Plan: | Bestemmingsplan Meerstad-Midden West |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP568MeerstadMidW-vg01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Meerstad-Midden West met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP568MeerstadMidW-vg01 van de gemeente Groningen
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen
het beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en/ of de daarbij behorende aan-, uit- en bijgebouwen kan worden uitgeoefend, mits:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft
een bijgebouw dat is aangebouwd aan een hoofdgebouw, een aan- of uitbouw van dat hoofdgebouw of een ander aangebouwd bijgebouw bij dat hoofdgebouw
gebouwde of ongebouwde voorzieningen en functies, die een onderdeel vormen van en ondergeschikt zijn aan een bestemming of functie, hieronder onder meer begrepen ontsluitingsstructuren
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het houden van dieren en/of het telen van gewassen, uitgezonderd maneges, kwekerijen, boomkwekerijen, houtteelt en bosbouw
een niet-industrieel bedrijf uitsluitend of overwegend gericht op het verrichten van werkzaamheden voor de levering, opslag of verwerking van goederen en/of de levering van diensten, uitsluitend of overwegend ten behoeve van agrarische bedrijven, zoals loonwerkbedrijven, bedrijven ter onderhoud en reparatie van landbouwmachines en landbouwwerktuigen en fouragehandels
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd
een binnen een bestemming in de bouwregels nader onderscheiden bebouwingssoort, bijvoorbeeld bedrijfsgebouwen, aangebouwde bedrijfswoningen, aanbouwen, vrijstaande bijgebouwen etc
elke vorm van activiteit of organisatie waarbij of waarin personen voor zichzelf, voor derden of in dienst van derden, structureel en/of met een zekere regelmaat inkomensvormende activiteiten verrichten of activiteiten die in de regel inkomensvormend zijn, ongeacht of dit gebeurt binnen een private, publieke, commerciële, maatschappelijke of anders gerichte organisatie, ongeacht of de activiteiten al dan niet in loondienst worden verricht en ongeacht of daarmee een volledig inkomen wordt verworven. Als één bedrijf kunnen worden aangemerkt meerdere op één locatie gehuisveste bedrijven die functioneel en organisatorisch zeer nauw verbonden zijn en die zich ruimtelijk gezien als één geheel manifesteren
een gebouw, dat hoofdzakelijk dient voor de uitoefening van een bedrijf, met inbegrip van een eventuele in dat gebouw ingebouwde bedrijfswoning
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is
bouwwerken die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan
gebruik dat bestaat ten tijde van het van kracht worden van de betreffende gebruiksbepaling
bestaand bouwwerk of bestaand gebruik dat in overeenstemming was met het voor de inwerkingtreding van dit plan geldende plan, inbegrepen het overgangsrecht van dat plan, en dat in strijd is met dit plan; dan wel bouwwerken die bestonden op 1 mei 2000
de grens van een bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; en dat behoort bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw
een bedrijfsactiviteit gericht op het voortbrengen van beplantingsgewassen, zoals bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, vruchtbomen, rozenstruiken, sierconiferen, overige sierheesters, een en ander in de vorm van vollegrondsteelt dan wel containerteelt
het ontwikkelen c.q. permanent in stand houden van een min of meer natuurlijke levensgemeenschap van planten en dieren, waarin boomvormende soorten aspect-bepalend zijn, met een oppervlakte van groter dan 10 are
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk
de grens van een bouwvlak
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, kapverdieping en dakopbouw ten behoeve van technische voorzieningen
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten
de grens van een bouwperceel
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond
een kampeermiddel op wielen, geen kampeerauto zijnde, dat, zonder te worden uiteengenomen of gesplitst in meerdere delen, in zijn geheel op zijn eigen wielen verplaatst kan worden
grasland en akkerbouwgronden, met uitzondering van kwekerijen, boomkwekerijen, houtteelt en bosbouw
het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning zonder dat er een overnachting elders mee gepaard gaat
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of een overkapping
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit
een woning waarvan de drijvende fundering door middel van een sputpaal of andere verbinding vast is verankerd met de waterbodem of de wal en die daardoor niet horizontaal over het water kan worden verplaatst, zodanig dat sprake is van een omgevingsvergunningplichtig bouwwerk
het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw
een vermaaksfunctie, die is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal
de voorzieningen die minimaal nodig zijn om een woning zelfstandig te kunnen bewonen: een privé woon- en/of slaapvertrek, een keuken of kookhoek, een toilet en een bad- en/of douchegelegenheid
voor publiek toegankelijke verrichting op, in ieder geval, het gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning sport of vermaak, alsmede grootschalige herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, filmopnamen en feesten
een (extensief) dagrecreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, het gebruik van een vissteiger of een picknickplaats of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt
de oorspronkelijke vloeroppervlakte binnen de bouwmuren bepaald volgens NEN 2580 met dien verstande dat daarbij aangebouwde bergingen, garages en andere niet voor bewoning geschikte ruimtes niet worden meegeteld
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg
woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en elk ander gebouw waar gedurende een langere periode van de dag mensen verblijven
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld
een gebouw of bouwwerk dat nog niet is opgericht of een terrein waarvan een functie nog niet is gerealiseerd, terwijl dat bouwwerk of die functie ingevolge een vigerend bestemmingsplan, uitwerkingsplan, wijzigingsplan of een verleende vrijstelling had kunnen worden gerealiseerd
