Plan: | Bestemmingsplan Hoogkerk-Gravenburg |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP482HoogkerkGrave-oh01 |
De voor 'agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a. buiten het op de kaart aangegeven bouwvlak mogen geen bouwwerken worden gebouwd in de vorm van overkappingen voor dieren, opslag van (landbouw)materieel of veevoeder;
b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2,50 meter bedragen;
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals lichtmasten bij een paardenbak, mag maximaal 6 meter bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie;
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
a. het bepaalde in lid 4.2.2, onder b voor het vergroten van de goot- en bouwhoogte van de gebouwen met maximaal 10%;
b. het bepaalde in lid 4.2.2 onder d voor het vergroten van oppervlakte van de bedrijfswoning tot maximaal 150 m2 en een bouwhoogte tot maximaal 11 m;
Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 4.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
a. het landschapsbeeld;
b. de verkeersveiligheid;
c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Het gestelde in lid 4.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 4.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden welke:
De in lid 4.7.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van het open landelijke gebied.