De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. voortuinen
met de daarbij behorende
b. (ongebouwde) parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten;
c. groenvoorzieningen en water;
d. overige functioneel met de bestemming 'Tuin' verbonden voorzieningen;
met dien verstande dat
e. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Waterstaat-Waterkering', ze mede bestemd zijn voor de waarborging van het belang van de waterkering en het bepaalde in artikel 15 van toepassing is;
a. Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met een bouwhoogte van maximaal 1 m.