een gebonden verharding zoals asfalt en gestort beton, niet bestaande uit afzonderlijk opneembare elementen (klinkers, betonplaten, grind)
bouwwerken, geen gebouw zijnde
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt
geluidgevoelig gebouw
geluidgevoelige functies en/of objecten van verblijfsrecreatie
hindergevoelige gebouwen en/of hindergevoelige functies
een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde
en die in een concreet geval is vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder voor of bij de vaststelling van het plan, een wijzigingsplan of een uitwerkingsplan
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
de plaats waar een persoon gedurende een jaar het merendeel van de nachten doorbrengt en waar het sociale leven van deze persoon zich afspeelt
horecabedrijven gericht op het verstrekken van etenswaren, in hoofdzaak voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken zoals cafetaria's, snackbars, lunchrooms, grillrooms, shoarmazaken, broodjeszaken en daarmee vergelijkbare horecabedrijven
horecabedrijven gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken, zoals restaurants, bistro's en daarmee vergelijkbare horecabedrijven
horecabedrijven gericht op het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met eventueel daaraan ondergeschikt het verstrekken van etenswaren of maaltijden voor gebruik ter plaatse, zoals (eet)cafés, met uitzondering van discotheken en nachtclubs
horecabedrijven gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend elektrisch versterkte muziek of het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen, zoals discotheken, alsmede horecabedrijven gericht op het verstrekken van dranken en kleine etenswaren voor gebruik ter plaatse, ook tussen 02.00 en 06.00 uur, zoals nachtclubs en automatieken
horecabedrijven gericht op het verstrekken van logies met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, zoals hotels en pensions
een bedrijf of instelling, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie
het bedrijfsmatig voortbrengen van hout en bosproducten op gronden die hiervoor tijdelijk (maximaal 40 jaar) worden gebruikt
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; daaronder niet begrepen kamerverhuur
huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning
een ligzone met meer voorzieningen dan die nodig zijn om te kunnen aanleggen en aanmeren en de toegang tot de vaartuigen te regelen, bijvoorbeeld sanitair, werfactiviteiten, stallingsmogelijkheden of een beperkte horecafunctie
niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering die is gericht op het houden van dieren, zoals rundveemesterij (met uitzondering van vetweiderij), varkens-, vleeskalver-, pluimvee- of pelsdierhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen
een faciliteit gericht op het verschaffen van ligplaatsen aan meerdere vaartuigen, met meer voorzieningen dan die nodig zijn om te kunnen aanleggen en aanmeren en de toegang tot de vaartuigen te regelen, bijvoorbeeld sanitair, werfactiviteiten, stallingsmogelijkheden of een beperkte horecafunctie
ruimte(n) in een (deel van een) gebouw die geschikt is (zijn) of geschikt te maken is (zijn) voor (nacht)verblijf, niet zijnde een logiesfunctie als bedoeld in het Bouwbesluit of niet zijnde een (zelfstandige) woonruimte als bedoeld in de Huisvestingswet, ongeacht de duur van het verblijf en al dan niet tegen betaling
een gebouw of een deel van een gebouw, niet zijnde een meervoudige woning of een logiesgebouw, met vier of meer woonvertrekken bedoeld voor de huisvesting van verschillende personen die ieder voor zich een zelfstandige huishouding voeren en essentiële woonvoorzieningen delen
een tent, tentwagen, kampeerauto of (sta)caravan, of enig ander onderkomen, voertuig, gewezen voertuig of gedeelte daarvan, allen voor zover zij geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; tot een kampeermiddel wordt ook gerekend een bijzettentje bij het kampeermiddel
een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige, financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een publiekgerichte baliefunctie
een door tenminste één hellend dakvlak begrensd dak dat meer dan 50% van de bovenste vloerlaag van de onderliggende verdieping omvat
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten
bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend
de in de voorgevel van een gebouw gemeten pandbreedte dan wel de maat van de verticale geleding van de voorgevel van een gebouw, afgeleid van de gemiddelde pandbreedte in de straatwand
een bedrijfsactiviteit gericht op het voortbrengen van een of meer soorten gewassen door middel van vollegrondsteelt, containerteelt en/of anderszins, waarbij per geteelde gewassoort een beperkte oppervlakte geteeld wordt en waarbij gewasbewerkingen en oogstwerkzaamheden slechts in beperkte mate gemechaniseerd worden uitgevoerd
een waterstructuur of een zone met daarin een waterstructuur, dienende ter voorkoming van wateroverlast door kwel vanwege een oppervlaktewater in een vanaf dat oppervlaktewater achter de kwelvoorziening gelegen gebied, en ter bevordering van de waterkwaliteit
een plaats in het water, die door een woonschip, een bedrijfs-, recreatie- of beroepsvaartuig voor een langere periode wordt ingenomen ten behoeve van een gebruik ter plaatse of waar het vaartuig (gewoonlijk) wordt gestald gedurende de periode dat het niet wordt gebruikt voor deelname aan het vaarverkeer
een faciliteit gericht op het verschaffen van ligplaatsen aan meerdere vaartuigen, met alleen die voorzieningen die nodig zijn om te kunnen aanleggen en aanmeren en de toegang tot de vaartuigen te regelen, zoals steigers, meerpalen en dergelijke. Onder een ligplaatszone worden niet begrepen ligplaatsen voor ten hoogste één recreatievaartuig bij een woning of een bedrijf, met daarbij een tweede ligplaats voor een open boot of kano met een lengte van maximaal 5 meter. Onder een ligplaatszone wordt evenmin begrepen een jachthaven
een faciliteit gericht op het verschaffen van ligplaatsen aan meerdere vaartuigen. Hieronder worden niet begrepen ligplaatsen behorende bij en op of direct grenzend aan het perceel van een woning of een bedrijf, voor zover er op of bij dat perceel ten hoogste één ligplaats voor een recreatievaartuig is met daarbij desgewenst een tweede ligplaats voor een open boot of kano met een lengte van maximaal 5 meter
