almere.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of onderdelen van bouwwerken ten behoeve van reclamedoeleinden, zoals aankondigingborden, mupi's (reclameborden), billboards, reclame aan lichtmasten, gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen, tweevlaksborden.
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van (alcoholische) dranken.
een voor het publiek toegankelijke al dan niet besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, dan wel in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, seksclub, privé-huis, erotische massagesalon, raambordeel, of een combinatie daarvan.
een perceel grond dat in de agrarisch recreatieve sfeer wordt gebruikt voor het houden van dieren en/of insecten.
een bedrijf dat gericht is op het verhuren van aanspanningen (trouwkoetsen, paardentrams) voor bijzondere gelegenheden.
kleinschalige bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals verkeergeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, prullenbakken, speeltoestellen en reclameobjecten, alsmede telefooncellen, abri's.
bouwwerken, geplaatst in de tuin of erf behorend bij een woning, zoals erfafscheidingen, pergola's, zonnewijzers, zandbakken, vlaggenmasten, barbecues e.d. en speeltoestellen zoals wipkippen, glijbanen, schommels.
de als zodanig in de planregels omschreven lijn die door de voorgevel van het hoofdgebouw niet mag worden overschreden.
de in de planregels omschreven en op de verbeelding (plankaart) aangegeven lijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw, of een gedeelte daarvan, gebouwd dient te worden en die door geen enkel gebouw mag worden overschreden, met uitzondering van de in de algemene bouwregels genoemde overschrijdingen.
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden, dan wel voor een met een huishouden gelijk te stellen minder traditionele woonvorm.
gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde, die zelfstandig dan wel in onderlinge samenhang bedoeld zijn voor het dragen en laten functioneren van zend- en/of ontvangstantennes.
de bovenste verdieping van een gebouw die is afgedekt met hellende daken.
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot erfscheidingen, gevel(rooi)lijnen e.d., loodrecht gemeten vanaf enig deel van het bouwwerk, waarbij ondergeschikte bouwdelen, zoals waterafvoerpijpen en goten c.q. dakoverstekken tot maximaal 50 cm uit de gevel niet worden meegerekend.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren).
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
De gronden op de plankaart aangewezen voor Agrarisch - Stadslandbouw zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding "paardenhouderij" zijn deze gronden tevens bestemd voor een paardenhouderij met manege, alsmede:
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:
voor gebouwen geldt dat:
voor gebouwen ten behoeve van de paardenhouderij/manege geldt dat:
voor overige bouwwerken geldt dat het volgende is toegestaan:
aan te houden afstanden:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
met dien verstande dat voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor Waterstaat-Waterkering, ze mede bestemd zijn voor dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering en het bepaalde in artikel 13 van toepassing is;
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en overige bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:
Nutsgebouwen
Kunstwerken
Jongerenontmoetingsplaats
De gronden op de plankaart aangewezen voor Verkeer zijn bestemd voor:
met dien verstande dat, voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Waterstaat - Waterkering', ze mede bestemd zijn voor dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering en het bepaalde in artikel 13 van toepassing is;
en met dien verstande dat voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Leiding - Hoogspanning', ze mede bestemd zijn voor de ter plaatse aanwezige hoogspanningsleiding van 150 kV met bijbehorende veiligheidszone en het bepaalde in artikel 9 van toepassing is.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend overige bouwwerken worden gebouwd, waarbij zijn toegestaan:
Nutsgebouwen
Kunstwerken
De gronden op de plankaart aangewezen voor Verkeer-Verblijfsgebied zijn bestemd voor:
Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en overige bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:
Nutsgebouwen
Kunstwerken
De gronden op de plankaart aangewezen voor Water zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: overige bouwwerken, waarbij zijn toegestaan:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 2 voor een kunstwerk, zoals een brug, waarbij een bouwhoogte is toegestaan tot maximaal 20 m, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is.
De gronden op de kaart aangewezen voor Woongebied zijn bestemd voor:
Toegestane bebouwing
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Bebouwingsafstand in verband met bestaande agrarische bedrijfsvoering
Voor zover op gronden binnen met de bestemming 'woongebied' nog sprake is van agrarische bedrijfsactiviteiten, dienen de in artikel 3.2 onder t t/m x genoemde afstanden in acht te worden genomen bij de realisatie van woningen (hoofdgebouwen) in het omliggende woongebied."
Bebouwingsafstand tot de bestemming agrarisch - stadslandbouw
De afstand van hoofdgebouwen tot de bestemming Agrarisch - Stadslandbouw, voorzover aangeduid als "paardenhouderij" dient ten minste 25 m te bedragen, tenzij de in artikel 3 bepaalde afstanden uit oogpunt van geurhinder binnen die bestemming afdoende zijn gerealiseerd.
