direct naar inhoud van 5.11 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: De Wierden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP1N03-vg01

5.11 Archeologie en cultuurhistorie

Archeologische waarden

Algemeen

In de bodem van plangebied De Wierden is de aanwezigheid van archeologische resten uit de steentijd, specifiek de periode vanaf het einde van de Oude Steentijd tot en met de Midden Steentijd (10.000 – 4.900 v. Chr.), niet bekend. Op grond van de hoogteligging van de pleistocene bewoningslaag liggen voor steentijdarcheologie kansrijke zones hoofdzakelijk buiten het plangebied. Om die reden is in De Wierden geen onderzoeksplichtig gebied opgenomen. Hierbij moet aangetekend worden dat de wijk De Wierden vrijwel geheel tot stand is gekomen voordat er in Almere een begin werd gemaakt met het systematisch opsporen van steentijdvindplaatsen en er zodoende over de werkelijke aan- of afwezigheid van archeologische vindplaatsen in de ondergrond heel weinig bekend is.

Na het einde van de laatste ijstijd was het klimaat aanvankelijk nog erg koud. Het grondgebied van Almere bestond uit een open dekzandlandschap waarin vooral rendierjagers actief waren. Met het stijgen van de temperatuur veranderde het landschap, en daarmee ook het landschapsgebruik. In de Midden Steentijd (8.800-4.900 v. Chr.) transformeerde het dekzandlandschap eerst in een bos met hoofdzakelijk berken- en dennenbomen (circa 7.000 v. Chr.) en vervolgens in een gemengd loofbos. In dat veranderende landschap leefden mobiele jagers- en verzamelaarsgroepen voor wie seizoensvariaties in het aanbod van voedsel en grondstoffen een belangrijke motor waren achter de dynamiek in hun samenlevingen.

Als gevolg van de zeespiegelstijging begonnen rond 6.000 v. Chr. de lagere delen van het Almeerse landschap te vernatten. De zeespiegelstijging zette zich gestaag door totdat Almere rond 3.800 v. Chr. was veranderd in een uitgestrekt moerasgebied dat onder invloed was komen te staan van de getijden van de zee. Hiermee kwam een einde aan circa 5.000 jaar steentijdbewoning in dit deel van Flevoland.

Rond het jaar nul was ter hoogte van het huidige Almere een meer ontstaan, dat in de Romeinse tijd het Mare Flevum of Lacus Flevum werd genoemd. Hieruit vormde zich het latere Aelmere dat vanaf de 14e eeuw de Zuiderzee werd genoemd. De Zuiderzee vormde lange tijd het economisch hart van Nederland. In heel Flevoland zijn 450 scheepswrakken aangetroffen uit de Zuiderzeetijd. Momenteel zijn in Almere 26 locaties met scheepsresten bekend, waarvan 22 scheepswrakken. Hiervan liggen er nog 17 bewaard in de bodem. In het bestemmingsplangebied De Wierden zijn geen scheepswrakken bekend.

Archeologische waarden

Het archeologisch vooronderzoek in het enige onderzoeksplichtige gebied dat aan de noordzijde van het plangebied De Wierden is gelegen, is volledig afgerond.

Binnen dit selectiegebied is wel een grote vindplaats uit de steentijd aangetroffen, maar deze ligt geheel buiten het plangebied De Wierden. Het deel van het selectiegebied dat binnen plangebied De Wierden ligt kent daarom geen archeologische beperkingen meer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP1N03-vg01_0018.png"

Figuur: Uitsnede uit de Archeologische Beleidskaart Almere (ABA) van de het plangebied De Wierden. 

Er is in het plangebied, zoals gezegd, geen enkele scheepswraklocatie bekend, maar de aanwezigheid van een of meer scheepswrakken en –restanten is niet op voorhand uit te sluiten.

Omgang met archeologische waarden

Gemeente Almere streeft in navolging van het Rijk en de provincie naar het behoud van archeologische waarden bij voorkeur in de bodem (in situ). Indien het behoud in situ door sterke stedenbouwkundige argumenten niet mogelijk is, zal er rekening gehouden moeten worden met maatregelen voor behoud door middel van een archeologische opgraving. Het behoud van archeologische waarden wordt gewaarborgd door de vindplaatsen (in overeenstemming met de Archeologieverordening en het archeologiebeleid) in te passen en in te richten op een wijze die recht doet aan de archeologische waarde en betekenis, waarbij de archeologische waarden tevens toegankelijkheid moeten blijven voor onderzoek. Het bestuur heeft besloten tot een herkenbare en beleefbare inrichting (dus afwijkend van het andere groen) van steentijdvindplaatsen.

Omgangsregels en verandering in inrichting

Indien er archeologische waarden aanwezig zijn, moeten deze planologisch beschermd worden in het bestemmingsplan. Omdat er geen waarden bekend zijn, hoeven die ook niet op de plankaart te worden aangeduid. Totdat dit nieuwe bestemmingsplan is vastgesteld, geldt de archeologieregeling uit het oude bestemmingsplan voor alle bodemverstorende ingrepen op deze terreinen. Behalve resten uit de steentijd bevinden zich in Almere ook scheeps- en vliegtuigwrakken. Hoewel er geen scheepswrakken in het plangebied bekend zijn, moet in het geval van een toevalsvondst gehandeld worden conform de bepalingen van de Monumentenwet 1988, artikel 53 lid 1, en Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 5 jo. artikel 13. De vondst moet onmiddellijk bij de stadsarcheoloog worden gemeld. De stadsarcheoloog doet dan melding bij de minister van OCW. Hetzelfde geldt voor (nog te ontdekken) resten van vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog.

Cultuurhistorische waarden 

Cultuurhistorische waarden is de verzamelnaam voor het geheel aan waarden die een historische en menselijke oorsprong hebben. In het kader van dit bestemmingsplan kunnen historisch-geografische waarden, (steden)bouwkundige waarden en archeologische waarden worden onderscheiden.

Historische-Geografische en (Steden)bouwkundige waarden

In het plangebied De Wierden zijn geen beschermde monumenten of stads- of dorpsgezichten aangewezen. Er zijn bovendien geen waardevolle historisch-geografische of stedenbouwkundige strukturen onderscheiden die in de toekomst een waardevolle rol zouden kunnen spelen als elementen in de bebouwde omgeving. Ook zijn er geen potentiële gebouwde of groene monumenten bekend.