Noorderstraat 308

Artikel 4 Waterstaat - Waterkering

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterkering, met bijbehorende beschermingszone.

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

• a. in afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen, mag binnen de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' alleen bebouwing voor de waterkering worden opgericht;
• b. bebouwing voor de waterkering mag opgericht worden tot 5 meter hoogte.
• c. een bouwwerk, anders dan de waterkering, is toegelaten tot een grootte van 20 m2.

4.3 Nadere eisen

4.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, met het doel verslechtering tegen te gaan van of zelfs verbetering aan te brengen in de milieusituatie, de verkeers-, sociale en/of externe veiligheid.

4.3.2 Procedure

Voordat toepassing gegeven wordt aan deze bevoegdheid voor het stellen van nadere eisen zal belanghebbenden gedurende twee weken de gelegenheid geboden worden hun zienswijzen omtrent het voornemen naar voren te brengen.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits hierbij

• sprake is van een veilige (verkeers-, sociale en/of externe veiligheid) invulling, en
• geen sprake is van verslechtering van de milieusituatie, en
• geen sprake is van een onevenredige beperking van de gebruiksmogelijkheden van de omliggende percelen, en
• de belangen van de waterkering en het vaarverkeer niet onevenredig worden geschaad,

door het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van:

• a. de op de plankaart of in de planregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, behalve waarvoor hiernavolgend andere maten en percentages genoemd worden;
• b. de planregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, als een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
• c. het bepaalde in 4.2 onder a en toestaan dat bebouwing worden opgericht voor de samenvallende bestemmingen.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

• a. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
• b. het gebruik van gronden en bebouwing voor detailhandel, een horecabedrijf en/of seksinrichting.

4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

• 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden in deze bestemming de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
  • a. gronden afgraven of ophogen;
  • b. gesloten verharding aanbrengen;
  • c. planten van diepwortelende of hoogopgaande beplanting;
  • d. goederen en/of afvalstoffen permanent opslaan;
  • e. watergangen aanleggen, dempen of vergraven;
  • f. andere bouwwerken plaatsen.
• 2. Geen omgevingsvergunning is nodig voor werken of werkzaamheden die:
  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
• 3. Een omgevingsvergunning kan alleen worden verleend, als:
  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een veilig en zeker functioneren van de waterkering, en;
  • b. werken of werkzaamheden geen onaanvaardbaar gevaar voor personen en/of goederen opleveren, en;
  • c. werken of werkzaamheden geen ernstige hinder voor de scheepvaart opleveren, en;
  • d. vooraf schriftelijk advies is gevraagd aan de waterbeheerder en indien relevant de vaarwegbeheerder.