direct naar inhoud van Artikel 6 Groen
Plan: Bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP504KranenbStadsp-vg01

Artikel 6 Groen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bermen en beplantingen;
  • c. recreatieve voorzieningen;
  • d. een specifieke vorm van cultuur en ontspanning in de vorm van een stadsmarkering ter plaatse van de aanduiding (sco-stm);
  • e. een speelvoorziening in de vorm van een skatevoorziening/skeelerbaan ter plaatse van de aanduiding (ske);
  • f. een kinderboerderij, ter plaatse van de aanduiding (kb) met kleinschalige horeca 1 en of 2;
  • g. fiets- en voetpaden;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. waterlopen en waterpartijen;
  • j. een zend-/ontvangstinstallatie, ter plaatse van de aanduiding (zo);
  • k. een nutsvoorziening, ter plaatse van de aanduiding (nv);
  • l. additionele voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.

6.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd, met uitzondering van de bebouwing van en rond de kinderboerderij in het Stadspark die in totaal niet meer dan 500 m2 mag bedragen, met een bouwhoogte van maximaal 4 meter.
  • b. De bouwhoogte mag maximaal de aangegeven bouwhoogte bedragen.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 6 meter mag bedragen.

6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 voor het bouwen van gebouwen ten dienste van de bestemming, zoals gebouwen voor onderhoud en beheer of voor recreatief (mede)gebruik van de in lid 6.1 bedoelde gronden, daaronder mede begrepen dierenverblijven en kleinschalige lichte horeca (horeca 1 en/of 2) op of nabij het terrein van de kinderboerderij mits de toename van de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen maximaal 250 m2 en de bouwhoogte maximaal 4 meter bedraagt.

6.3.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 6.3.1, is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

a. de verblijfssituatie:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een redelijke lichttoetreding, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy.

b. het straat- en bebouwingsbeeld:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

- een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;

- een goede hoogte-breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm / architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is.

c. de verkeersveiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie.

d. de milieusituatie:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieu-aspecten, zoals hinder voor omwonenden en een ver-keersaantrekkende werking.

e. de sociale veiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is.

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden binnen andere bestemmingen, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.