het verstrekken van gelegenheid tot overnachting met ontbijt als toeristisch-recreatieve voorziening in een woning en ondergeschikt aan de woonfunctie
het geheel van diensten die de overheden aan hun burgers leveren, alsmede het verlenen van maatschappelijke diensten, medische dienstverlening, psychosociale zorg, onderwijs, kinderdagopvang, sociaal-culturele voorzieningen, voorzieningen van levensbeschouwelijke aard, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en speelterreinen, evenwel met uitzondering van een seksinrichting
een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een maatvoeringsvlak
een op de verbeelding geheel of gedeeltelijk door maatvoeringsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waarop bebouwingsregelingen van eenzelfde aard van toepassing zijn
een bedrijfsactiviteit in hoofdzaak gericht op (het bieden van gelegenheid tot) recreatief en/of educatief gebruik van paarden en/of op het stallen van paarden voor derden
zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie
een geschakelde, zelfstandige wooneenheid met inpandige verbinding voor ouderen of mensen met een beperking en hun familie waarbij de familie mantelzorg verleent
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt
de incidentele, tijdelijke opvang van al dan niet gebiedsvreemd water in het plangebied door verhoging van het meerpeil met ten hoogste 50 centimeter teneinde wateroverlast of overstroming in het plangebied of elders te voorkomen
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven peil is gelegen
een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie, maar indien dat in de bestemmingsomschrijving niet expliciet is aangegeven aan die functie niet ten dienste hoeft te staan c.q. daar functioneel mee verbonden hoeft te zijn
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een voor mensen toegankelijke oppervlakte overdekt
de bouwperceelgrens
een horizontale afdekking of een afdekking onder een hoek van maximaal 5 graden met het horizontale vlak
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding
bouwwerk of werk opgericht en/of in stand gehouden met het doel te functioneren als of als drager van reclame-uitingen
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve medegebruik is toegestaan
een figuur dat twee afzonderlijk weergegeven delen van een bouwvlak met elkaar verbindt, zodanig dat voor toepassing van de regels sprake is van één bouwvlak
de oppervlakte van het gedeelte van een krachtens de plankaart of een voorschrift toegelaten bebouwd oppervlak voor een bebouwingssoort, voorzover dat toegelaten oppervlak nog niet door aanwezige bebouwing van die soort is ingenomen
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de opslag van goederen
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten
de op of bij de weg behorende bouwwerken, zoals verkeersborden, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verkeersgeleiders, parkeermeters, informatie- en reclameborden, zitbanken, bloem- en plantenbakken, afvalbakken, rijwielstandaards, kunstobjecten, gedenktekens en hiermee naar aard en omvang vergelijkbare bouwwerken
een evenement dat vanwege duur, frequentie, aard en/of omvang niet past binnen de ter plaatse geldende bestemming(en)
een met een zekere regelmaat of in een bepaald patroon terugkerend evenement
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw
de verbeelding van het bestemmingsplan Meerstad-Midden West, met het identificatienummer NL.IMRO.0014.BP568MeerstadMidW-vg01
het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij tenminste één overnachting wordt gemaakt, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen
een gebouw dat in zijn geheel of in delen verplaatsbaar is, met inbegrip van direct of indirect daaraan verbonden ondergeschikte aanbouwtjes, luifels en soortgelijke bouwwerken, ook als deze op zich niet verplaatsbaar zijn
gedeelte van het erf voor de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder
een drijvende woning of een woning die is gebouwd in het water en rondom door water wordt omgeven
een werk, geen bouwwerk zijnde
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden
het wonen in combinatie met aan de woonfunctie ondergeschikte kantoor- en werkfuncties in de vorm van aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat, en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd
een schip, niet zijnde een drijvende woning, uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebruikt of tot woning bestemd
voor permanente bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst
het verlenen van diensten, al dan niet in een kantoorgebouw, op administratief, financieel en juridisch gebied, alsmede op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie, de verhuur en handel in onroerend goed, architecten-, onderzoeks-, marketing-, uitzend- en beveiligingsbureaus en daarmee naar de aard vergelijkbare vormen van dienstverlening
de kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woondoeleinden geschikte eenheid van gebruik die in functioneel opzicht zelfstandig is
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevelvlakken en / of de buitenkant dakoverstek en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsmurenmaten buitenwerks, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 1 meter buiten beschouwing blijven
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen
de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen
de hoogte tussen de bovenkanten van boven elkaar gelegen vloeren, of tussen bovenkant vloer en vlakke afdekking, welke hoogte niet meer mag bedragen dan in de bouwregels is bepaald
tussen de (zijdelingse) grenzen van een bouwperceel en enig punt van een op dat bouwperceel voorkomend gebouw, waar die afstand het kortst is, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 1 meter buiten beschouwing blijven
Voor zover op de verbeelding niet anders is aangegeven, wordt de vaststelling van afmetingen bepaald door middel van meting op de kaart, met dien verstande dat:
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende verhardingen, tuinen, erven en additionele voorzieningen.
Gebouwsoort | Maximum oppervlakte (m2) | Maximale goothoogte (m) |
Maximale bouw- hoogte (m) |
Minimale dakhelling (graden) | Afstand tot voorgevel hoofdgebouw en verlengde daarvan (m) | Afstand tot zijdelingse perceelgrens (m) |
Kassen | 200 | 4 | 7 | |||
Aangebouwde bedrijfswoning | 200 | 5,75 | 14 | 35 | ||
Vrijstaande bedrijfswoning | 200 | 3,75 | 9 | 35 | ||
Aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen | 50, of indien de nog resterende bebouwingsruimte voor de bedrijfswoning groter is dan 50, de resterende bebouwingsruimte | 3 | 6 | 3 | ||
Vrij- staande bijge- bouwen |
50 | 3 | 6 | 3 | ||
Over- kappingen |
400 | 5,5 | ||||
Overige gebouwen | 3.500 | 4,5 | 14 | 15 | 5 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Functie van een bouwwerk |
Toegestaan buiten bouwvlak? |
Maximale oppervlakte (m²) |
Maximale bouwhoogte (m) | ||||||
Per bouwwerk | gezamenlijk | Binnen bouwvlak | Buiten bouwvlak | ||||||
mestsilo's (inclusief afdekking) | nee | 750 m² | 7,50 | ||||||
sleufsilo's | nee | 2 | |||||||
overige silo's | nee | 25 m² | 7,50 | ||||||
erf- en terrein afscheidingen |
ja | 2 | 1,50 | ||||||
palen en masten m.u.v. reclameobjecten | nee | 9 | |||||||
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | nee | 5 |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Afwijken van de regels met toepassing van lid 3.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan het gebruik van een deel van de bedrijfsgebouwen voor ambachtelijk bedrijf, agrarisch dienstverlenend bedrijf, de verkoop van agrarische producten en/of berging van caravans en boten c.q. opslagdoeleinden, mits de agrarische functie de hoofdfunctie van de gezamenlijke bedrijfsgebouwen op het betreffende perceel blijft.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Agrarisch' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen', mits:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Gebouwsoort | Maximum oppervlakte (m2) | Maximale goothoogte (m) | Maximale bouwhoogte (m) | Minimale dakhelling (graden) | Afstand tot voorgevel hoofdgebouw en verlengde daarvan (m) | Afstand tot zijdelingse perceelgrens (m) |
Aange- bouwde bedrijfs woning |
200 | 5,75 | 14 | 35 | ||
Vrijstaande bedrijfs woning |
300 | 3,75 | 9 | 35 | ||
Aan- en uitbouwen en aange- bouwde bijgebouwen |
50, of indien de nog resterende bebouwingsruimte voor de bedrijfswoning groter is dan 50, de resterende bebouwingsruimte | 3 | 6 | 3 | ||
Over- kappingen |
100 | 5 | ||||
Overige gebouwen | 950 | 5,5 | 14 | 15 | 5 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder e voor het vergroten van de maximum goothoogte van een hoofdgebouw tot maximaal 6 meter.
Afwijken van de regels met toepassing van lid 4.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Bedrijf' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen', mits de bedrijfsfunctie ter plaatse is beëindigd en geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Bedrijf - Delfstoffenexploitatiegebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.3 onder a en toestaan dat de bouwhoogte wordt verhoogd tot maximaal 4 meter.
Afwijken van de regels met toepassing van lid 6.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende tuinen, erven en additionele voorzieningen.
Goothoogte (m) | Bouwhoogte (m) | Dakhelling (graden) | |
3 | 10 | min 30º en max 60º |
Voor het bouwen van aan-en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de in het schema vermelde maten. Als een tabelvak leeg is is de betreffende regel niet van toepassing.
Maximum oppervlakte (m2) | Maximum goothoogte (m) | Maximum bouwhoogte (m) | Afstand achter de voorgevel van een hoofdgebouw en het verlengde daarvan (m) | ||||
Aan-, uit- en bijbouwen | 100 | 3,5, goothoogte aanbouw is maximaal de bouwhoogte van de begane grondverdieping van het hoofdgebouw + 0,2 meter | 6, bouwhoogte aanbouw is maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw | 3 | |||
Over- kappingen |
100 | 3,5 | 3 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Afwijken van de regels met toepassing van lid 7.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende tuinen, erven en additionele voorzieningen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.1 voor het gebruik van gebouwen voor dienstverlening, maatschappelijke dienstverlening of zakelijke dienstverlening mits:
De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende additionele voorzieningen, zoals een tewaterlaatplaats voor boten.
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde doeleinden.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.2 onder a ten behoeve van een schuilstal.
Afwijken van de regels met toepassing van lid 9.3.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende additionele voorzieningen.
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 10.1 genoemde doeleinden.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen.
De voor 'Groen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.1 onder b en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:
Afwijken van de regels met toepassing van lid 12.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende additionele voorzieningen.
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan ten behoeve van de in lid 13.1 genoemde doeleinden.
Op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen van openbaar nut en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken tot een maximale inhoud van 200 m³ worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 5 meter.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende additionele voorzieningen.
Gebouw- soort |
Maximum oppervlakte (m2) | Maximale goothoogte (m) | Maximale bouwhoogte (m) | Minimale dakhelling (graden) | Afstand tot voorgevel hoofdgebouw en verlengde daarvan (m) | Afstand tot zijdelingse perceelgrens (m) |
Aange- bouwde bedrijfs- woning |
200 | 5,75 | 14 | 35 | ||
Vrijstaande bedrijfs- woning |
300 | 3,75 | 9 | 35 | ||
Aan- en uitbouwen en aange- bouwde bijgebouwen |
50, of indien de nog resterende bebouwingsruimte voor de bedrijfswoning groter is dan 50, de resterende bebouwingsruimte | 3 | 6 | 3 | ||
Overkappingen | 200 | 5 | ||||
Overige gebouwen | - | 4,5 | 14 | 15 | 5 | |
Alle gebouwen gezamenlijk | 2.500 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Functie van een bouwwerk | Maximale oppervlakte (m²) | Maximale bouwhoogte (m) | ||
Per bouwwerk | gezamenlijk | Binnen bouwvlak | Buiten bouwvlak | |
mestsilo's (inclusief afdekking) | 300 | 7,50 | ||
sleufsilo's | 2 | |||
overige silo's | 30 | 30 | 10 | |
erf- en terrein- afscheidingen |
2 | 1,5 | ||
palen en masten m.u.v. reclameobjecten | 9 | 6 | ||
overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde | 5 | 5 |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Afwijken van de regels met toepassing van lid 14.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende additionele voorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, verkeersvoorzieningen en geluidwerende voorzieningen.
Het aantal rijbanen van de wegen bedraagt met uitzondering van voorsorteervakken maximaal twee.
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 15.1 genoemde doeleinden.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 10 meter mag bedragen.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende additionele voorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, verkeersvoorzieningen en geluidwerende voorzieningen.
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde doeleinden.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte maximaal 10 meter mag bedragen.
De voor 'Water - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende additionele voorzieningen, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 17.1 genoemde doeleinden.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Water - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende additionele voorzieningen, waaronder bruggen, dammen en/of duikers, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'brug' een fiets-/voetgangersbrug kan worden gerealiseerd.
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 18.1 genoemde doeleinden.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Water - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 19.1 genoemde doeleinden.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Afwijken van de regels met toepassing van lid 19.3.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.4 onder b voor het deels gebruiken van een terras binnen de bestemming 'Water - 3' mits de openheid en een ruime doorvaart kan worden gegarandeerd tussen verschillende bebouwing/terrassen en/of oevers, ter plaatse van de gronden grenzend aan de bestemming 'Gemengd - 2'.
Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 19.5.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Gebouwsoort | Maximum oppervlakte (m2) | Maximale goothoogte (m) | Maximale bouwhoogte (m) | Minimale dakhelling (graden) | Afstand tot voorgevel hoofdgebouw en verlengde daarvan (m) |
Hoofdgebouw | 200 | 3,5 | 8 | 35 | |
Aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen | 50, of indien de nog resterende bebouwingsruimte voor het hoofdgebouw groter is dan 50, de resterende bebouwingsruimte | 3 | 6 | 3 | |
Vrijstaande bijgebouwen | bouwpercelen < 2.000 m2: 75 bouwpercelen >= 2000 m2: 100 |
3 | 6 | 3 | |
Overkappingen | 100 | 5 | 0 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Afwijken van de regels met toepassing van lid 20.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Maximum bebouwingspercentage (%) * | Maximum oppervlakte hoofdgebouw (m2) | Minimale afstand van voorgevels van hoofdgebouwen tot de perceelgrens (m) |
Minimale afstand van voorgevels van hoofdgebouwen tot de bestemmings- grens (m) |
|
Woningtype | ||||
Vrijstaand | 30 | 200 | 5 | |
Twee-aaneen | 45 | 150 | 5 | |
Rijwoning | 55 | 100 | 3 | |
Appartementen- gebouw, ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' |
55 | 3 | ||
Aanduiding | ||||
'haven' | 0 tot en met 1 *** | |||
'gevellijn' | ||||
'specifieke bouwaanduiding- wierde' | 6 |
Bouwregel |
Minimale afstand van overige gevels tot de perceelgrens (m) ** |
||
2 |
* met dien verstande dat collectieve parkeergarages bij appartementsgebouwen die voorzien zijn van een dak met beplanting bij dit percentage niet worden meegerekend
** met dien verstande dat:
- de afstand van de achtergevel tot aan de waterlijn minimaal 6 meter bedraagt en van de zijgevel tot aan de waterlijn minimaal 4 meter bedraagt
