Plan: | Eska Power |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0018.BP106EskaPower-30va |
Boeg Beelden 2015 (vastgesteld december 2002) is een toekomstvisie met daarin de hoofdlijnen van beleid voor de Gemeente Hoogezand-Sappemeer in de periode tot 2015. Het geeft een breder kader voor zowel fysiek, economisch, sociaal als cultureel beleid. Hoogezand-Sappemeer wil in 2015 een middelgrote levendige woon- en werkgemeente zijn, volop profiterend van haar unieke positie vlakbij Groningen en tegelijk met een eigen identiteit in een prachtig groene omgeving. |
De ambities van de gemeente zijn omgezet in vier richtinggevende thema's:
De gemeente wil zich in Boeg Beelden verder ontwikkelen tot een prettige woongemeente. In nieuwe en bestaande woongebieden staat een prettig woonklimaat voorop.
Begin 2010 is het Economisch beleidsplan 2010-2014 vastgesteld, welke de economische beleidsnota "Hoogezand-Sappemeer werkt Door!" uit 2005 vervangt. De hoofdambitie van dit beleid is om de gewenste economische ontwikkeling in kaart te brengen en de werkgelegenheid te versterken binnen de lokale economie via activiteiten gericht op het direct en indirect faciliteren van het bedrijfsleven. Deze ambitie is verder uitgewerkt in doelstellingen en actiepunten rondom de volgende vier thema's:
Op het gebied van bedrijventerreinen is de doelstelling om nu en op de langere termijn voldoende aanbod van goede kwaliteit bedrijventerreinen aan te bieden om ondernemers de ruimte te geven om te starten en door te groeien. Bij deze doelstelling zijn de volgende actiepunten geformuleerd:
Onderzoeken of naast bedrijvenpark Rengers ook andere bedrijventerreinen in de gemeente in aanmerking komen voor het keurmerk veilig ondernemen.
In de nota Monumentenbeleid (maart 1995) en in de Beleidsnotitie Monumenten in Hoogezand-Sappemeer is het monumentenbeleid verwoord. Uitgangspunt van het gemeentelijk monumentenbeleid is dat de cultuurhistorische waarde van Hoogezand-Sappemeer niet alleen ligt in een aantal losse waardevolle panden, maar in de historisch gegroeide vorm van de gemeente als geheel. Die groeiwijze is onlosmakelijk verbonden met de veenkoloniale geschiedenis. Het is de samenhang van bebouwing en omgeving die onze gemeente haar specifieke karakter geeft.
De gemeente voert al sinds lange tijd welstandsbeleid. De beoordeling door de welstandscommissie vindt plaats aan redelijke eisen van welstand. Voorheen baseerde de commissie zich hierbij op geformuleerd beleid (bestemmings- en beeldkwaliteitsplannen). Dit is vervangen door toetsing aan criteria, die zijn opgenomen in de welstandsnota Hoogezand-Sappemeer. Het welstandstoezicht maakt deel uit van het integrale ruimtelijke kwaliteitsbeleid van de gemeente. In de Welstandnota (vastgesteld april 2004) wordt per deelgebied een nadere analyse gegeven van het karakter en staan de welstandscriteria verwoord. Het welstandstoezicht is vooral gericht op het beheer van de bestaande bebouwing. Hier geldt een beleid van respecteren. Bij vernieuwing of nieuwbouw geldt een beleid van incidenteel wijzigen voor zowel plaatsing, hoofdvorm, aanzicht en opmaak.
Met ingang van 1 juli 2004 is het voor elke gemeente in Nederland verplicht een (vastgestelde) welstandsnota te hebben. Is dit niet het geval, dan is de gemeente niet meer bevoegd een bouwplan op welstand te toetsen. Met de beide gemeentelijke beleidsstukken; het bestemmingsplan en de welstandsnota, worden dus zowel de stedenbouwkundige opzet als de architectonische verschijningsvorm vastgelegd in een beleidskader. Nieuwe (bouwvergunningplichtige) bouwplannen dienen zowel aan het bestemmingsplan als aan de welstandsnota te worden getoetst.
In de welstandsnota van de gemeente Hoogezand-Sappemeer wordt onderscheid gemaakt tussen sneltoetscriteria voor veel voorkomende bouwwerken, de algemene welstandscriteria en de gebiedsgerichte welstandscriteria.
In 1996 is het beeldkwaliteitsplan voor het historische lint vastgesteld. Dit plan geeft een beschrijving en een waardering van een aantal ruimtelijke ingrediënten voor wat betreft bebouwing en openbare ruimte. Deze ingrediënten worden van belang geacht voor de identiteit van het lint en Hoogezand-Sappemeer. Het beeldkwaliteitsplan beperkt zich tot de hoofdlijn en wil beslist geen 'blauwdruk' zijn voor concrete ontwikkelingen. Zoals hierboven al aangeduid, was het Oude Winschoterdiep de generator van het patroon van bebouwing, wegen, begroeiing en andere waterlopen. Langs het oude lint, vanaf Martenshoek tot zo'n vijf kilometer verder in oostelijke richting, aan beide uiteinden is nog een restant van het oude diep zichtbaar, bevindt zich veel monumentale- en karakteristieke bebouwing. Aan de noordzijde van het oorspronkelijke diep van oudsher de grotere panden, ten zuiden is de bebouwing kleinschaliger en meer aaneengebouwd. Het beeldkwaliteitsplan onderscheidt langs het lint zo'n tien verschillende deelgebieden. Voor al die deelgebieden is bepaald of voor dat gebied de structuur maatgevend (hoogste waardering van beeldwaarde), een uitgangspunt of veranderbaar is. Aan het beeldkwaliteitsplan is een aantal beeldkaarten toegevoegd. Daarop is, in samengevatte vorm, de informatie over de huidige en de nagestreefde beeldkwaliteit te vinden.
