Plan: | Buitengebied Grootegast 2010 - Gedeeltelijke herziening 2014 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0015.BPBG14BEHE1-VA02 |
Aan artikel 1 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 worden de volgende begrippen toegevoegd, waarbij enkele dienen ter vervanging van het in aanhef gelijkluidende begrip.
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 2010 - Gedeeltelijke herziening 2014 met identificatienummer NL.IMRO.0015.BPBG14BEHE1-VA02 van de gemeente Grootegast;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische sporen en relicten;
locatiegericht bureauonderzoek, booronderzoek, geofysisch prospectieonderzoek, het graven van proefsleuven of een combinatie daarvan, verricht door een erkende partij of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied aanwezige archeologische sporen en relicten;
het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben, welk verblijf en ontbijt moeten plaatsvinden in de woning;
een aanwezig bijgebouw dat is vergund of alsnog te vergunnen is of vergunningsvrij gebouwd kon worden;
een paardenbak zoals die als aanwezig zichtbaar is op de luchtfoto's van 10 en 11 maart 2014 ;
werken en werkzaamheden, genoemd in de archeologische dubbelbestemmingen, waarvan mag worden aangenomen dat zij het bodemarchief kunnen aantasten;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar;
punt waar een gevaarlijke stof bedoeld of onbedoeld uit een gesloten systeem treedt;
een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
de plaats die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene en welke een voor permanente bewoning geschikte verblijfplaats is;
de ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksinstellingen. Opgravingen worden verricht door een erkende partij, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificatie in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
bewoning van een ruimte als feitelijk hoofdverblijf waarbij het hoofdverblijf fungeert als het centrum van het sociaal en maatschappelijk functioneren van de bewoner.
een woonhuis in de vorm van een voormalige agrarische bedrijfswoning, die bewoond mag worden door een persoon of diens huishouden die geen functionele binding heeft met het nabijgelegen agrarisch bedrijf, waartoe het woonhuis in het verleden als bedrijfswoning heeft behoord.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmings-/aanduidingsvlak met/binnen de bestemming 'Agrarisch', al dan niet in combinatie met de aanduiding "ijsbaan", zijn de regels van artikel 3 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 van toepassing.
In artikellid 3.1. wordt het volgende sublid k toegevoegd:
k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kampeerterrein' voor een kleinschalig kampeerterrein.
In artikellid 3.8. wordt onder 3.8.1. het volgende sublid d toegevoegd:
d. de bestemming 'Natuur' ten behoeve van de omzetting van agrarische gronden in natuurgronden, met dien verstande dat:
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak binnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1' zijn de regels van artikel 4 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voorts worden de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 4 ongewijzigd van toepassing.
In artikellid 4.1. wordt het volgende sublid n en o toegevoegd:
n. ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek", de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm en gevelindeling van de gebouwen wordt nagestreefd, zoals die per adres zijn beschreven in bijlage 1 bij de toelichting;
o. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie uitgesloten - theetuin en bijbehorend parkeren", de gronden niet gebruikt mogen worden ten behoeve van de theetuin en het bijbehorende parkeren.
In artikellid 4.2. wordt onder 4.2.1. het volgende toegevoegd:
Ter plaats van de aanduiding "karakteristiek" gelden de volgende bouwregels:
In artikellid 4.4. wordt onder 4.4.1. het volgende sublid k toegevoegd:
k. 4.2.1. in die zin dat in ondergeschikte mate wordt afgeweken van de bestaande maatvoeringen en gevelindeling van de karakteristieke hoofdvorm, mits:
In artikellid 4.7. wordt onder 4.7.1. het volgende toegevoegd:
In aanvulling hierop is eveneens een omgevingsvergunning vereist voor het gedeeltelijk verwijderen van karakteristieke gebouwen, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek".
In artikellid 4.7. wordt het sublid 4.7.3. toegevoegd met de volgende tekst:
De omgevingsvergunning kan worden verleend, mits:
In artikellid 4.8. worden onder 4.8.1. de volgende wijzigingsbevoegdheden k, l en m toegevoegd:
k. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt aangebracht, met dien verstande dat:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien een bedrijfswoning wordt bewoond door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, niet noodzakelijk is;
2. medewerking alleen op voldoende onderbouwd verzoek van zowel de bewoner als de bedrijfsvoerder wordt overwogen;
3. er ten minste sprake is van een reële agrarische bedrijfsvoering;
4. er voldoende woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden gemotiveerd vanuit de planologisch maximale mogelijkheden voor het agrarisch bedrijf;
5. na toekennen van de aanduiding geen medewerking wordt verleend voor nieuwe bedrijfswoningen bij het agrarische bedrijf;
6. de bestaande functionele inrichting tussen het agrarisch bedrijf en de plattelandswoning uitgangspunt is om de visueel ruimtelijke impact tot een minimum te beperken en de visuele eenheid van het geheel zo goed mogelijk te waarborgen;
l. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt verwijderd, met dien verstande dat de naastgelegen agrarische bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd en de aanduiding voor het bouwvlak ter plaatse is verwijderd dan wel de plattelandswoning opnieuw als agrarische bedrijfswoning in gebruik wordt genomen;
m. de aanduiding 'karakteristiek' verwijderen indien en voorzover het bouwwerk teniet is gegaan door een calamiteit en herbouw in de oorspronkelijke staat redelijkerwijs niet verlangd kan worden of een bouwwerk volledig in verval is geraakt en herbouw in de oorspronkelijk staat redelijkerwijs financieel niet verlangd kan worden.
In artikellid 4.8. komt onder 4.8.3. de aanhef te vervallen en wordt vervangen door de volgende aanhef:
Toepassing van de in 4.8.1. onder e, f en g genoemde bevoegdheden vindt plaats met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak binnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2' zijn de regels van artikel 5 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voorts worden de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 5 ongewijzigd van toepassing.
In artikellid 5.1. wordt het volgende sublid n toegevoegd:
n. ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek", de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van de gebouwen wordt nagestreefd, zoals die per adres zijn beschreven in bijlage 1 bij de toelichting.
In artikellid 5.2. wordt onder 5.2.1. het volgende toegevoegd:
Ter plaats van de aanduiding "karakteristiek" gelden de volgende bouwregels:
In artikellid 5.4. wordt onder 5.4.1. het volgende sublid k toegevoegd:
k. 5.2.1. in die zin dat in ondergeschikte mate wordt afgeweken van de bestaande maatvoeringen en gevelindeling van de karakteristieke hoofdvorm, mits:
In artikellid 5.7. wordt onder 5.7.1. het volgende toegevoegd:
In aanvulling hierop is eveneens een omgevingsvergunning vereist voor het gedeeltelijk verwijderen van karakteristieke gebouwen, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek".
In artikellid 5.7. wordt het sublid 5.7.3. toegevoegd met de volgende tekst:
De omgevingsvergunning kan worden verleend, mits:
In artikellid 5.8. worden onder 5.8.1. de volgende wijzigingsbevoegdheden l, m en n toegevoegd:
l. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt aangebracht, met dien verstande dat:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien een bedrijfswoning wordt bewoond door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, niet noodzakelijk is;
2. medewerking alleen op voldoende onderbouwd verzoek van zowel de bewoner als de bedrijfsvoerder wordt overwogen;
3. er ten minste sprake is van een reële agrarische bedrijfsvoering;
4. er voldoende woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden gemotiveerd vanuit de planologisch maximale mogelijkheden voor het agrarisch bedrijf;
5. na toekennen van de aanduiding geen medewerking wordt verleend voor nieuwe bedrijfswoningen bij het agrarische bedrijf;
6. de bestaande functionele inrichting tussen het agrarisch bedrijf en de plattelandswoning uitgangspunt is om de visueel ruimtelijke impact tot een minimum te beperken en de visuele eenheid van het geheel zo goed mogelijk te waarborgen;
m. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt verwijderd, met dien verstande dat de naastgelegen agrarische bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd en de aanduiding voor het bouwvlak ter plaatse is verwijderd dan wel de plattelandswoning opnieuw als agrarische bedrijfswoning in gebruik wordt genomen;
n. de aanduiding 'karakteristiek' verwijderen indien en voorzover het bouwwerk teniet is gegaan door een calamiteit en herbouw in de oorspronkelijke staat redelijkerwijs niet verlangd kan worden of een bouwwerk volledig in verval is geraakt en herbouw in de oorspronkelijk staat redelijkerwijs financieel niet verlangd kan worden.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak binnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3' zijn de regels van artikel 6 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voorts worden de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 6 ongewijzigd van toepassing.
In artikellid 6.1. wordt het volgende sublid o toegevoegd:
o. ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek", de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van de gebouwen wordt nagestreefd, zoals die per adres zijn beschreven in bijlage 1 bij de toelichting.
In artikellid 6.2. wordt onder 6.2.1. het volgende toegevoegd:
Ter plaats van de aanduiding "karakteristiek" gelden de volgende bouwregels:
In artikellid 6.4. wordt onder 6.4.1. het volgende sublid l toegevoegd:
l. 6.2.1. in die zin dat in ondergeschikte mate wordt afgeweken van de bestaande maatvoeringen en gevelindeling van de karakteristieke hoofdvorm, mits:
In artikellid 6.7. wordt onder 6.7.1. het volgende toegevoegd:
In aanvulling hierop is eveneens een omgevingsvergunning vereist voor het gedeeltelijk verwijderen van karakteristieke gebouwen, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek".
In artikellid 6.7. wordt het sublid 6.7.3. toegevoegd met de volgende tekst:
De omgevingsvergunning kan worden verleend, mits:
In artikellid 6.8. worden onder 6.8.1. de volgende wijzigingsbevoegdheden l, m en n toegevoegd:
l. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt aangebracht, met dien verstande dat:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien een bedrijfswoning wordt bewoond door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, niet noodzakelijk is;
2. medewerking alleen op voldoende onderbouwd verzoek van zowel de bewoner als de bedrijfsvoerder wordt overwogen;
3. er ten minste sprake is van een reële agrarische bedrijfsvoering;
4. er voldoende woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden gemotiveerd vanuit de planologisch maximale mogelijkheden voor het agrarisch bedrijf;
5. na toekennen van de aanduiding geen medewerking wordt verleend voor nieuwe bedrijfswoningen bij het agrarische bedrijf;
6. de bestaande functionele inrichting tussen het agrarisch bedrijf en de plattelandswoning uitgangspunt is om de visueel ruimtelijke impact tot een minimum te beperken en de visuele eenheid van het geheel zo goed mogelijk te waarborgen;
m. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt verwijderd, met dien verstande dat de naastgelegen agrarische bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd en de aanduiding voor het bouwvlak ter plaatse is verwijderd dan wel de plattelandswoning opnieuw als agrarische bedrijfswoning in gebruik wordt genomen;
n. de aanduiding 'karakteristiek' verwijderen indien en voorzover het bouwwerk teniet is gegaan door een calamiteit en herbouw in de orspronkelijke staat redelijkerwijs niet verlangd kan worden of een bouwwerk volledig in verval is geraakt en herbouw in de oorspronkelijk staat redelijkerwijs financieel niet verlangd kan worden.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak binnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4' zijn de regels van artikel 7 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voorts worden de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 7 ongewijzigd van toepassing.
In artikellid 7.8. worden onder 7.8.1. de volgende wijzigingsbevoegdheden k en l toegevoegd:
k. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt aangebracht, met dien verstande dat:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien een bedrijfswoning wordt bewoond door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, niet noodzakelijk is;
2. medewerking alleen op voldoende onderbouwd verzoek van zowel de bewoner als de bedrijfsvoerder wordt overwogen;
3. er ten minste sprake is van een reële agrarische bedrijfsvoering;
4. er voldoende woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden gemotiveerd vanuit de planologisch maximale mogelijkheden voor het agrarisch bedrijf;
5. na toekennen van de aanduiding geen medewerking wordt verleend voor nieuwe bedrijfswoningen bij het agrarische bedrijf;
6. de bestaande functionele inrichting tussen het agrarisch bedrijf en de plattelandswoning uitgangspunt is om de visueel ruimtelijke impact tot een minimum te beperken en de visuele eenheid van het geheel zo goed mogelijk te waarborgen;
l. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt verwijderd, met dien verstande dat de naastgelegen agrarische bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd en de aanduiding voor het bouwvlak ter plaatse is verwijderd dan wel de plattelandswoning opnieuw als agrarische bedrijfswoning in gebruik wordt genomen.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak binnen de bestemming 'Agrarisch - Kwekerij' zijn de regels van artikel 8 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voorts worden de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 8 ongewijzigd van toepassing.
In artikellid 8.1. wordt het volgende sublid j toegevoegd:
j. een plattelandswoning, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning".
In artikellid 8.8. worden onder 8.8.1. de volgende wijzigingsbevoegdheden i en j toegevoegd:
i. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt angebracht, met dien verstande dat:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien een bedrijfswoning wordt bewoond door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, niet noodzakelijk is;
2. medewerking alleen op voldoende onderbouwd verzoek van zowel de bewoner als de bedrijfsvoerder wordt overwogen;
3. er ten minste sprake is van een reële agrarische bedrijfsvoering;
4. er voldoende woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden gemotiveerd vanuit de planologisch maximale mogelijkheden voor het agrarisch bedrijf;
5. na toekennen van de aanduiding geen medewerking wordt verleend voor nieuwe bedrijfswoningen bij het agrarische bedrijf;
6. de bestaande functionele inrichting tussen het agrarisch bedrijf en de plattelandswoning uitgangspunt is om de visueel ruimtelijke impact tot een minimum te beperken en de visuele eenheid van het geheel zo goed mogelijk te waarborgen;
j. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt verwijderd, met dien verstande dat de naastgelegen agrarische bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd en de aanduiding voor het bouwvlak ter plaatse is verwijderd dan wel de plattelandswoning opnieuw als agrarische bedrijfswoning in gebruik wordt genomen.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak binnen de bestemming 'Agrarisch - Paardenhouderij' zijn de regels van artikel 9 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voorts worden de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 9 ongewijzigd van toepassing.
In artikellid 9.1. wordt het volgende sublid i toegevoegd:
i. ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek", de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van de gebouwen wordt nagestreefd, zoals die per adres zijn beschreven in bijlage 1 bij de toelichting.
In artikellid 9.2. wordt onder de aanhef het volgende toegevoegd:
Ter plaats van de aanduiding "karakteristiek" gelden de volgende bouwregels:
In artikellid 9.4. wordt onder 9.4.1. onder b sub 1 achter de woorden '...het bestaande bebouwde bedrijfsoppervlak,' de volgende tekst toegevoegd: 'deze afwijking tot maximaal 50% eenmalig wordt toegepast, waarbij per situatie wordt bekeken tot welk percentage de landschappelijke situatie de uitbreiding kan verdragen'.
In artikellid 9.4. komen onder 9.4.1. onder b sub 2 de volgende woorden te vervallen: 'aan zoveel mogelijk van de volgende kwaliteitseisen wordt voldaan'.
In artikellid 9.4. wordt onder 9.4.1. onder b sub 2 aan de woorden 'herstel of aanleg van singels' het volgende toegevoegd: 'alsmede het langjarig beheer daarvan'.
In artikellid 9.4. wordt onder 9.4.1. onder b sub 2 het volgende toegevoegd: 'uitbreidingen niet leiden tot een grote verkeerstoename, met name in de nabijheid van EHS gebieden en recreatiegebieden'.
In artikellid 9.4. wordt onder 9.4.1. het volgende sublid f toegevoegd:
f. 9.2. aanhef in die zin dat in ondergeschikte mate wordt afgeweken van de bestaande maatvoeringen en gevelindeling van de karakteristieke hoofdvorm, mits:
In artikellid 9.6. wordt onder 9.6.1. het volgende toegevoegd:
In aanvulling hierop is eveneens een omgevingsvergunning vereist voor het gedeeltelijk verwijderen van karakteristieke gebouwen, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek".
In artikellid 9.6. wordt het sublid 9.6.3. toegevoegd met de volgende tekst:
De omgevingsvergunning kan worden verleend, mits:
In artikellid 9.7. worden onder 9.7.1. de volgende wijzigingsbevoegdheden h, i en j toegevoegd:
h. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt aangebracht, met dien verstande dat:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien een bedrijfswoning wordt bewoond door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, niet noodzakelijk is;
2. medewerking alleen op voldoende onderbouwd verzoek van zowel de bewoner als de bedrijfsvoerder wordt overwogen;
3. er ten minste sprake is van een reële agrarische bedrijfsvoering;
4. er voldoende woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden gemotiveerd vanuit de planologisch maximale mogelijkheden voor het agrarisch bedrijf;
5. na toekennen van de aanduiding geen medewerking wordt verleend voor nieuwe bedrijfswoningen bij het agrarische bedrijf;
6. de bestaande functionele inrichting tussen het agrarisch bedrijf en de plattelandswoning uitgangspunt is om de visueel ruimtelijke impact tot een minimum te beperken en de visuele eenheid van het geheel zo goed mogelijk te waarborgen;
i. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt verwijderd, met dien verstande dat de naastgelegen agrarische bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd en de aanduiding voor het bouwvlak ter plaatse is verwijderd dan wel de plattelandswoning opnieuw als agrarische bedrijfswoning in gebruik wordt genomen.
j. de aanduiding 'karakteristiek' verwijderen indien en voorzover het bouwwerkteniet is gegaan door een calamiteit en herbouw in de oorspronkelijke staat redelijkerwijs niet verlangd kan worden of een bouwwerk volledig in verval is geraakt en herbouw in de oorspronkelijk staat redelijkerwijs financieel niet verlangd kan worden.
De herziening binnen deze bestemming heeft uitsluitend betrekking op een aanpassing van de regels, waarbij behoudens onderstaande wijziging de overige regels van artikel 10 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 van overeenkomstige toepassing zijn.
