direct naar inhoud van Artikel 15 Algemene ontheffingsregels
Plan: Gemeente Haren - Dilgt, Hemmen en Essen (deelgebied 3)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0017.BP1266HDHA10UITB-VA01

Artikel 15 Algemene ontheffingsregels

 

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

a.    de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;

b.    de bestemmingsregels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van (de bediening van) kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:

-       de inhoud per gebouwtje ten hoogste 50 m³ zal bedragen;

c.    de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m, met dien verstande dat de hoogte van reclamemasten ten hoogste 6,00 m mag bedragen;

d.    het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen wordt vergroot, mits:

1.    de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;

2.    de vergroting leidt tot een hoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw zal bedragen;

e.    het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. bestemmingsvlak en toestaan dat de grenzen van het bouw- c.q. bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:

1.    plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;

2.    gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;

3.    één erker per (hoofd)gebouw over maximaal tweederde van de gevel­breedte;

4.    ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;

mits de bouwgrens met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden.