Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP486Buitengebied-vg01 |
Het landelijk gebied rond de stad heeft een belangrijke dagrecreatieve waarde voor de inwoners van de stad. Fietsend of wandelend 'beleeft' men het landschap.
Aan de west- en noordzijde van de stad (omgeving Zijlvesterweg en de Koningslaagte) liggen de 'landweggetjes' als aantrekkelijke routes door het landschap. Door dit langschap loopt de lange-afstand-wandelroute (LAW 9): het Pieterpad. Dit is de bekendste route van Nederland, die voert van Pieterburen naar de Sint Pietersberg bij Maastricht. Naar schatting maken jaarlijk tussen de vijftien- en vijftigduizend mensen gebruik van deze route. Langs het traject floreert de horeca en verblijfsrecreatie dan ook. Ook in het Groningse deel van de route liggen hiervoor kansen. Met name voor de verblijfsrecreatie. In het bestemmingsplan wordt daarom langs de Pieterpadroute de mogelijkheid geboden in vrijstaande bijgebouwen verblijfsrecreatieve voorzieningen te realiseren. Dit is een geringe verruiming van de standaardregels, die inhouden dat in ieder hoofdgebouw een tweetal (slaap)kamers voor logies en ontbijt aangewend mag worden.
Recentelijk is het padennetwerk uitgebreid met een fietsverbinding tussen de Leegeweg en de Aduarderdiepsterweg met een brug over het Aduarderdiep. De Stichting Het Groninger Landschap heeft onlangs het bezoekerscentrum Buitenplaats Reitdiep aan de Wolddijk geopend.
Het landelijk gebied rond de Noorddijkerweg maakt deel uit van het recreatiegebied Kardinge. Ook hier is sprake van routegebonden recreatie. Naast de Noorddijk zijn er verschillende fietsverbindingen die aansluiten op het regionale paden- en wegennet.
De Tichelwerkbrug over het Aduarderdiep
In de Groenstructuurvisie is het belang van de recreatieve ring rond de stad benoemd. Hierbij is aangegeven dat zal worden ingezet op het verhogen van de recreatieve waarde. In het provinciaal beleid is aangegeven dat onder andere door middel van recreatie invulling kan worden gegeven aan een verbreding van de landbouw. Hierbij moet gedacht worden aan kleinschalige vormen van verblijfsrecreatie (kamperen bij de boer). Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat er nieuwe bebouwing ten behoeve van de recreatie wordt opgericht in het buitengebied. Momenteel zijn er geen verblijfsrecreatieve voorzieningen aanwezig in het plangebied.