In artikellid 10.5. wordt onder 10.5.1. het volgende sublid c toegevoegd:
c. de bestemming 'Natuur' ten behoeve van de omzetting van agrarische gronden in natuurgronden, met dien verstande dat:
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmings-/aanduidingsvlak met/binnen de bestemming 'Bedrijf' zijn de regels van artikel 11 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voorts worden de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 11 ongewijzigd van toepassing.
In artikellid 11.1. onder c worden in de tabel de volgende wijzigingen aangebracht:
De volgende omschrijving komt in de tabel te vervallen en wordt vervangen door:
Brandsloot 3A en 3B - Doezum | Inpandige metaalbewerking |
De volgende omschrijving komt in de tabel te vervallen:
Provinciale weg 1 - Opeinde | Hovenier |
De volgende twee omschrijvingen worden aan de tabel toegevoegd:
Havinga's Reed 4 - Grootegast | Autosloperij |
Langewolderweg 17-19 - Oldekerk | Stratenmakersbedrijf |
In artikellid 11.1. worden de volgende subleden j en k toegevoegd:
j. ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" mogen de gronden uitsluitend worden gebruikt als erf/tuin behorende bij de bedrijfswoning;
k. ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek", de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van de gebouwen wordt nagestreefd, zoals die per adres zijn beschreven in bijlage 1 bij de toelichting.
In artikellid 11.2. wordt onder de aanhef het volgende toegevoegd:
Ter plaats van de aanduiding "karakteristiek" gelden de volgende bouwregels:
In artikellid 11.2. wordt aan 11.2.2. de volgende regel onder c toegevoegd:
c. indien en voor zover de gronden zijn voorzien van de aanduiding "bedrijfswoning" zal de bedrijfswoning uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" worden gebouwd.
In artikellid 11.4. wordt onder 11.4.1. onder b sub 1 achter de woorden '...het bestaande bebouwde bedrijfsoppervlak,' de volgende tekst toegevoegd: 'deze afwijking tot maximaal 50% eenmalig wordt toegepast, waarbij per situatie wordt bekeken tot welk percentage de landschappelijke situatie de uitbreiding kan verdragen'.
In artikellid 11.4. komen onder 11.4.1. onder b sub 2 de volgende woorden te vervallen: 'aan zoveel mogelijk van de volgende kwaliteitseisen wordt voldaan'.
In artikellid 11.4. wordt onder 11.4.1. onder b sub 2 aan de woorden 'herstel of aanleg van singels' het volgende toegevoegd: 'alsmede het langjarig beheer daarvan'.
In artikellid 11.4. wordt onder 11.4.1. onder b sub 2 het volgende toegevoegd: 'uitbreidingen niet leiden tot een grote verkeerstoename, met name in de nabijheid van EHS gebieden en recreatiegebieden'.
In artikellid 11.4. wordt onder 11.4.1. het volgende sublid e toegevoegd:
e. 11.2. aanhef in die zin dat in ondergeschikte mate wordt afgeweken van de bestaande maatvoeringen en gevelindeling van de karakteristieke hoofdvorm, mits:
Onder artikellid 11.5. wordt een nieuw artikellid 11.6. toegevoegd, waarbij het bestaande artikellid met bijbehorende subleden wordt vernummerd naar 11.7.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het in 11.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen.
De omgevingsvergunning kan worden verleend, mits:
In artikellid 11.7. wordt onder 11.7.1. de volgende wijzigingsbevoegdheid e toegevoegd:
e. de aanduiding 'karakteristiek' verwijderen indien en voorzover het bouwwerk teniet is gegaan door een calamiteit en herbouw in de oorspronkelijke staat redelijkerwijs niet verlangd kan worden of een bouwwerk volledig in verval is geraakt en herbouw in de oorspronkelijk staat redelijkerwijs financieel niet verlangd kan worden.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmings-/aanduidingsvlak met/binnen de bestemming 'Bedrijf - Garage' zijn de regels van artikel 12 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voorts worden de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 12 ongewijzigd van toepassing.
In lid 12.1 wordt na in sub b in de naam van de aanduiding het woord 'zonder' vervangen door 'met'.
In lid 12.1 worden na sub b drie nieuwe subleden ingevoegd:
c. opslag voor lpg, ter plaatse van de aanduiding 'opslag lpg';
d. een afleverzuil voor lpg, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg';
e. een vulpunt voor lpg, ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';
De overige subleden c en d worden doorgenummerd naar f en g.
In artikellid 12.4. wordt onder 12.4.1. onder b sub 1 achter de woorden '...het bestaande bebouwde bedrijfsoppervlak,' de volgende tekst toegevoegd: 'deze afwijking tot maximaal 50% eenmalig wordt toegepast, waarbij per situatie wordt bekeken tot welk percentage de landschappelijke situatie de uitbreiding kan verdragen'.
In artikellid 12.4. komen onder 12.4.1. onder b sub 2 de volgende woorden te vervallen: 'aan zoveel mogelijk van de volgende kwaliteitseisen wordt voldaan'.
In artikellid 12.4. wordt onder 12.4.1. onder b sub 2 aan de woorden 'herstel of aanleg van singels' het volgende toegevoegd: 'alsmede het langjarig beheer daarvan'.
In artikellid 12.4. wordt onder 12.4.1. onder b sub 2 het volgende toegevoegd: 'uitbreidingen niet leiden tot een grote verkeerstoename, met name in de nabijheid van EHS gebieden en recreatiegebieden'.
In artikellid 12.5 wordt onder 12.5.1 na sub c een nieuw sublid ingevoegd:
d. de aanduiding(en) 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg', 'opslag lpg' 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg' en/of 'vulpunt lpg' word(t)(en) verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' zijn de regels van artikel 14 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak binnen de bestemming 'Bedrijf - Opslag' zijn de regels van artikel 15 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voorts worden de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 15 ongewijzigd van toepassing.
In artikellid 15.1. wordt het volgende sublid d toegevoegd:
d. de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van de gebouwen, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek", wordt nagestreefd, zoals die per adres zijn beschreven in bijlage 1 bij de toelichting.
