direct naar inhoud van 1.1 Aanleiding en doel
Plan: Bestemmingsplan Ebbingekwartier
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP506Ebbingekwarti-oh01

1.1 Aanleiding en doel

Aanleiding

De hoofddoelstelling van het voorliggende bestemmingsplan Ebbingekwartier betreft een verdere invulling van het voormalige gasfabriekterrein, die ruimtelijk en functioneel aansluit op de historisch gegroeide stad.

Het terrein met een oppervlakte van 83780 m² (inclusief randen) ligt direct ten noordoosten van de Diepenring rond het stadscentrum en wordt begrensd door Boterdiep, Bloemstraat en Bloemsingel. De Kolendrift die het plangebied tussen Boterdiep en Bloemsingel doorsnijdt, behoort niet tot het plangebied, omdat hier een tramlijn is geprojecteerd; deze wordt geregeld in een afzonderlijk bestemmingsplan.

De randen Boterdiep, Bloemstraat en Bloemsingel zijn reeds grotendeels bebouwd: aan de noordwest, west- en zuidzijde bevindt zich reeds zeer lange tijd bestaande voornamelijk gemengde bebouwing, aan de noordoostzijde is nieuwe woonbebouwing gerealiseerd en in het noordelijke deel van het terrein, ten noorden van de Kolendrift, bevindt zich een nieuwe grote ondergrondse parkeergarage. De bestaande bebouwing is positief bestemd.

De invulling van het gebied op de parkeergarage en het nog niet ingevulde gebied direct ten zuiden daarvan zal resulteren in een binnenstedelijke woonwijk met plm. 450 woningen en een diversiteit aan stedelijke functies zoals een school, een hotel, horeca en enkele winkelvoorzieningen, waarbij de historische stedelijke bouwblokstructuur van de Hortusbuurt wordt voortgezet. Gestreefd wordt naar een nieuw type openbare ruimte; deze wordt mogelijk gemaakt door het maaiveld binnen de randen autovrij te houden.

Het voorliggend bestemmingsplan vervangt het zuidelijk deel van bestemmingsplan CiGa. Vanwege de veranderde ruimtelijk-functionele betekenis van de locatie en de wensen van de consument betekent het bestemmingsplan een juridisch-planologische wijziging voor de nog niet gerealiseerde bouwblokken. De wijziging wordt met name gevormd door het oprekken van de bestemming Centrum, door het toestaan van hoogte-accenten op de beëindigingen van de Kolendrift en door meer nadruk op grondgebonden woningen en een scheiding tussen publiek en privé (in paragraaf 1.2 wordt hierop nader ingegaan) .

De inzet van het voorliggende bestemmingsplan is derhalve:

  • 1. actualisering van het vigerend bestemmingsplan CiGa;
  • 2. het afmaken van een binnenstedelijke woonwijk die met uitzondering van de randen autovrij/autoluw is en die een verbinding legt tussen de binnenstad en de (eerste) uitbreidings- wijken van Groningen door middel van voortzetting van de stedelijke blokstructuur met een duidelijke scheiding tussen publieke en privé-ruimte;
  • 3. het versterken van de functionele structuur, met name door toevoeging van mogelijkheden voor 'eigentijds en stedelijk wonen' en stedelijke functies;
  • 4. behoud van de waardevolle kenmerken van Beschermd stadsgezicht binnenstad (1991).

Achtergrond

Het plangebied ligt binnen de oorspronkelijke vestingwallen van Groningen. De westrand van het plangebied is onderdeel van het Beschermd stadsgezicht Binnenstad (1991). Na slechting van de wallen, ruim 100 jaar geleden, was het overgrote deel van het gebied een onbebouwde zone, waarin alleen de gasfabriek lag. Het terrein, deels verwaarloosd, werd na het verdwijnen van de gasfabriek gebruikt door diverse bedrijven voor opslag en parkeren. Het biedt nu een uitgelezen kans om een aantrekkelijke stadswoonwijk te realiseren door de centrale ligging en de uitstekende bereikbaarheid.

In het plangebied worden woningen gebouwd voor de stedeling, die graag en makkelijk terugvalt op de binnenstedelijke voorzieningen, in de geruststellende gedachte dat de noodzakelijke voorzieningen nabij zijn. Een deel van de beoogde woningtypes leent zich uitermate goed voor woon-werkcombinaties. Ook andere functies dan wonen zijn in meer of mindere mate, afhankelijk van de bestemming, toegestaan.

Door de ligging is een, met uitzondering van de randen, autovrije binnenstedelijke woonwijk mogelijk op een plek, die een verbinding vormt tussen enerzijds de binnenstad en anderzijds de eerste uitbreidingswijken van Groningen (de Hortusbuurt, de Korrewegwijk en de Oosterparkwijk).

Ook voor het terrein zelf biedt de ligging kansen: wonen, werken en ontspannen zijn op een steenworp afstand te vinden. Het gebied ligt op loopafstand van circa 15.000 hoogwaardige arbeidsplaatsen, met name in de dienstverlening, de detailhandel, wetenschap en onderwijs, op fietsafstand van circa 60.000 arbeidsplaatsen en op loop-/fietsafstand van alle stedelijke voorzieningen, zoals het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), de Rijksuniversiteit (RUG), gemeentelijke en provinciale instellingen, het kernwinkelapparaat en diverse horeca-, culturele en recreatieve voorzieningen. Langs het terrein lopen twee hoogwaardige openbaar-vervoersassen, met frequente lijnen naar de binnenstad, het stationsgebied, de zuidelijke stadswijken, het sportcomplex Kardinge en het universiteitscomplex Zernike. Daarnaast is het terrein voor het autoverkeer direct ontsloten op de stedelijke ring door de aanrijroute via de Bedumerweg-Nieuwe Ebbingestraat/Boterdiep naar de binnenstad.

De milieukwaliteit is, los van de te saneren bodemvervuiling, goed. Er is nauwelijks verkeersoverlast of geluidhinder, en het Noorderplantsoen - de 'groene long' van de binnenstad - ligt om de hoek.

Het Ebbingekwartier heeft, behalve als woonwijk, betekenis voor de economie van de stad. Er is in het zuidelijk gedeelte van het plangebied ruimte voor stedelijke voorzieningen. Op dit moment wordt deze locatie gebruikt voor het 'Open Lab', een verzameling van tijdelijke paviljoens, bedoeld om innovatieve bedrijfjes te faciliteren en daarmee zowel samenhang in het gebied als de creatieve economie in de stad te stimuleren. Van de ontwikkeling in het Ebbingekwartier zal de rand rondom het gebied - Nieuwe Ebbingestraat, Boterdiep en Bloemstraat - goed kunnen profiteren: het plan biedt nieuwe kansen in de vorm van extra koopkracht en een versterkt imago.

Het vigerende bestemmingsplan voor vrijwel het gehele plangebied is bestemmingsplan CiGa, opgesteld voor zowel het Circusterrein als het voormalige gasfabriekterrein (c.q. het plangebied Ebbingekwartier). Dit bestemmingsplan werd vastgesteld in 2001. Het was de basis voor onder meer de bouwvergunning voor de parkeerkelder en voor de bouwblokken aan de noordzijde van het plangebied: in de noordelijke rand heeft het oostelijke bouwblok een woonfunctie; het Paleis, het bouwblok ten westen daarvan ter plaatse van Bloemsingel 10 was voorheen het scheikundig laboratorium van de universiteit en is nu een complex met woningen, woon-werkwoningen, ateliers met café en ruimte voor andere culturele functies. De bouwblokken direct ten zuiden daarvan zijn in uitvoering of worden binnenkort in uitvoering genomen.