Actualisatie
Dit plan dateert uit 1996 en is alleen daarom al aan vernieuwing toe. Daarnaast is er een aantal inhoudelijke redenen om tot vernieuwing over te gaan. De actualisatie zal worden meegenomen bij de actualisatie van de bestemmingsplannen, zie 3.2.6 Beleid actualisering bestemmingsplannen.
Vier basis bestemmingsplannen voor de hele gemeente. Dat is waar de komende jaren naar toe gewerkt wordt. Vier grote plannen, die om de vijf jaar worden herzien. Plannen die constant onder beheer zijn. Planologische- en feitelijke wijzigingen worden voordurend bijgehouden, zodat de vijfjaarlijkse herziening makkelijker is.
De vier basisplannen zijn:
Iedere vijf jaar worden alle wijzigingen van de afgelopen periode meegenomen in de herziening. Ook de ontwikkelingsplannen worden op dat moment ingevoegd in het basisplan.
Gelijktijdig met de basisplannen, wordt de welstandsnota voor het betreffende gebied herzien. Het actuele welstandsbeleid kan dan direct in het bestemmingsplan worden verwerkt.
Bestemmingsplan en welstandsbeleid blijven zo altijd actueel.
De planning voor de komende jaren is als volgt:
Basisplan | Voorbereiding | Vaststelling |
Woongebieden | 2011 | 2012 |
Stadscentrum | 2012 | 2013 |
Bedrijventerreinen | 2013 | 2014 |
Buitengebied | 2014 | 2015 |
Parallel aan de actualisering van bestemmingsplannen, zie 3.2.6 Beleid actualisering bestemmingsplannen, wordt de welstandsnota voor het plangebied van het betreffende bestemmingsplan herzien. Volgens de planning wordt in 2012 de welstandsnota voor de woongebieden herzien. In de welstandsnota worden alle in de loop der tijd gemaakte beeldkwaliteitsplannen opgenomen. Dit geldt ook voor het beeldkwaliteitsplan voor het historische lint. In de welstandsnota worden heldere keuzes gemaakt ten aanzien van de mate van bescherming van in de gemeente te onderscheiden gebieden.
De afgelopen periode stelde de gemeente archeologiebeleid vast. Als onderdeel daarvan werd de gemeentelijke monumentenverordening omgezet naar een erfgoedverordening.
Argumenten om te komen tot gemeentelijk archeologiebeleid waren:
De Nota Archeologiebeleid beschrijft hoe de gemeente Hoogezand-Sappemeer zal omgaan met (mogelijke) waardevolle archeologische- en cultuurhistorische waarden binnen de gemeentegrenzen. De beleidskaart archeologie is onderdeel van deze nota. Deze kaart geeft een vlakdekkend overzicht van bekende en te verwachten archeologische waarden. De nota geeft een goed beeld van de bewoningsgeschiedenis van onze gemeente, van de prehistorie tot aan de nieuwe tijd.
Beleidsuitgangspunt is het behoud van waardevolle archeologische waarden en van cultuurhistorische en cultuurlandschappelijke relicten. Verder wordt voorgesteld dat de gemeente de kosten van vereist bureauonderzoek (naar noodzaak voor verder archeologisch onderzoek) voor haar rekening neemt, een enkele uitzondering daargelaten. De verplichting tot bureauonderzoek kan ontstaan bij ruimtelijke ingrepen in aangewezen gebieden op de beleidskaart.
Waarom een erfgoedverordening voor archeologie? Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking getreden. De bestaande monumentenverordening wordt in de erfgoedverordening 'Wabo-proof' gemaakt. Uitgangspunt is, dat voor zover in een vigerend bestemmingsplan nog geen regels zijn opgenomen ter bescherming van archeologie, de erfgoedverordening van toepassing is. De verordening treedt terug indien een nieuw bestemmingsplan wordt vastgesteld dat op dezelfde wijze als beleid en erfgoedverordening voorziet in bescherming.
De Erfgoedverordening Gemeente Hoogezand-Sappemeer is naar het model van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) opgesteld. De geest van de monumentenverordening is niet gewijzigd.
Monumenten en karakteristieke gebouwen
Bescherming van rijksmonumenten is geregeld in de Monumentenwet. De Erfgoedverordening kent bepalingen over gemeentelijke monumenten. Een regeling karakteristieke gebouwen hoort thuis in de Welstandsnota. Het onderhavige bestemmingsplan besteedt hier daarom geen bijzondere aandacht aan.