In artikellid 15.2. wordt onder de aanhef het volgende toegevoegd:
Ter plaats van de aanduiding "karakteristiek" gelden de volgende bouwregels:
In artikellid 15.4. wordt onder 15.4.1. onder b sub 1 achter de woorden '...het bestaande bebouwde bedrijfsoppervlak,' de volgende tekst toegevoegd: 'deze afwijking tot maximaal 50% eenmalig wordt toegepast, waarbij per situatie wordt bekeken tot welk percentage de landschappelijke situatie de uitbreiding kan verdragen'.
In artikellid 15.4. komen onder 15.4.1. onder b sub 2 de volgende woorden te vervallen: 'aan zoveel mogelijk van de volgende kwaliteitseisen wordt voldaan'.
In artikellid 15.4. wordt onder 15.4.1. onder b sub 2 aan de woorden 'herstel of aanleg van singels' het volgende toegevoegd: 'alsmede het langjarig beheer daarvan'.
In artikellid 15.4. wordt onder 15.4.1. onder b sub 2 het volgende toegevoegd: 'uitbreidingen niet leiden tot een grote verkeerstoename, met name in de nabijheid van EHS gebieden en recreatiegebieden'.
In artikellid 15.4. wordt onder 15.4.1. het volgende sublid f toegevoegd:
f. 15.2. aanhef in die zin dat in ondergeschikte mate wordt afgeweken van de bestaande maatvoeringen en gevelindeling van de karakteristieke hoofdvorm, mits:
Onder artikellid 15.5. wordt een nieuw artikellid 15.6. toegevoegd, waarbij het bestaande artikellid met bijbehorende subleden wordt vernummerd naar 15.7.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het in 15.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen.
De omgevingsvergunning kan worden verleend, mits:
In artikellid 15.7. wordt onder 15.7.1. de volgende wijzigingsbevoegdheid toegevoegd:
Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'karakteristiek' verwijderen indien en voorzover het bouwwerk teniet is gegaan door een calamiteit en herbouw in de oorspronkelijke staat redelijkerwijs niet verlangd kan worden of een bouwwerk volledig in verval is geraakt en herbouw in de oorspronkelijk staat redelijkerwijs financieel niet verlangd kan worden.
De herziening binnen deze bestemming heeft uitsluitend betrekking op een aanpassing van de regels, waarbij behoudens onderstaande wijziging de overige regels van artikel 17 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 van overeenkomstige toepassing zijn.
In artikellid 17.4. wordt onder 17.4.1. onder b sub 1 achter de woorden '...het bestaande bebouwde bedrijfsoppervlak,' de volgende tekst toegevoegd: 'deze afwijking tot maximaal 50% eenmalig wordt toegepast, waarbij per situatie wordt bekeken tot welk percentage de landschappelijke situatie de uitbreiding kan verdragen'.
In artikellid 17.4. komen onder 17.4.1. onder b sub 2 de volgende woorden te vervallen: 'aan zoveel mogelijk van de volgende kwaliteitseisen wordt voldaan'.
In artikellid 17.4. wordt onder 17.4.1. onder b sub 2 aan de woorden 'herstel of aanleg van singels' het volgende toegevoegd: 'alsmede het langjarig beheer daarvan'.
In artikellid 17.4. wordt onder 17.4.1. onder b sub 2 het volgende toegevoegd: 'uitbreidingen niet leiden tot een grote verkeerstoename, met name in de nabijheid van EHS gebieden en recreatiegebieden'.
De herziening binnen deze bestemming heeft uitsluitend betrekking op een aanpassing van de regels, waarbij behoudens onderstaande wijzigingen de overige regels van artikel 18 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 van overeenkomstige toepassing zijn.
In artikellid 18.4. wordt onder 18.4.1. onder b sub 1 achter de woorden '...het bestaande bebouwde bedrijfsoppervlak,' de volgende tekst toegevoegd: 'deze afwijking tot maximaal 50% eenmalig wordt toegepast, waarbij per situatie wordt bekeken tot welk percentage de landschappelijke situatie de uitbreiding kan verdragen'.
In artikellid 18.4. komen onder 18.4.1. onder b sub 2 de volgende woorden te vervallen: 'aan zoveel mogelijk van de volgende kwaliteitseisen wordt voldaan'.
In artikellid 18.4. wordt onder 18.4.1. onder b sub 2 aan de woorden 'herstel of aanleg van singels' het volgende toegevoegd: 'alsmede het langjarig beheer daarvan'.
In artikellid 18.4. wordt onder 18.4.1. onder b sub 2 het volgende toegevoegd: 'uitbreidingen niet leiden tot een grote verkeerstoename, met name in de nabijheid van EHS gebieden en recreatiegebieden'.
In artikellid 18.4. wordt onder 18.4.1. een nieuwe afwijking onder d toegevoegd:
d. 18.2.4. onder b ten behoeve van het vergroten van de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van afvoerpijpen tot een bouwhoogte van ten hoogste 2,00 m boven de daklijn van het bedrijfsgebouw waarop de afvoerpijp wordt geplaatst, waarbij de afvoerpijp zoveel mogelijk uit het zicht/straatbeeld wordt gesitueerd.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak binnen de bestemming 'Maatschappelijk' zijn de regels van artikel 19 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voorts worden de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 19 ongewijzigd van toepassing.
In artikellid 19.2. komt onder 19.2.2. sub a te vervallen en wordt vervangen door de volgende tekst:
a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 bedrijfswoning worden gebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning uitgesloten", in welk geval geen bedrijfswoning mag worden gebouwd;
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak binnen de bestemming 'Natuur' zijn de regels van artikel 20 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmings-/aanduidingsvlak met/binnen de bestemming 'Natuur - Agrarisch' zijn de regels van artikel 21 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
In artikellid 21.1. wordt het volgende sublid i toegevoegd:
i. ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' voor een ijsbaan.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak binnen de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' zijn de regels van artikel 23 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voorts worden de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 23 ongewijzigd van toepassing.
In artikellid 23.1. wordt het volgende sublid f toegevoegd:
f. de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van de gebouwen, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek", wordt nagestreefd, zoals die per adres zijn beschreven in bijlage 1 bij de toelichting.
