direct naar inhoud van Artikel 29 Water
Plan: Buitengebied Grootegast
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0015.BPBG09BEHE1-VA01

Artikel 29 Water

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Water ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kanalen, vaarten, plassen, waterbergingen, watergangen, voorzieningen voor het keren en beheersen van water en andere waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • b. oeverstroken;
  • c. de recreatie- en beroepsvaart;
  • d. extensief recreatief medegebruik;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' voor woonschepen, waarbij geldt dat indien op de plankaart geen aantal is opgenomen 1 woonschip is toegestaan en dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal eenheden' maximaal het op de plankaart aantal woonschepen is toegestaan;

met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en voorzieningen, zoals bruggen, dammen, duikers, stuwen, sluizen en beschoeiingen.

29.2 Bouwregels

Op de voor ' Water ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

29.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van scheepvaarttekens, bruggen, sluizen en daarmee gelijk te stellen kunstwerken niet meer mag bedragen dan 15 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde niet meer mag bedragen dan 2,5 m;
  • c. de bouw van aanlegsteigers en vissteigers niet is toegestaan.
29.3 Ontheffing van de bouwregels
29.3.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 29.2.1 onder c ten behoeve van de bouw van aanlegsteigers, mits:

  • a. de lengte van de aanlegsteiger, gemeten evenwijdig aan de oever, niet meer dan 20 m bedraagt;
  • b. de breedte van de aanlegsteiger, gemeten haaks op de oever, niet meer dan 2 m bedraagt;
  • c. geen gevaar ontstaat voor de recreatie- en beroepsvaart.
29.3.2 Afwegingskader

Bij toepassing van de ontheffingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 46.2 Afwegingskader ontheffing .

29.3.3 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in 48.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

29.4 Specifieke gebruiksregel

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend het aanleggen of laten aanleggen van woonschepen, behalve ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats'.