Plan: | Bestemmingsplan Europapark 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP527Europapar2013-vg01 |
Inleiding
In 1992 is door Nederland het 'verdrag van Valletta' ondertekend, in de volksmond ook wel 'verdrag van Malta' genoemd. Het verdrag van Malta is wettelijk vertaald met een ingrijpende wijziging in de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten, zoals de Ontgrondingenwet en de Woningwet. Hierin wordt de verantwoordelijkheid voor een goede omgang met eventueel aanwezige archeologische waarden bij de gemeenten gelegd. De bescherming van die waarden dient te worden meegenomen in de ruimtelijke ordening, dat wil zeggen de bestemmingsplannen.
Elk bestemmingsplan dient daarom vanaf 1 september 2007 een paragraaf archeologie te bevatten, waarin wordt aangegeven welke archeologische waarden in het plan aanwezig, dan wel te verwachten zijn. Daarnaast dient het bestemmingsplan regels te bevatten om eventueel aanwezige archeologische waarden te beschermen. Daarin kan in het belang van de archeologische monumentenzorg een omgevingsvergunning voor aanlegactiviteiten verplicht worden gesteld en worden bepaald dat de aanvrager van een omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten een archeologisch onderzoeksrapport dient over te leggen. Daarmee wordt de aanvrager van een dergelijke vergunning verantwoordelijk voor behoud van archeologisch erfgoed. De Monumentenwet 1988 en de erfgoedverordening van de gemeente en dit bestemmingsplan beschrijven vervolgens de procedure.
Bekende waarden uit de Nieuwe Tijd
In het bestemmingsplan zijn archeologisch bekende waarden aanwezig en archeologische verwachtingswaarden. De bekende archeologische waarden betreffen twee terreinen uit de Nieuwe Tijd, waarvan er een gevormd wordt door het huis (boerderijplaats) van Uipke Pieters en de tweede door Molen Ellens.
Beide terreinen zijn op de kadastrale minute van 1830 opgetekend. Archeologisch booronderzoek door Oranjewoud heeft uitgewezen dat op beide terreinen archeologische resten in de ondergrond nog intact aanwezig kunnen zijn. De terreinen hebben om deze reden de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' gekregen, waaraan regels zijn verbonden die het mogelijk maken bij ingrepen in het terrein te verplichten tot archeologisch onderzoek.
Verwachtingswaarden op de Hondsrug
Het bestemmingsplan ligt op oostelijke flank van de Hondsrug. Van de steentijden tot ongeveer het begin van de jaartelling (late ijzertijd) is dit gebied geschikt geweest als plek voor kampementen (met name de oude en middensteentijd), boerenerven en akkers (daterend uit de late steentijd, bronstijd en ijzertijd).
Door stijging van de grond- en zeewaterspiegel is het gebied nadien afgedekt met kleilagen. Eventueel aanwezig archeologische sporen zijn daardoor relatief goed bewaard gebleven, vaak in tegenstelling tot sporen van vergelijkbare ouderdom hoger op de Hondsrug.
Eerder onderzoek
In het najaar van 2005 werd in het plangebied een archeologische begeleiding uitgevoerd waarbij een vuursteenvindplaats (tussen circa 2500 en 1500 voor Christus) werd ontdekt. Het betrof hier de sanering van de Vulcaanlocatie, die een gedeelte van het perceel van het nieuwe kantoor van SOZAWE beslaat.
In mei 2011 werd ten behoeve van de nieuwbouw deze vuursteenvindplaats opgegraven. De resten bleken uit de vroege nieuwe steentijd te dateren. Dit wil zeggen dat er zo'n vijfduizend jaar voor Christus hier mensen geleefd hebben op de flanken van de Hondsrug.
De vindplaats op het Europapark zit hier in tijd nog vóór de Hunebedbouwers en kan daarom kennis opleveren juist rondom die overgangsperiode van zwerven naar boeren. Dergelijke vindplaatsen uit deze tijd in Noord-Nederland zijn schaars. In het bestemmingplan Europapark kunnen zich – nog afgedekt door kleilagen- meer van deze zeldzame resten bevinden.
Ook uit de brons- en ijzertijd kunnen bewoningsactiviteiten op de dieper liggende Hondsrug worden verwacht. Zo zijn bijvoorbeeld aan de verlengde Lodewijkstraat sporen van enkele boerenerven uit de periode late bronstijd/begin van de jaartelling blootgelegd.
Opgravingen voorafgaand aan de nieuwbouw van SOZAWE
Booronderzoek
Omdat op de dieper gelegen delen van de Hondsrug nog meer van dergelijke nederzettingen kunnen worden verwacht, is er op terreinen met boven beschreven hoge archeologische verwachting archeologisch vooronderzoek verricht. In opdracht van de gemeente Groningen heeft bureau Oranjewoud in het gebied een bureau- en booronderzoek uitgevoerd, waarbij vooral naar intactheid en bodemopbouw in het gebied werd gekeken.
De resultaten van het booronderzoek wezen uit dat de flank van de Hondsrug naar het oosten toe vrij diep wegduikt en dat op deze plek dikke pakketten klei zijn afgezet. Onder deze vrij dikke ophogingslagen op de klei is de bodem redelijk intact, met kans op het voorkomen van archeologische vondsten en sporen. Hierom is aan deze gebieden de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' gegeven, waaraan regels zijn verbonden die het mogelijk maken bij ingrepen in het terrein de verplichting tot archeologisch onderzoek op te leggen.