In artikellid 23.2. wordt onder de aanhef het volgende toegevoegd:
Ter plaats van de aanduiding "karakteristiek" gelden de volgende bouwregels:
In artikellid 23.4. wordt onder 23.4.1. het volgende sublid c toegevoegd:
c. 23.2. aanhef in die zin dat in ondergeschikte mate wordt afgeweken van de bestaande maatvoeringen en gevelindeling van de karakteristieke hoofdvorm, mits:
In artikellid 23.6. wordt onder 23.6.1. het volgende toegevoegd:
In aanvulling hierop is eveneens een omgevingsvergunning vereist voor het gedeeltelijk verwijderen van karakteristieke gebouwen, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek".
In artikellid 23.6. wordt het sublid 23.6.3. toegevoegd met de volgende tekst:
De omgevingsvergunning kan worden verleend, mits:
In artikellid 23.7. wordt onder 23.7.1. de volgende wijzigingsbevoegdheid toegevoegd:
Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'karakteristiek' verwijderen indien en voorzover het bouwwerk teniet is gegaan door een calamiteit en herbouw in de oorspronkelijke staat redelijkerwijs niet verlangd kan worden of een bouwwerk volledig in verval is geraakt en herbouw in de oorspronkelijk staat redelijkerwijs financieel niet verlangd kan worden.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak binnen de bestemming 'Sport' zijn de regels van artikel 24 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
In artikellid 24.2. wordt onder 24.2.2. een nieuwe regel onder c toegevoegd:
c. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - lichtmast" zullen ten hoogste 12 lichtmasten worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 15 m.
De herziening binnen deze bestemming heeft uitsluitend betrekking op een aanpassing van de regels, waarbij behoudens onderstaande wijziging de overige regels van artikel 25 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 van overeenkomstige toepassing zijn.
In artikellid 25.1. wordt het volgende sublid h toegevoegd:
h. ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek", de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van de gebouwen wordt nagestreefd, zoals die per adres zijn beschreven in bijlage 1 bij de toelichting.
In artikellid 25.2. wordt onder de aanhef het volgende toegevoegd:
Ter plaats van de aanduiding "karakteristiek" gelden de volgende bouwregels:
In artikellid 25.4. wordt onder 25.4.1. het volgende sublid e toegevoegd:
e. 25.2. aanhef in die zin dat in ondergeschikte mate wordt afgeweken van de bestaande maatvoeringen en gevelindeling van de karakteristieke hoofdvorm, mits:
In artikellid 25.6. wordt onder 25.6.1. het volgende toegevoegd:
In aanvulling hierop is eveneens een omgevingsvergunning vereist voor het gedeeltelijk verwijderen van karakteristieke gebouwen, ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek".
In artikellid 25.6. wordt het sublid 25.6.3. toegevoegd met de volgende tekst:
De omgevingsvergunning kan worden verleend, mits:
In artikellid 25.7. worden onder 25.7.1. de volgende wijzigingsbevoegdheden h, i en j toegevoegd:
i. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt aangebracht, met dien verstande dat:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien een bedrijfswoning wordt bewoond door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, niet noodzakelijk is;
2. medewerking alleen op voldoende onderbouwd verzoek van zowel de bewoner als de bedrijfsvoerder wordt overwogen;
3. er ten minste sprake is van een reële agrarische bedrijfsvoering;
4. er voldoende woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden gemotiveerd vanuit de planologisch maximale mogelijkheden voor het agrarisch bedrijf;
5. na toekennen van de aanduiding geen medewerking wordt verleend voor nieuwe bedrijfswoningen bij het agrarische bedrijf;
6. de bestaande functionele inrichting tussen het agrarisch bedrijf en deP Plattelandswoning uitgangspunt is om de visueel ruimtelijke impact tot een minimum te beperken en de visuele eenheid van het geheel zo goed mogelijk te waarborgen;
j. de aanduiding "specifieke vorm van wonen - plattelandswoning" wordt verwijderd, met dien verstande dat de naastgelegen agrarische bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd en de aanduiding voor het bouwvlak ter plaatse is verwijderd dan wel de plattelandswoning opnieuw als agrarische bedrijfswoning in gebruik wordt genomen.
j. de aanduiding 'karakteristiek' verwijderen indien en voorzover het bouwwerk teniet is gegaan door een calamiteit en herbouw in de oorspronkelijke staat redelijkerwijs niet verlangd kan worden of een bouwwerk volledig in verval is geraakt en herbouw in de oorspronkelijk staat redelijkerwijs financieel niet verlangd kan worden.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmings-/aanduidingsvlak met/binnen de bestemming 'Wonen' zijn de regels van artikel 30 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voorts worden de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 gewijzigd dan wel aangevuld zoals hierna is aangegeven. Behoudens onderstaande wijziging blijven de overige regels van artikel 30 ongewijzigd van toepassing.
In artikellid 30.1. worden in de tabel onder i de volgende activiteiten toegevoegd:
Peebos 7 - Opende | koffie-/theetuin met bijbehorende voorzieningen ten behoeve van de verkoop van thee, koffie, frisdrank, ijs en licht alcoholische dranken | bestaand |
Provinciale weg 131 - Doezum | garagebedrijf met uitstallingen en verkoop van auto's | aanduiding 'garage' |
Jouwer 12 - Sebaldeburen | timmerbedrijf | bestaand |
In artikellid 30.1. wordt het volgende sublid k toegevoegd:
k. ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek", de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van de gebouwen wordt nagestreefd, zoals die per adres zijn beschreven in bijlage 1 bij de toelichting.
