De ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone – spoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege spoorweglawaai op geluidsgevoelige objecten;
Voor het bouwen van gebouwen geldt dat een op grond van de basisbestemming toelaatbaar geluidsgevoelig gebouw of een uitbreiding van een geluidsgevoelig gebouw niet mag worden gebouwd;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 28 lid 1 sub b en toestaan dat nieuwe geluidsgevoelige gebouwen of uitbreidingen van geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd, mits de geluidsbelasting vanwege het spoorwegverkeer van de gevels van deze geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;
Het is verboden niet-geluidsgevoelige objecten te gebruiken als geluidsgevoelig object;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 28 lid 1 sub d en toestaan dat niet-geluidsgevoelige objecten worden gebruikt als geluidsgevoelig objecten, mits de geluidsbelasting vanwege het spoorwegverkeer op het geluidgevoelige object niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde.
28.2 overig - geluidscherm
De ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overig – geluidscherm' aangewezen gronden zijn bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege spoorweglawaai op geluidsgevoelige objecten;
Het is verboden om de gronden en bouwwerken in gebruik te nemen zonder realisatie en instandhouding van een geluidscherm ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overig - geluidscherm', waarbij de volgende voorwaarde geldt:
de geluidsbelasting vanwege spoorweglawaai op geluidgevoelige objecten bedraagt maximaal 55 dB.