Plan: | Bestemmingsplan Partiële herziening bestemmingsplan Sontweggebied-Damsterdiep |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP546PartHrzSontwD-vg01 |
Op 26 juni 2013 heeft de gemeenteraad van Groningen het bestemmingsplan 'Sontweggebied- Damsterdiep' in het kader van de actualisering van bestemmingsplannen vastgesteld. Een onderdeel van dit plan betreft de locatie Kop van Oost, waar reeds bijna 10 jaar hoofdzakelijk woningbouw mogelijk is. Fase I, het bouwblok op de hoek Europaweg-Sontweg, is inmiddels gerealiseerd. Fase II van de Kop van Oost, dat de naam Eemskwartier heeft gekregen, is de afgelopen jaren onbebouwd gebleven. De nadere invulling van het gebied was tot nog toe onbekend. In bestemmingsplan Sontweggebied-Damsterdiep waren de voorschriften voor de woonbebouwing in dit gebied dan ook globaal gehouden.
Recentelijk is de gewenste invulling voor het Eemskwartier uitgekristalliseerd. Het afgelopen jaar is de eerste bouwaanvraag voor invulling van het gebied ingediend. Voorts loopt momenteel de verkoop van kavels erg goed, reden waarom binnenkort met voortvarendheid omgevingsvergunningen zullen worden ingediend. Echter, door een kleine bijzonderheid in de voorgenomen woonbebouwing is op enkele plaatsen - met name bij de kadewoningen - een bebouwingspercentage van 100% noodzakelijk. Het bestemmingsplan Sontweggebied-Damsterdiep voorziet echter voor het gehele terrein in een maximaal bebouwingspercentage van 75%, na toepassing van de afwijkingsbevoegdheid 85%. Vooralsnog is dit geen probleem, omdat het gehele terrein voor de berekening als uitgangspunt kan worden genomen nu het terrein nog niet onderverdeeld is in kadastrale kavels. Maar bij een verdere ontwikkeling van het terrein, en zeker na de eigendomsopdeling van het gebied, is wijziging van de regeling van het bebouwingspercentage (voornamelijk de verbeelding) gewenst. Het voorliggend bestemmingsplan voorziet hierin. Het gaat om een beperkte wijziging; de totale bebouwingsdichtheid van het terrein neemt niet toe, doordat de verbeelding is voorzien van bouwvlakken.
Indicatieve opzet van het project
Indicatieve plattegrond van het bouwplan
Voorts acht de ontwikkelaar het voor de woonkwaliteit in het Eemskwartier gewenst de mogelijkheid van een gebouwtje voor gemengde doeleinden - waaronder de functies horeca, zakelijke dienstverlening en sociaal-culturele voorzieningen - aan het Eemskanaal te schrappen. De gemeente kan hiermee instemmen.
Het voorliggend bestemmingsplan heeft dan ook ten doel:
De voorliggende Partiële herziening heeft betrekking op een gebiedje binnen het plangebied van het bestemmingsplan 'Sontweggebied-Damsterdiep', dat door de gemeenteraad is vastgesteld op 26 juni 2013. Dit gebied wordt globaal begrensd door Eemskanaal-zuidzijde aan de noordzijde, de bebouwing in de Kop van Oost I aan de Europaweg aan de westzijde, de Sontweg aan de zuidzijde en bebouwing ten behoeve van de regiopolitie aan de oostzijde.
Fragment verbeelding oude regeling bestemmingsplan Sontweggebied-Damsterdiep
Verbeelding voorliggend plangebied met nieuwe regeling
Bij de voorbereiding van bestemmingsplan Sontweggebied-Damsterdiep zijn diverse onderzoeken uitgevoerd. Gezien de beperkte reikwijdte van de voorliggende partiële herziening en het feit dat de uitgevoerde onderzoeken nog van recente datum zijn, kan worden volstaan met de bestaande onderzoeksgegevens. Voor nieuw onderzoek bestaat geen aanleiding.
Het vigerend bestemmingsplan voor het plangebied is bestemmingsplan Sontweggebied-Damsterdiep. Dat plan is aangevuld met het bestemmingsplan Woningsplitsing, een facetbestemmingsplan, dat bestemmingsplan Sontweggebied-Damsterdiep voor één bepaald aspect aanvult: woningsplitsing wordt tegengegaan.
Het voorliggend bestemmingsplan betreft een Partiële herziening van de hiervoor genoemde bestaande regelingen voor het plangebied. Daarbij gaat het om kleine aanpassingen voor uitsluitend het Eemskwartier.
De voorliggende partiële herziening bestaat uit een verbeelding, die ter plaatse van het Eemskwartier de verbeelding van het geldende bestemmingsplan 'Sontweggebied-Damsterdiep' vervangt. Voorts voorziet deze partiële herziening in een wijziging/aanvulling of weglating van enkele regels van het bestemmingsplan 'Sontweggebied-Damsterdiep'. De overige regels in dat plan blijven ook na de herziening van kracht, evenals het bestemmingsplan Woningsplitsing.
De papieren (analoge) verbeelding bestaat uit één kaartblad met schaal 1: 500. Deze verbeelding is getekend conform de PRABPK 2012 (Praktijkrichtlijn Analoge Bestemmingsplankaart). De verbeelding geeft in samenhang met de regels de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de gronden binnen het plangebied aan.
In het plangebied vigeren momenteel bestemmingsplan ' Sontweggebied-Damsterdiep', vastgesteld 26 juni 2013, onherroepelijk op 19 juli 2014 en het facetbestemmingsplan Woningsplitsing, vastgesteld 23 april 2014, in werking getreden op 27 juni 2014.
Inleidende regels
Artikel 1
Artikel 1 bevat een aantal definities van de in het plan gebruikte begrippen.
Bestemmingsregels
In deze artikelen zijn de wijzigingen opgenomen, die door middel van deze partiële herziening in de regels van het bestemmingsplan 'Sontweggebied-Damsterdiep' worden aangebracht. Voor zover nodig worden deze in het onderstaande nader toegelicht.
Artikel 2 Verkeer
De bestemming Verkeer omvat de hoofdverkeersstructuur in het plangebied. Het gaat hier voornamelijk om Eemskanaal Zuidzijde en de weg tussen de gerealiseerde Kop van Oost en het geprojecteerde Eemskwartier. Het verkeers- en verblijfsgebied rond de woonblokjes valt onder de bestemming Wonen.
De wijziging in de regeling van de verkeersbestemming betreft het schrappen van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-2'. Het betreft een gebouwtje voor gemengde doeleinden op de kade. Dit wordt als ongewenst gezien en is van de verbeelding verwijderd.
Hierna is aangegeven wat dit concreet betekent voor de regels van de bestemming Verkeer. De bestaande regeling van bestemmingsplan Sontweggebied-Damsterdiep blijft intact, met uitzondering van de dikgedrukte en gecursiveerde tekst; dit betreft de wijzigingen.
Artikel 11 Verkeer
11.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor 'verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wegen, fiets- en voetpaden;
b. parkeervoorzieningen;
c. Vervallen: gemengde doeleinden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van
gemengd-2', met dien verstande dat de volgende functies zijn toegestaan:
- horecabedrijven in de categorieën horeca-1, horeca-2 en horeca-3;
- zakelijke dienstverlening;
- sociaal-culturele voorzieningen;
d. nutsvoorzieningen;
e. bermen, taluds, groenvoorzieningen en waterlopen;
f. additionele voorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemene bouwregels
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend (vervallen: gebouwen en) bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden.
Vervallen: 11.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
11.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 6 meter mag bedragen.
Vervallen: 11.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
Artikel 3 Wonen
De wijziging in de bestemming Wonen betreft met name het opnemen van bouwvlakken op de verbeelding en de wijziging van de betekenis van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-5' in de regels en op de verbeelding. Ter toelichting het volgende.