In artikellid 30.2. wordt onder 30.2.1. het volgende toegevoegd:
Ter plaats van de aanduiding "karakteristiek" gelden de volgende bouwregels:
In artikellid 30.2 wordt onder 30.2.2. in sub a de naam van de aanduiding:
In artikellid 30.2 wordt onder 30.2.2. sub h verwijderd en vervangen door de volgende subleden h en i:
h. in afwijking van het bepaalde onder c tot en met f geldt, indien een grotere oppervlakte, een hogere goothoogte, een hogere bouwhoogte of een andere dakhelling aanwezig is op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan voor hoofdgebouwen die niet zijn genoemd in Bijlage 1 Lijst niet-karakteristieke panden, dat deze oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte of dakhelling voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw als maximale oppervlakte, maximale goothoogte, maximale bouwhoogte en minimale of maximale dakhelling geldt;
i. in afwijking van het bepaalde onder c tot en met f geldt voor hoofdgebouwen genoemd in Bijlage 1 Lijst niet-karakteristieke panden, dat de bestaande oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte, kapvorm of dakhelling voor dat hoofdgebouw en voor uitbreidingen van dat hoofdgebouw als oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte, kapvorm en dakhelling geldt.
In artikellid 30.3. wordt een nieuw sublid 30.3.2. toegevoegd teneinde specifieke nadere eisen te kunnen stellen aan niet-karakteristieke panden. Het bestaande 30.3.2. wordt vernummerd naar 30.3.3.:
Burgemeester en wethouders kunnen bij her- of verbouw nadere eisen stellen aan de plaats, de afmetingen en de kapvorm van een hoofdgebouw, genoemd in 30.2.2. onder i, ter bescherming van de kenmerkende streekeigen bouwstijl van het betreffende hoofdgebouw en de landschappelijke inpassing daarvan.
In artikellid 30.4. worden onder 30.4.1. de volgende subleden i en j toegevoegd:
i. 30.2.2. onder i in die zin dat mag worden afgeweken van de bestaande maatvoeringen en de bestaande kapvorm van een hoofdgebouw, mits:
a. de overige bouwregels van 30.2.2. van overeenkomstige toepassing zijn;
b. er vanuit architectonisch oogpunt een versterking van de ruimtelijke kwaliteit en het streekeigen omgevingsbeeld wordt bewerkstelligd;
c. advies wordt ingewonnen bij een onafhankelijk deskundige op het gebied van stedenbouw en landschap;
j. 30.2.1. in die zin dat in ondergeschikte mate wordt afgeweken van de bestaande maatvoeringen en gevelindeling van de karakteristieke hoofdvorm, mits:
Het huidige artikellid 30.6. Sloopvergunning komt te vervallen en wordt vervangen door het volgende nieuwe artikellid 30.6.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het in 30.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen.
De omgevingsvergunning kan worden verleend, mits:
In artikellid 30.7. wordt onder 30.7.1. de volgende wijzigingsbevoegdheid toegevoegd:
Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'karakteristiek' verwijderen indien en voorzover het bouwwerk teniet is gegaan door een calamiteit en herbouw in de oorspronkelijke staat redelijkerwijs niet verlangd kan worden of een bouwwerk volledig in verval is geraakt en herbouw in de oorspronkelijk staat redelijkerwijs financieel niet verlangd kan worden. Er moet advies worden ingewonnen bij een onafhankelijk deskundige op het gebied van stedebouw en landschap.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Leiding - Gas' zijn de regels van artikel 32 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Deze bestemming is nieuw toegevoegd.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is in het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige of verwachte archeologische waarden, een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 24.4.1 (34.4.1.) is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
De genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Voor zover de in lid 24.4.1 (34.4.1.) genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden kunnen leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 24.4.1 (34.2.1.), indien aan de vergunning één, of een combinatie, van de volgende voorschriften worden verbonden:
Het in lid 24.4.1 (34.4.1.) gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
De in lid 24.4.2 (34.4.2.) genoemde uitzonderingsregels gelden niet indien in de periode van 24 maanden voor de datum van voorgenomen werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden een uitzonderingsregel van toepassing is geweest op aangrenzende terreinen of terreinen op een afstand van minder dan 25 meter van het onderhavige terrein.
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 24.4.1 (34.4.1.) winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' wordt verwijderd:
Deze bestemming is nieuw toegevoegd.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is in het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige of verwachte archeologische waarden, een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 25.4.1 (34a.4.1.) is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
De genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Voor zover de in lid 25.4.1 (34a.4.1.) genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden kunnen leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 25.4.1 (34a.2.1.), indien aan de vergunning één, of een combinatie, van de volgende voorschriften worden verbonden:
Het in lid 25.4.1 (34a.4.1.) gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
De in lid 25.4.2 (34a.4.2.) genoemde uitzonderingsregels gelden niet indien in de periode van 24 maanden voor de datum van voorgenomen werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden een uitzonderingsregel van toepassing is geweest op aangrenzende terreinen of terreinen op een afstand van minder dan 25 meter van het onderhavige terrein.
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 25.4.1 (34a.4.1.) winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
Deze bestemming is nieuw toegevoegd.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is in het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige of verwachte archeologische waarden, een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 26.4.1 (34b.4.1.) is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
De genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Voor zover de in lid 26.4.1 (34b.4.1.) genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden kunnen leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 26.4.1 (34b.2.1.), indien aan de vergunning één, of een combinatie, van de volgende voorschriften worden verbonden:
Het in lid 26.4.1 (34b.4.1.) gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
De in lid 26.4.2 (34b.4.2.) genoemde uitzonderingsregels gelden niet indien in de periode van 24 maanden voor de datum van voorgenomen werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden een uitzonderingsregel van toepassing is geweest op aangrenzende terreinen of terreinen op een afstand van minder dan 25 meter van het onderhavige terrein.
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 26.4.1 (34b.4.1.) winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
Deze bestemming is nieuw toegevoegd.
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 6' wordt verwijderd, indien uit deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen sprake is van behoudenswaardige archeologische waarden.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Waarde - Besloten gebied' zijn de regels van artikel 35 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Waarde - Reliëf' zijn de regels van artikel 40 van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In artikel 43 wordt het volgende lid 43.7. toegevoegd:
Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen geldt dat:
a. het oprichten van een bouwwerk ten behoeve van een geurgevoelige functie niet is toegestaan indien de afstand tot het emissiepunt van een dierenverblijf bij een agrarisch bedrijf zoals die bestond op 19 september 2010 minder dan 25 m bedraagt, tenzij er ter plaatse al sprake is van een geurgevoelige functie dichter bij het emissiepunt;
b. het oprichten van een bouwwerken ten behoeve van een geurgevoelige functie indien de afstand tot het emissiepunt van een dierenverblijf bij een agrarisch bedrijf zoals die is gebouwd na 19 september 2010 minder dan 50 m bedraagt, tenzij er ter plaatse al sprake is van een geurgevoelige functie dichter bij het emissiepunt.