Aandacht voor Archeologie is een gevolg van de gewijzigde Monumentenwet. Met ingang van 1 september 2007 geldt de Wet op de archeologische monumentenzorg. Deze wijziging houdt in dat bij ruimtelijke ontwikkelingen het behoud en de bescherming van archeologische waarde vanaf het begin van de planvorming meegenomen dient te worden
Archeologie mag zich de laatste jaren over het algemeen in een toenemende belangstelling verheugen. Ook beleidsmatig gaat archeologie een belangrijkere rol vervullen bij de inrichting van de ruimte, op basis van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. Door de provincie Groningen en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE; eerder bekend als Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten Rijksdienst en daarvoor als Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek) zijn onderzoeken gedaan in de provincie. In de gemeente Hoogezand-Sappemeer komen géén archeologische rijksmonumenten voor.
In de gemeente komen wel locaties voor met respectievelijk zeer hoge-, hoge- en archeologische waarde (Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, Archeologiebalans 2002, pagina 38-39). De betreffende locaties zijn geregistreerd. Naast deze beschreven gebieden bestaan verwachtingsgebieden. Dit zijn gebieden waar mogelijk archeologische waarden zijn te verwachten. Bij eventuele ontwikkelingen in die gebieden zal nader onderzoek moeten worden verricht, vooral in de gebieden met een middelhoge tot hoge trefkans. De verwachtingsgebieden zijn vastgelegd in het concept van het gemeentelijk beleid voor archeologie met bijbehorende kaart (Nota Archeologiebeleid inclusief kaart archeologische verwachtingen, wordt vastgesteld in 2010).
De hoofdlijnen van het verkeers- en vervoersbeleid voor Hoogezand-Sappemeer tot 2010 zijn aangegeven in de 'Nota Verkeers- en vervoerbeleid' die is vastgesteld op 30 september 1997.
Centraal in deze nota staat het streven om met dit verkeers- en vervoersbeleid een optimale bereikbaarheid van de Gemeente Hoogezand-Sappemeer te bewerkstelligen, waarbij een goede leefkwaliteit wordt gewaarborgd. Om deze doelstelling te bereiken is samenhangend beleid nodig waarbij we diverse maatregelen op een evenwichtige manier moeten inzetten. Om ook in de toekomst een goede bereikbaarheid van Hoogezand-Sappemeer te garanderen, zal de groei van de automobiliteit beperkt moeten worden. Dat kan alleen als mensen meer gebruik gaan maken van het openbaar vervoer en de fiets. Daarnaast wordt met het oog op autoverkeer, gelet op de aspecten veiligheid en beperking van de milieuhinder. De rode draad in het verkeers- en vervoersbeleid is de verkeersveiligheid.
Het parkeren in woonwijken en dorpen vindt voor het grootste deel plaats op de openbare weg (straatparkeren) en geconcentreerd op speciaal aangelegde parkeerterreintjes in/bij woongebieden. In een aantal gevallen is er de mogelijkheid tot het parkeren bij de woning (op eigen terrein).
De gemeente heeft samen met het waterschap Hunze en Aa's haar waterbeleid gevormd en daarvoor het Waterplan opgesteld. Het Waterplan bestaat uit een Visiedeel en een Uitvoeringsplan. Het Visiedeel geeft een doorkijk tot 2015, het Uitvoeringsplan is telkens bedoeld voor een periode van vier jaar (het huidige voor 2007-2010).
Basis van het Waterplan zijn de drietraps-strategieën voor waterkwantiteit: vasthouden - bergen - afvoeren en voor waterkwaliteit: schoonhouden - scheiden - zuiveren. Ruimte voor water en waterbewust bouwen en inrichten vormen belangrijke aandachtspunten voor het omgevingsbeleid. Daarbij moet aandacht zijn en blijven voor de historische, recreatieve en belevingsaspecten van water.
Water moet in de toekomst een volwaardig onderdeel van alle ruimtelijke plannen gaan vormen. Hiervoor is een regulier overleg ingesteld tussen de gemeente en het waterschap. Daarnaast wordt bij projecten de watertoets doorlopen waarmee water stevig in de plannen verankerd wordt. In het bij het waterplan behorende uitvoeringsplan is een aantal concrete projectvoorstellen opgenomen. In een gemeentebrede aanpak zullen alle locaties waar dit probleem optreedt geïnventariseerd worden en wordt in samenspraak met de bevolking gezocht naar bevredigende oplossingen.
Een andere relevant project betreft de berekening van de wateropgave voor de gemeente. Hierbij wordt per wijk/dorp beoordeeld in hoeverre in het watersysteem is toegerust op toekomstige ontwikkelingen. Dit gaat in het bijzonder om de klimatologische veranderingen met bijbehorende grotere neerslaghoeveelheden. Ook wordt beoordeeld in hoeverre in de huidige situatie er al een risico op wateroverlast bestaat. Deze berekeningen kunnen leiden tot een opgave voor aanpassingen in het watersysteem.