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dijkwoningen' de afstand van gebouwen tot de zij- en achtergrens minimaal 4 meter bedraagt
en met dien verstande dat tot op de perceelgrens mag worden gebouwd op de zijdelingse perceelgrenzen waar woonhuizen aaneen gebouwd zijn of waar woonhuizen door middel van aan- en uitbouwen of bijgebouwen met andere woonhuizen zijn verbonden
*** tenzij de gronden zijn aangeduid met 'gestapeld', dan geldt een afstand van 3 meter
Voor het bouwen van aan-en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Bouwregel Bouwwerk |
Maximum opper- vlakte (m2) |
Maximum goothoogte (m) | Maximum bouwhoogte (m) | Afstand achter de voorgevel van een hoofdgebouw en het verlengde daarvan (m) | |||
Aan-, uit- en bijbouwen | 100 | 3,5, goothoogte aanbouw is maximaal de bouwhoogte van de begane grondverdieping van het hoofdgebouw + 0,2 meter | 6, bouwhoogte aanbouw is maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw en bouwhoogte aan- en uitbouw die twee vrijstaande woonhuizen verbinden is maximaal de goothoogte | 3, maar 1 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - wierde | |||
Overkappingen | 100 | 3,5 | 0 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Afwijken van de regels met toepassing van lid 21.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Woongebied - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwregel | Maximum bebouwingspercentage (%) | Maximum oppervlakte hoofdgebouw (m2) | ||||||||
Woningtype | ||||||||||
Vrijstaand | 25 | 200 | ||||||||
Twee-aaneen | 45 | 200 | ||||||||
Rijwoning | 55 | 200 |
Bouwregel |
Minimale afstand tot perceelgrens die grenst aan openbaar groen of de naar de weg gekeerde perceelgrens (m) | Minimale afstand tot zijdelingse perceelgrens (m) | Minimale afstand tot openbaar water | Minimale afstand tot perceelgrens gerekend vanaf de gronden met de bestemming Water - 3 ter plaatse van de aanduiding 'sba - 3' en 'sba - steiger 1' (m) |
Aanduiding | ||||
gronden zonder aanduiding | 5 | 10 | ||
sba - vr1 | 3 | 3 | ||
sba - vr2 | 4 | 2 |
Aanduiding | Minimale afstand tot openbaar gebied | Minimale afstand tot perceelgrens waarin geen twee aaneen gebouwde hoofdgebouwen zijn gebouwd (m) | Minimale afstand tot de perceelgrens die grenst aan de bestemming Water (m) | |
sba - vr3 | 3 | 5 | ||
sba - vr4 | 3 | 10 | ||
sba - vr5 | 4 | 2 | 5 | |
sba - eg | 1 |
Bouwregel |
Hoofdgebouwen uitsluitend vrijstaand |
Hoofdgebouwen vrijstaand of twee-aaneen | Hoofdgebouwen vrijstaand, twee-aaneen of in rijen | ||||
algemeen | x | ||||||
Aanduiding: | |||||||
sba - vr1 | x | ||||||
sba - vr2 | x | ||||||
sba - vr3 | x * | ||||||
sba - vr4 | x | ||||||
sba - vr5 | x * |
* met dien verstande dat twee aaneen gebouwde woningen niet mogen worden gebouwd op:
1. percelen die met de zijdelingse perceelgrens grenzen aan openbaar toegankelijk gebied, dan wel;
2. percelen die grenzen aan andere bouwpercelen waar twee aaneen gebouwde woningen zijn of worden gebouwd.
Voor het bouwen van aan-en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Bouw- regel Bouwwerk |
Maximum oppervlakte (m2) | Maximum goothoogte (m) | Maximum bouwhoogte (m) | Afstand achter de voorgevel van een hoofdgebouw en het verlengde daarvan (m) | |||
Aan-, uit- en bijbouwen | 100 | 3,5, goothoogte aanbouw is maximaal de bouwhoogte van de begane grondverdieping van het hoofdgebouw + 0,2 boven de bovenkant van de begane grondverdieping van het hoofdgebouw | 6, bouwhoogte aanbouw is maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw en bouwhoogte aan- en uitbouw die twee vrijstaande woonhuizen verbinden is maximaal de goothoogte | 3 bij vrijstaande en twee-aaneen gebouwde hoofdgebouwen, 0 bij rijwoningen | |||
Overkappingen | 100 | 3,5 | 0 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Afwijken van de regels met toepassing van lid 22.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Woongebied - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwregel | Maximum bebouwingspercentage (%) | Maximum oppervlakte hoofdgebouw (m2) | Hoofdgebouwen vrijstaand of twee-aaneen ** | Hoofdgebouwen vrijstaand | |||||||||||
Woningtype | |||||||||||||||
Vrijstaand | 30 | 200 | |||||||||||||
Twee-aaneen | 45 | 150 | aanduiding 'twee-aaneen' | overige deel van de bestemming |
Bouwregel | Minimale afstand tot de perceelgrens die grenst aan openbaar toegankelijk gebied (m) | Minimale afstand tot de zijdelingse perceelgrens (m) | Minimale afstand tot de achterste perceelgrens (m) |
Aanduiding | |||
geen aanduiding | 3 | 3 | 5* |
-sba-bw | 5 |
* Met uitzondering van percelen waarvan het achterste deel een bestemming 'Groen - 2' heeft, in welk geval geen minimale afstand geldt.
** Met dien verstande dat twee aaneen gebouwde woningen niet mogen worden gebouwd op percelen die met de zijdelingse perceelgrens grenzen aan openbaar toegankelijk gebied.
Voor het bouwen van aan-en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Bouwregel Bouwwerk |
Maximum oppervlakte (m2) | Maximum goothoogte (m) | Maximum bouwhoogte (m) | Afstand achter de voorgevel van een hoofdgebouw en het verlengde daarvan (m) | |||
Aan-, uit- en bijbouwen | 100 | 3,5, goothoogte aanbouw is maximaal de bouwhoogte van de begane grondverdieping van het hoofdgebouw + 0,2 meter | 6, bouwhoogte aanbouw is maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw en bouwhoogte aan- en uitbouw die twee vrijstaande woonhuizen verbinden is maximaal de goothoogte | 3 bij vrijstaande en twee-aaneen gebouwde hoofdgebouwen | |||
Overkappingen | 100 | 3,5 | 0 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Afwijken van de regels met toepassing van lid 23.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Woongebied - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwregel | Maximum bebouwingspercentage (%) | Maximum oppervlakte hoofdgebouw (m2) | |
Aanduiding | sba - 1 | sba - 2 | |
Woningtype | |||
Vrijstaand | 30 | 30 | 200 |
Twee-aaneen | 45 | 30 | 150 |
Rijwoning | 70 | 50 | 100 |
Bouwregel | Hoofdgebouwen vrijstaand, twee-aaneen of in rijen | Aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen | ||||||||
Aanduiding | sba-1 en sba-2 | 'aaneengebouwd': 4 |
* met uitzondering van de zijdelingse perceelsgrenzen waar twee-aaneen gebouwde en in rijen gebouwde woningen aaneen gebouwd zijn, daar mag tot op de perceelsgrens worden gebouwd.
Voor het bouwen van aan-en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Bouwregel Bouwwerk |
Maximum oppervlakte (m2) | Maximum goothoogte (m) | Maximum bouwhoogte (m) | Afstand achter de voorgevel van een hoofdgebouw en het verlengde daarvan (m) | |||
Aan-, uit- en aangebouwde bijbouwen | 100 | 4,5, goothoogte aanbouw is maximaal de bouwhoogte van de begane grondverdieping van het hoofdgebouw + 0,2 meter | 7, bouwhoogte aanbouw is maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw en bouwhoogte aan- en uitbouw die twee vrijstaande woonhuizen verbinden is maximaal de goothoogte | 0 | |||
Vrijstaande bijgebouwen | 3 | 6 | 0 | ||||
Over- kappingen |
100 | 3,5 | 0 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Afwijken van de regels met toepassing van lid 24.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Woongebied - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwregel | Maximum bebouwingspercentage (%) | Maximum oppervlakte hoofdgebouw (m2) | ||
Aanduiding | sba - eiland | sba - geschakelde vrijstaande woonhuizen | ||
Woningtype | ||||
Vrijstaand | 30 | 25 | 45 | 200 |
Twee-aaneen | 45 | 150 | ||
Rijwoning | 55 | 100 | ||
Aanduiding | ||||
sba-geschakelde vrijstaande woonhuizen | 180 |
Bouwregel | Minimale afstand tot perceelgrens die grenst aan water (m) * | Minimale afstand tot de perceelgrens (m) * | Minimale afstand tot perceelgrens gerekend vanaf de gronden met de bestemming Water - 3 ter plaatse van de aanduiding 'sba - 3' en 'sba - steiger 2' (m) | ||||||
5 | 2 | 10 |
Bouwregel Aanduiding |
Hoofdgebouwen vrijstaand of twee-aaneen | Hoofdgebouwen uitsluitend vrijstaand ** | Hoofdgebouwen in rijen | |||||||
gronden zonder aanduiding | x | |||||||||
sba-eiland | x | |||||||||
sba-geschakelde vrijstaande woonhuizen | x | |||||||||
aaneengebouwd | x | x |
* tot op de perceelgrens mag worden gebouwd:
- aan openbare paden uitsluitend bedoeld voor langzaam verkeer die grenzen aan de achterperceelgrens
- op de zijdelingse perceelgrenzen waar woonhuizen aaneengebouwd zijn of waar woonhuizen door middel van aan- en uitbouwen of bijgebouwen met andere woonhuizen zijn verbonden
** met dien verstande dat hoofdgebouwen ter plaatse van deze aanduiding ook twee-aaneengebouwd mogen worden indien:
- deze niet op de koppen van een eiland en op de hoek van twee wegen worden gebouwd
- deze uitsluitend tussen percelen met vrijstaande woningen worden gebouwd
Voor het bouwen van aan-en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Maximum oppervlakte (m2) | Maximum goothoogte (m) | Maximum bouwhoogte (m) | Afstand achter de voorgevel van een hoofdgebouw en het verlengde daarvan (m) | ||||
Aan-, uit- en bijbouwen | 100 | 3,5, goothoogte aanbouw is maximaal de bouwhoogte van de begane grondverdieping van het hoofdgebouw + 0,2 meter | 6, bouwhoogte aanbouw is maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw en bouwhoogte aan- en uitbouw die twee vrijstaande woonhuizen verbinden is maximaal de goothoogte | 3 bij vrijstaande en twee-aaneen gebouwde hoofdgebouwen 0 bij rijwoningen |
|||
Overkappingen | 100 | 3,5 | 0 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Afwijken van de regels met toepassing van lid 25.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Woongebied - Waterwoningen 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 26.1 genoemde doeleinden.
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.4 onder b voor de bouw/gebruik van terrassen met een grotere diepte dan 3 meter uit de gevel van de waterwoning.
Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 26.5.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Woongebied - Waterwoningen 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 27.1 genoemde doeleinden.
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Woongebied - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende additionele voorzieningen.
Burgemeester en wethouders werken de bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:
De bestemming mag worden uitgewerkt in een onbepaald aantal uitwerkingsplannen, waarbij deze uitwerkingsplannen (delen van) één of meerdere van de deelgebieden Meeroevers, Tersluis en Sluis Oost, Achter Klein Harkstede kunnen bevatten.