Aan de Algemene gebruiksregels van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 worden de volgende regels toegevoegd.
De regels zoals opgenomen in lid 32.2 gelden voor alle bestemmingen waarbinnen bed and breakfast is toegestaan in de bedrijfswoningen, woonhuizen en aangebouwde bedrijfsgebouwen en bijgebouwen.
In lid 44.1. worden de volgende subleden j en k toegevoegd:
j. het gebruik of laten gebruiken van bouwwerken ten behoeve van een geurgevoelige functie indien de afstand tot het emissiepunt van een dierenverblijf bij een agrarisch bedrijf, manege en paardenhouderij zoals die bestond op 19 september 2010 minder dan 25 m bedraagt, tenzij er sprake is van een bestaande situatie, in welk geval de bestaande situatie is toegestaan;
k. het gebruik of laten gebruiken van bouwwerken ten behoeve van een geurgevoelige functie indien de afstand tot het emissiepunt van een dierenverblijf bij een agrarisch bedrijf, manege en paardenhouderij zoals die is gebouwd na 19 september 2010 minder dan 50 m bedraagt, tenzij er sprake is van een bestaande situatie, in welk geval de bestaande situatie is toegestaan.
In 44.2. wordt het volgende sublid f toegevoegd:
f. het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van bestaande paardenbakken ten behoeve van het eigen hobbymatig gebruik binnen de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Natuur', 'Bos', 'Natuur' en 'Natuur - Agrarisch', met een oppervlakte van ten hoogste 1000 m² bij een perceel kleiner dan 1 ha, of ten hoogste 1400 m² bij een perceel gelijk aan of groter dan 1 ha, en waarbij de afstand tot een naburige woning ten minste 10 meter bedraagt.
Na 44.2. wordt het volgende lid 44.3. Afwijking van de gebruiksregels toegevoegd. De bestaande leden 44.3., 44.4. en 44.5. worden vernummerd naar 44.4., 44.5. en 44.6.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 44.1. onder h in die zin dat bestaande vrijstaande bijgebouwen bij woonhuizen en bij bedrijfswoningen worden gebruikt voor bed & breakfast, met dien verstande dat:
Aan de Algemene aanduidingsregels van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 worden de volgende regels toegevoegd.
De voor 'geluidzone - industrie (45.5.)' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidbelasting van geluidgevoelige objecten vanwege geluidzoneringsplichtige inrichtingen op omliggende industrieterreinen.
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze gebiedsaanduiding wordt in ieder geval gerekend:
Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een aanduidingsvlak met de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' zijn de regels van artikel 45.2. van het bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 1 juni 2010 in samenhang met de regels van deze herziening van toepassing.
De voor 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen (45.4.)' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor het tegengaan van de bouw van nieuwe objecten en het gebruik van bestaande objecten ten behoeve van minder zelfredzame personen.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, gelden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen (45.4.)’ de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze gebiedsaanduiding wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
In artikellid 46.1. worden onder 46.1.1. sub i de volgende wijzigingen aangebracht:
In 46.1.1. sub i onder 1 wordt in de tekst achter de 2e bullet eerste streepje na het woord 'bouwperceel' de volgende tekst toegevoegd:
(ook bouwpercelen voor woningen die gesitueerd zijn in de bestemmingsplangebieden voor de dorpen)In 46.1.1. sub i onder 1 wordt aan de tekst achter de 2e bullet tweede streepje de volgende zinsnede toegevoegd:
'tenzij sprake is van een situatie waarin geen overlast wordt veroorzaakt en/of geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving in welke gevallen de afstand meer dan 25 m mag bedragen'.
In 46.1.1. sub i onder 1 komt de tekst achter de vierde bullet te vervallen.
In 46.1.1. sub i onder 2 komt de tekst achter de 2e bullet te vervallen en wordt vervangen door de volgende tekst:
In artikellid 46.1. komt onder 46.1.1. sub l het toetsingscriterium onder 2 te vervallen en wordt vervangen door:
2. de gezamenlijke grondoppervlakte van de aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het hoofdgebouw of de bedrijfswoning.
In artikellid 46.2. wordt onder 46.2.1. het volgende toetsingscriterium onder f toegevoegd:
f. de mate waarin de belangen van agrarische bedrijven kunnen worden geschaad, in zoverre dat het gebruik van gebouwen ten behoeve van geurgevoelige functies uitsluitend wordt toegelaten, indien:
In artikellid 46.2. wordt onder 46.2.1. voorts het volgende toetsingskader toegevoegd:
Afwijkingsbevoegdheden die per saldo leiden tot een significante aantasting van de in bijlage 16 van de Omgevingsverordening provincie Groningen van 24 september 2014 beschreven wezenlijke kenmerken en waarden van de ecologische hoofdstructuur deel uitmakende gronden worden niet toegepast, tenzij:
In artikellid 47.2. wordt onder 47.2.1. het volgende toetsingskader toegevoegd:
Ontheffingsbevoegdheden die per saldo leiden tot een significante aantasting van de in bijlage 16 van de Omgevingsverordening provincie Groningen van 24 september 2014 beschreven wezenlijke kenmerken en waarden van de ecologische hoofdstructuur deel uitmakende gronden worden niet toegepast, tenzij:
In de tabel komt de naam dhr. P. Bosklopper te vervallen en wordt vervangen door Autobedrijf (P.) Bosklopper.
Aan de tabel wordt de volgende omschrijving toegevoegd:
Ipo Haaimaweg Grootegast, kadastraal perceel gemeente Grootegast, sectie L, nummer 179 | luchthaven | dhr. J.F. Boersema of diens rechtsopvolger |
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
Regels deel uitmakende van het
bestemmingsplan Buitengebied Grootegast 2010 - Gedeeltelijke herziening 2014 van de gemeente Grootegast
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 21 maart 2017.