Hobbymatig houden van paarden
Overige bouwwerken
Voor overige bouwwerken geldt dat het volgende is toegestaan:
Voor het bouwen op de gronden met de aanduiding 'gevellijn' gelden de aanduidingen op figuur 1 en de volgende regels:
Hoofdgebouwen
Bijbehorende bouwwerken
Op de gronden met de aanduiding 'gevellijn' en de 'specifieke bouwaanduiding - clustering', zijn per bouwperceel in afwijking van het bepaalde in lid 8.2.2 meerdere woningen in één hoofdgebouw ('cluster') toegestaan met inachtneming van de volgende regels:
Hoofdgebouwen
Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen op de gronden die niet zijn voorzien van de aanduiding 'gevellijn' gelden de aanduidingen op figuur 2 en de volgende regels:
Hoofdgebouwen
Bijbehorende bouwwerken
Op de gronden die op de plankaart niet zijn voorzien van de aanduiding 'gevellijn' en wel van de 'specifieke bouwaanduiding - clustering', zijn in afwijking van het bepaalde in lid 8.2.4 per bouwperceel meerdere woningen in één hoofdgebouw ('cluster') toegestaan met inachtneming van de volgende bepalingen:
Hoofdgebouwen
Bijbehorende bouwwerken
Voor zover de gronden zijn voorzien van de 'specifieke bouwaanduiding - kleinere bouwpercelen' mag in afwijking van het bepaalde in 8.2.2 en 8.2.4:
Op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' en 'specifieke vorm van gemengd - 2', gelden in aanvulling op het bepaalde onder 8.2.2 en 8.2.4 voor bouwwerken ten behoeve van gemengde doeleinden de volgende regels:
Op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - landgoed', gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan ter plaatse van elk gebied met de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - buitenplaats' bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.3 en lid 8.2.5 om per bouwperceel, in één hoofdgebouw, meerdere woningen toe te laten met in achtneming van de volgende regels:
Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden woningen te bouwen op de in lid 1 bedoelde gronden, voor zover gelegen binnen de milieuzone - geurzone.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de op de verbeelding (plankaart) aangegeven milieuzone - geurzone van de afvalstortplaats Braambergen te wijzigen of van de plankaart te verwijderen:
De voor 'Leiding-Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse hoogspanningsleiding van 150 kV met bijbehorende veiligheidszone.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming - dus alle gronden binnen deze bestemming tot op 25 meter gemeten vanaf het hart van de leiding - wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van bouwwerken die strekken tot langdurig verblijf van kinderen jonger dan 16 jaar, zoals woningen (inclusief de bijbehorende erven), scholen, creches en kinderopvangplaatsen (inclusief buitenspeelruimtes).
Toelaatbaarheid
Uitzonderingen
Advies
De voor 'Waarde-Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de ter plaatse te verwachten archeologische waarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat:
De voor 'Waarde-Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor de bescherming van de aanwezige archeologische waarden in het aangrenzende gebied met de bestemming "Waarde - Archeologie - 3".
Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de in dat lid genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor aanvullend definitief archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. Ten behoeve van samenvallende bestemmingen mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde-Archeologie 2' wordt verwijderd, indien het archeologisch waardevol terrein conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie voldoende is onderzocht door middel van een archeologische opgraving of begeleiding en de eventuele bodemvondsten elders zijn ondergebracht.
De voor 'Waarde-Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 12.1 genoemde bestemming en ten behoeve van samenvallende bestemmingen geen bouwwerken worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde-Archeologie 3' wordt verwijderd, indien het archeologisch waardevol terrein conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie voldoende is onderzocht door middel van een archeologische opgraving of begeleiding en de eventuele bodemvondsten elders zijn onder gebracht.
De voor 'Waterstaat-Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op de in lid 1 bedoelde gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan ten dienste van deze bestemming.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 voor bebouwing ten behoeve van de samenvallende bestemmingen, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen en gevellijnen mogen/mag in afwijking van de bestemmingsregels uitsluitend worden overschreden door trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, overstekken en andere bouwonderdelen behorende tot het betreffende hoofdgebouw, met dien verstande dat:
Bouwwerken op het dak van een gebouw, zoals installatiecontainers, centrale verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties, liftschachten, hekwerken en soortgelijke bouwwerken om installaties uit het zicht te houden worden niet meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw, als zijnde ondergeschikt, mits:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk 2' zijn de gronden mede bestemd voor de buitenbeschermingszone rondom een primaire waterkering.
Het is verboden woningen of andere gebouwen ten behoeve van geurgevoelige objecten te bouwen op de gronden, voor zover gelegen binnen de aanduiding milieuzone - geurzone.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de milieuzone - geurzone qua begrenzing te wijzigen of deze geheel op te heffen, indien:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 terzake reeds kan worden afgeweken - afwijken van de regels van het plan voor:
Er wordt niet afgeweken van de bepalingen van het plan, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet op de ruimtelijke ordening, bevoegd om de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voorzover zulks van belang is voor een bouwkundige danwel stedenbouwkundige betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein waarbij het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot.
Teneinde de definitieve ligging van de geprojecteerde lanen te kunnen aanpassen aan de feitelijke situatie van het terrein of met het oog op een technisch betere realisering van deze lanen zijn burgemeester en wethouders bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de grens van de noordzuidgerichte gronden met de bestemming Verkeer-Verblijfsgebied ten opzichte van de op de plankaart aangegeven positie met ten hoogste 25.00 m te verschuiven en daarmede de bestemming Woongebied van de aangrenzende gronden uit te wisselen met de bestemming Verblijfsgebied, met dien verstande dat de totale oppervlakte van de gronden met de bestemming Verkeer-Verblijfsgebied ongewijzigd blijft en dat de lanen ten noorden en ten zuiden van de landschapszone in elkaars verlengde blijven liggen.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Villapark Overgooi'
De griffier De voorzitter
Categorie 1: "lichte horeca"
Bedrijven die beperkte hinder veroorzaken voor omwonenden. Deze bedrijven zijn in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden). Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:
1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante lichte horeca (tot en met 250 m2 bedrijfsvloeroppervlak)
1b. Overige lichte horeca (tot en met 250 m2 bedrijfsvloeroppervlak)
1c. Restaurant met bezorg- of afhaalservice tot en met 250 m² bedrijfsvloeroppervlak.
Categorie 2: "middelzware horeca"
Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder kan onder andere ontstaan door openingstijden 's nachts of door grote verkeersaantrekkende werking. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:
2a. Horeca die in beginstel vooral 's avonds en 's nachts geopend is
2b. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking
Categorie 3: "zware horeca"
Bedrijven die grote hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder kan onder andere ontstaan door een combinatie van openingstijden 's nachts en een grote verkeersaantrekkende werking.
3. Zware horeca