Deelgebied | Tersluis en Sluis Oost | Achter Klein Harkstede | Meeroevers | ||||||
Gebouwen | Goothoogte | 21 | 17,5 | 17,5 | |||||
Bouwhoogte | 26 | 22,5 | 22,5 | ||||||
Bouwwerken geen gebouw zijnde | Bouwhoogte | 26 | 22,5 | 22,5 | |||||
Antennemasten | Bouwhoogte | 50 | 40 | 40 |
Bij de uitwerking mogen ligplaatsen mogelijk worden gemaakt.
Het watersysteem binnen deze bestemming en de afstemming met het watersysteem in omliggende bestemmingen dient zo te worden uitgevoerd dat het grondwaterpeil voor omliggende gronden waarvan het bestaand gebruik, al dan niet tijdelijk, wordt voortgezet niet op voor dat gebruik nadelige wijze wordt beïnvloed. Daartoe dient een afdoende kwelvoorziening tot uitdrukking te komen tussen de meeroever en omliggende gronden, voorzover daarin niet in een andere bestemming wordt voorzien. De aanleg van de wateroppervlakken en de kwelvoorzieningen dient zodanig in onderlinge samenhang en fasering te geschieden dat bedoelde overlast niet kan optreden. Een kwelvoorziening mag in het kader van meervoudig ruimtegebruik gecombineerd worden met andere verenigbare doeleinden.
Bij de uitwerking wordt rekening gehouden met de aangegeven dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen en de daarbij behorende regels en worden deze dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen met de daarbij behorende regels in de uitwerking opgenomen onder gelijktijdige wijziging van die dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen , in die zin dat de dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen komen te vervallen voorzover deze binnen het uitwerkingsplan vallen. Indien bij de dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen wijzigingsbevoegdheden zijn opgenomen, mogen deze bij de uitwerking worden verwerkt met inachtneming van de bij de dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen opgenomen wijzigingsvoorwaarden.
worden gebouwd:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van aardgastransportleidingen.
Er zijn wat de bebouwing betreft, in afwijking van de regels bij de andere voorkomende bestemming(en), uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde toegestaan ten behoeve van de aardgastransportleidingen tot een maximale bouwhoogte van 3 meter met uitzondering van bestaande bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2 ten behoeve van de bouw van in de andere bestemming(en) genoemde bouwwerken, geen gebouw zijnde, na voorafgaand schriftelijk advies van de betreffende leidingbeheerder en mits geen afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de aardgastransportleiding.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende activiteiten uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
Het in lid 29.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden kan worden verleend na voorafgaand schriftelijk advies van de betreffende leidingbeheerder en mits geen afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de aardgastransportleiding.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Leiding - Gas' te verwijderen indien de gasleiding niet meer aanwezig of in werking is.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van ondergrondse rioolleidingen.
Er zijn wat de bebouwing betreft, in afwijking van de regels bij de andere voorkomende bestemming(en), uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde toegestaan ten behoeve van de rioolleiding tot een maximale bouwhoogte van 3 meter, met uitzondering van bestaande bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.2 ten behoeve van de bouw van in de andere bestemming(en) genoemde bouwwerken, geen gebouw zijnde, na voorafgaand schriftelijk advies van de betreffende leidingbeheerder en mits geen afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de rioolleiding.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Leiding - Riool' te verwijderen indien de rioolpersleiding niet meer aanwezig of in werking is.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor het behoud van archeologische waarden.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.2 mits aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de in lid 31.3.1 genoemde vergunning voorwaarden te verbinden wordt een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg om advies gevraagd.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende activiteiten uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
Het in lid 31.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin, naar oordeel van burgemeester en wethouders:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor het behoud van archeologische waarden.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
Het in lid 32.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Groene linten' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 33.2.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterkering.
Er zijn wat de bebouwing betreft, in afwijking van de regels bij de andere voorkomende bestemming(en), uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van waterkering, tenzij het bestaande bouwwerken betreft en bouwwerken die zijn toegestaan in de bestemming Water - 1.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 34.2 ten behoeve van de bouw van in de andere bestemming(en) genoemde bouwwerken geen gebouw zijnde, na voorafgaand overleg met de betreffende waterbeheerder en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bestaande afwijkingen ten opzichte van het bepaalde in Hoofdstuk 2 en Artikel 38 zijn toegestaan.
Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 36.2.2 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen of verbouwen van gebouwen wordt slechts verleend indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat ten behoeve van de betreffende functie in voldoende mate is voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Deze regel is niet van toepassing waar in Hoofdstuk 2 regels zijn gesteld over parkeren.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 36.3.1:
Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 36.3.2 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders passen deze bouwregels toe met inachtneming van de door hen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
De functie van de aanduiding 'milieuzone' is het tegengaan van een te grote stank-, stof- of geluidhinder of een gevaaraspect vanwege een hinderveroorzakende inrichting voor een hindergevoelig object of hindergevoelige functie.
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
Tot een gebruik, strijdig met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en gebouwen voor hindergevoelige functies.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van lid 38.4.3, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de gebiedsaanduiding 'milieuzone' wordt verkleind of verwijderd, met dien verstande dat:
Voor zover zulks niet op grond van een andere bepaling van de regels kan worden toegestaan, kunnen burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan:
Afwijken van de regels met toepassing van lid 39.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Meerstad-Midden West.