Voor de bestemming Wonen zijn in het voorliggend plan op de verbeelding bouwvlakken opgenomen, waarbinnen de hoofdbebouwing moet worden opgericht en waar desgewenst ook bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan. Er is binnen de bouwvlakken geen beperking ten aanzien van het bebouwingspercentage. Het maximale bebouwingspercentage voor hoofdgebouwen is verhoogd naar 100% zonder dat het bebouwingspercentage in het totale gebied toeneemt ten opzichte van het bebouwingspercentage in bestemmingsplan Sontweggebied-Damsterdiep. Het gaat met name om de kadewoningen.
Door opname op de verbeelding van bouwvlakken is de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-5', die was opgenomen voor een regelmatig beloop van de rooilijn, niet meer nodig. Deze is van de verbeelding en uit de regels geschrapt en vervolgens opnieuw opgenomen met een nieuwe betekenis. De aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-5' geeft nu aan dat een grote carport met terrasomheining aan de achterzijde van de kadewoningen is toegestaan.
Na het voorgaande kan, wellicht ten overvloede, het volgende worden opgemerkt: de specifieke bouwaanduidingen 1, 2 en 3 bevinden zich niet in deze Partiële herziening, maar blijven staan voor de ongewijzigde regeling voor de woonblokken in fase I (de Kop van Oost).
Hierna is aangegeven wat de wijzigingen concreet betekenen voor de regels van de bestemming Wonen. De bestaande regeling van bestemmingsplan Sontweggebied-Damsterdiep blijft intact, met uitzondering van de, met cursieve letters aangegeven, wijzigingen.
Artikel 13 Wonen
13.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemene bouwregels
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 13.1 genoemde doeleinden.
13.2.2 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
13.2.3 Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Toegevoegd
: f. In afwijking van het bepaalde onder a, b en c is ter plaatse van de
aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-5' - zoals aangegeven op de verbeelding van dit
plan uitsluitend een carport toegestaan tot een maximaal bebouwingspercentage van 100
en tot een maximale hoogte van 4 meter, met dien verstande dat in aanvulling op deze
maximale bouwhoogte:
tevens balkonomheiningen zijn toegestaan met een maximale hoogte van 1.50 meter, met
dien verstande dat aan de zijde van de hoofdmassa van de bebouwing een maximale
hoogte van 2 meter is toegestaan over een lengte van maximaal 2 meter.
13.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
13.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
a. de woonsituatie:
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een redelijke lichttoetreding, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy.
b. het straat- en bebouwingsbeeld:
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:
een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
een goede hoogte-breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is.
c. de verkeersveiligheid:
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie.
d. de sociale veiligheid:
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is.
e. de milieusituatie:
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking.
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.
13.4 Afwijken van de bouwregels
13.4.1 Afwijkingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
13.4.2 Voorwaarden voor afwijken
Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 13.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het gestelde in 13.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
13.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
13.6 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
13.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de situering en de vorm van de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden gewijzigd dan wel op de verbeelding nieuwe bouwvlakken worden aangegeven, mits:
Het gestelde in lid 13.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4 Relatie met de geldende bestemmingsplannen
Dit artikel regelt de relatie met de regels van het bestemmingsplannen Sontweggebied-Damsterdiep en het bestemmingsplan Woningsplitsing met bijbehorende verbeelding. Voor zover de regels op grond van de artikelen 2 en 3 van deze partiële herziening niet worden gewijzigd, blijven de regels van deze bestemmingsplannen (met verbeelding) van kracht.
Overgangs- en slotregels
Artikel 5 Slotregel
Dit artikel bevat de citeerbepaling van deze partiële herziening.
In het kader van het overleg op grond van artikel 3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorliggende bestemmingsplan toegezonden aan de bij het plan betrokken instanties. De reacties van deze instanties zijn opgenomen in een afzonderlijke bijlage bij dit bestemmingsplan. Er zijn geen opmerkingen gemaakt, die hebben geleid tot een aanpassing van het bestemmingsplan.
Het plangebied maakt deel uit van de grondexploitatie van de Kop van Oost. Door middel van een anterieure overeenkomst zijn de kosten verzekerd en hoeft op grond van artikel 6.12, tweede lid, onder a, van de wet geen exploitatieplan te worden vastgesteld.