Plan: | Bestemmingsplan Regiotram - tracédelen I en II |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-oh01 |
Beschermde Stadsgezichten
Een groot deel van het tramtracé loopt, zoals in paragraaf 2.4 al werd opgemerkt, dwars door het beschemd stadsgezicht Binnenstad: vanaf het Verbindingskanaal tot en met een gedeelte van de Nieuwe Ebbingestraat nabij het Noorderplantsoen.
Een klein gedeelte van de kruising Hereweg/Verbindingskanaal-oostzijde valt binnen het beschermd stadsgezicht Zuiderpark.
De beschermde monumenten, die binnen dit bestemmingsplan vallen, kennen elk hun eigen beschermingsregime:
Stationsgebied
Het stationsgebied is de belangrijke 19de eeuwse infrastructurele toevoeging aan de stad door de aansluiting op het landelijke Spoorwegnet (verbinding met Leeuwarden 1866) en Zwolle (1870). Het is gerealiseerd op een terrein direct en zuiden van de vestingwal. Na het eerste houten stationsgebouw wordt in 1895-1998 het huidige stationsgebouw gerealiseerd (beschermd rijksmonument) met bijbehorende perronoverkappingen uit 1896 (gemeentelijk monument) en loopbrug met seinhuis uit 1928 (gemeentelijk monument). Voor en naast het kopstation bevindt zich een uitgestrekt spooremplacement. Over de kruising van de Hereweg met het spoor wordt het Herewegviaduct aangelegd (19de eeuw/vernieuwd 1925).
Afb. 22 Stationsgebied, Hereweg, Hereplein, Herestraat, Gedempte Zuiderdiep
Hereweg - Verbindingskanaal - Herebrug - Hereplein - Herestraat
Het gebied tussen de singels en het Stationsgebied is onderdeel van de belangrijke 19de eeuwse stedenbouwkundige transformatie na de ontmanteling van de Vestingwerken (1876) ten zuiden van de historische binnenstad van Groningen. Het brede Verbindingskanaal is ontstaan uit het vergraven van de zuidelijke hoofdgracht tussen de nieuw aangelegde Westerhaven (gedempt in 1962)/Zuiderhaven en de Oosterhaven (1876), die weer aansluiting geeft op het Eemskanaal en verder met de havens van Delfzijl en de zee.
Hereweg
Van oudsher is de Hereweg de historisch belangrijkste zuidelijke uitvalsroute/entree van en naar de stad.
Herebrug
De brug werd gebouwd in 1952-1953 ter plaatse van een oudere voorganger en markeert de historisch belangrijkste zuidelijke entree naar de stad toe. Ze vormt een essentieel onderdeel van een groter stedenbouwkundig geheel van plein, brug en viaduct.
Van belang in dit tracégedeelte zijn, van zuid naar noord, verder:
Herestraat / Gedempte Zuiderdiep
De gedeelte van het tracé bevindt zich ter plaatse van de voormalige gracht langs de zuidkant van de middeleeuwse stad. De aanleg van het Zuiderdiep en Kattendiep in het oostelijke verlengde hiervan vond plaats tussen 1616 en 1637. Het Zuiderdiep werd gedempt in 1880 als gevolg van de ontmanteling van de vestingwerken. De functie van dit diep werd overgenomen door het nieuwe Verbindingskanaal.
Van belang in dit tracégedeelte zijn:
Oosterstaat
Samen met de Herestraat vormt de Oosterstraat de historische hoofdverbinding tussen de marktenreeks Grote Markt-Vismarkt en het Gedempte Zuiderdiep en is ze onderdeel van het nadrukkelijk noord-zuid gerichte stratenpatroon. De middeleeuwse oorsprong van dit regelmatige patroon komt tot uiting in het licht golvende beloop van de straat en de geleidelijke, geringe vernauwingen en verbredingen in het profiel, waardoor een wisselend en ruimtelijk begrensd straatbeeld is ontstaan. De Oosterstraat is een zeer kenmerkend en gaaf voorbeeld van een straat met een aantal specifiek ruimtelijke karakteristieken op grond van de functionele ontwikkeling, de schaal van de bebouwing, het beloop, het dwarsprofiel en de ruimtelijke beëindiging. Ze bestaat uit qua schaal en maat samenhangende, overwegend monumentale bebouwing.
Afb. 23 Gedempte Zuiderdiep, Oosterstraat, Grote Markt
Van belang in dit tracégedeelte zijn:
het licht golvende beloop en de geleidelijke, geringe vernauwingen en verbredingen in het profiel (van breed in het zuidelijke gedeelte naar smallere overgangen in het noordelijke gedeelte);
- Oosterstraat 3 (stoep; gemeentelijk monument);
- Oosterstraat 33 (trappen, hek, keldertoegang; rijksmonument);
- Oosterstraat 44 (trappen, hek, keldertoegang;rijksmonument);
- Oosterstraat 53 (trappen, hek, keldertoegang; rijksmonument);
- Oosterstraat 65 (trap; gemeentelijk monument);
- Oosterstraat 69 (trap, hek, keldertoegang; gemeentelijk monument)1.
Grote Markt - Kreupelstraat - Sint Walburgstraat - Kattenage
De Grote Markt dankt zijn huidige vorm aan de herinrichting, die na verwoesting van de oost- en noordwand aan het einde van de Tweede Wereldoorlog plaatsvond. Dit had een verlegging van de noordelijke en oostelijke pleinwanden tot gevolg en creatie van een nieuw plein, het Kwinkenplein en een nieuwe toegangsweg naar de Grote Markt, de Kreupelstraat. Ook betekende dit afbraak van de - nog aanwezige restanten van de - Hoofdwacht, waardoor de toegang naar de zuidzijde van het Martinikerkhof aanmerkelijk werd verbreed, zodat de Martinitoren geheel los van de pleinbegrenzende bebouwing kwam te staan.
De Kattenhage vormt de verbinding tussen de middeleeuwse stad binnen de 15de eeuwse diepenring en de 17e eeuwse stadsuitleg aan de oostzijde. Het betreft hier een verlenging van de bestaande Sint Walburgstraat.
Afb. 24 Grote Markt, Martinikerkhof, Kreupelstraat, Sint Walburgstraat, Kattenhage
In dit tracégedeelte zijn van belang:
-Hofstraat 38 (rijksmonument);
-Kattenhage 4 - 14, Vrouw Wilsoor's Gasthuis (rijksmonument).
Boterdiep - Nieuwe Ebbingestraat - Noorderstationsstraat
Het Boterdiep en de Nieuwe Ebbingestraat vormen onderdeel van de 17de eeuwse noordelijke stadsuitleg met een bijzondere, op geometrische principes gebaseerde structuur, die aansluit op de oude stad. Het kenmerkende stratenpatroon bestaat uit noord-zuid lopende straten, waarvan de Nieuwe Ebbingestraat het sterkst tot ontwikkeling is gekomen, doorsneden door oost-west lopende reeksen zijstraten. Het (gedempte) Boterdiep vormt aan de oostzijde de begrenzing van deze 17de eeuwse uitleg. Het Boterdiep is een oude waterweg die in de eerste helft van de 17de eeuw via het oude Selwerderdiep werd doorgetrokken tot in de stad, maar om waterstaatkundige redenen niet in verbinding stond met het Schuitendiep. Aan de kop hiervan ontstond een 'Steenmarkt', een overslagplaats voor goederen. Ter plekke nog herkenbaar aan het brede profiel nabij het tanktation (ontwerp van architect W.M. Dudok; rijksmonument).
Na de ontmanteling van de vesting (vanaf 1880) werd het noordwestelijke deel van de vestingwal vergraven tot Noorderplantsoen (vanaf de Nieuwe Ebbingestraat verder westwaarts richting Reitdiep). Ten (noord)oosten hiervan ontstaat een knoop van wegen, Nieuwe Ebbingestraat, Korreweg, Roodeweg, Bedumerweg en Noorderstationsstraat als gevolg van verschillende ontwikkelingsfasen en stadsuitbreidingen. Met name het gebiedje Nieuwe Ebbingestraat/westzijde Roodeweg vormt in stedenbouwkundige zin een apart en ingewikkeld stukje stad, gelegen op de grens van de binnenstad, de Noorderplantsoenbuurt, de Bedumerwegwijk en de Korrewegwijk. Het is ontstaan op de plek waar vroeger het Boterdiep de stad binnenkwam. In 1912 werd dit binnen-Boterdiep gedempt omdat het voor de scheepvaart overbodig was geworden.
De Noorderstationsstraat werd aangelegd in 1885 als verbinding van de binnenstad met de nieuwe treinhalte 'Halte Noord' (1883 aan de spoorlijn naar Delfzijl/Roodeschool). In feite werd de Nieuwe Ebbingestraat als Verlengde Nieuwe Ebbingestraat doorgetrokken tot aan deze halte. Met de komst van een echt stationsgebouw in 1885 werd de straat omgedoopt in Noorderstationsstraat.
Afb. 25 Boterdiep, Nieuwe Ebbingestraat, Noorderstationsstraat
Van belang in dit tracégedeelte zijn:
Kastanjelaan-Eikenlaan-Zonnelaan-Zernike
Dit gebied vormt een scherpe breuk met de vooroorlogse stad ten zuiden van het Noorderstation.
Van belang in dit tracégedeelte zijn: