Plan: | Bestemmingsplan Helpman |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP471Helpman-oh01 |
In 1992 is door Nederland het 'verdrag van Valetta' ondertekend, in de volksmond ook wel 'verdrag van Malta' genoemd. In dit verdrag spraken de Europese Staten af om beter rekening te houden met archeologisch erfgoed in de bodem. Een groot gedeelte van het zogenaamde bodemarchief is na de Tweede Wereldoorlog al vernietigd, zonder te zijn gedocumenteerd. Het verdrag van Malta is wettelijk vertaald met een ingrijpende wijziging in de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten, zoals de Ontgrondingenwet en de Woningwet. Hierin wordt de verantwoordelijkheid voor een goede omgang met eventueel aanwezige archeologische waarden bij de gemeenten gelegd. De bescherming van die waarden dient te worden meegenomen in de ruimtelijke ordening, dat wil zeggen de bestemmingsplannen.
Elk bestemmingsplan dient vanaf 1 september 2007 daarom een paragraaf archeologie te bevatten, waarin wordt aangegeven welke archeologische waarden in het plan aanwezig, dan wel te verwachten zijn. Daarnaast dient het bestemmingsplan voorschriften te bevatten om eventueel aanwezige archeologische waarden te beschermen. Die voorschriften kunnen in enkele op archeologische gronden geselecteerde gebieden aan bouw- en aanlegvergunningen worden gehangen. Daarmee wordt de aanvrager van een dergelijke vergunning verantwoordelijk voor behoud van archeologisch erfgoed. De Monumentenwet 1988, de erfgoedverordening van de gemeente en dit bestemmingsplan beschrijven vervolgens de procedure.
Het bestemmingsplan Helpman is een actualisatie van het vigerende bestemmingsplan. Er is in het grootste gedeelte van het plangebied géén archeologisch (voor)onderzoek verricht, en de gegevens in het plangebied over de ligging van archeologische waarden zijn daarmee (nog) schaars. Dit heeft tot gevolg dat het archeologisch onderzoek verplaatst wordt naar het moment dat er een bouw- of aanlegvergunning aangevraagd wordt. Om het bestemmingsplan 'Malta-proof' te maken is het dus noodzakelijk dat een bouw- en aanlegvergunningstelsel wordt opgenomen voor de gebieden waar archeologische waarden verwacht worden.
Hoewel er slechts enkele vindplaatsen bekend zijn in het plangebied, kan er wel een inschatting gemaakt worden van de verschillende archeologische verwachtingswaarden binnen het plan. De in paragraaf 2.1.1 genoemde schets van de ruimtelijke ontwikkeling en archeologische verwachting geven aan dat de kans op archeologische sporen in het plangebied hoog tot zeer hoog is.
De hier gekozen benadering is vergelijkbaar met die van het oostelijker gelegen bestemmingsplan Coendersborg. De twee oude kernen van Helpman, de begraafplaats uit de volksverhuizingstijd en de oostelijke helft van de plaats van Huis de Wijert behoeven extra aandacht en krijgen de dubbelbestemming Waarde-Archeologie-1. Het overige plangebied krijgt als dubbelbestemming Waarde-Archeologie-2.
Fragment uit de archeologische database Archis. In groen de verrichte onderzoeken (verkennend, waarderend en opgravend), in roze de plaats van Huis de Wijert en
de begraafplaats uit de volksverhuizingstijd. De precieze vindplaatsen van de urn
(binnen het roze gebied) en van Huis de Wijert zijn niet bij Archis bekend.
Bekende archeologische waarden (dubbelbestemming Waarde-Archeologie-1)
Het terrein van Huis de Wijert (ontleend aan de kadastrale minuut van 1830), de begraafplaats uit de volksverhuizingstijd (de omvang van de begraafplaats is aangenomen) en de beide oude kernen van Helpman hebben een zeer hoge archeologische waarde. Om die reden is een aangepast beschermingsregime hier op zijn plaats. Dit beschermingsregime geldt voor bouwwerken groter dan 50 m2. Een aanlegvergunning is vereist voor werkzaamheden over een oppervlakte groter dan 50 m2 en dieper dan 30 centimeter.
Verwachte archeologische waarden (dubbelbestemming Waarde-Archeologie-2)
Het plangebied Helpman ligt in zijn geheel op de Hondsrug. Er worden verschillende soorten sporen en vondsten verwacht op de Hondsrug. Dit varieert van vuursteenvindplaatsen uit de steentijd tot ontginningssporen en nederzettingen uit de Middeleeuwen. Omdat dergelijke vindplaatsen (nog) niet precies zijn te duiden, geldt voor het gehele plangebied (met uitzondering van de vier gebieden met een zwaarder beschermingsregime en de twee archeologische monumenten) een beschermingsregime dat van toepassing is voor bouwwerken groter dan 200 m2. Een aanlegvergunning is nodig voor werkzaamheden over een oppervlakte groter dan 100 m2 en dieper dan 30 centimeter.
Gemeentelijke archeologische monumenten
Twee percelen, die met zekerheid nog resten bevatten van de Helperlinie, zijn aangewezen als archeologisch gemeentelijk monument. Deze gebieden zijn niet op de bestemmingsplankaart aangegeven, aangezien deze terreinen onder de bescherming van de gemeentelijke erfgoedverordening (= monumentenverordening) vallen. Het betreft een groot walfragment op de scheiding met de RK-begraafplaats en een bosperceel, waarin de westelijke helling van één van de bastions bewaard is gebleven. Het Helperdiep en de watervoerende grachten van de Helperlinie verbonden het Winschoterdiep in het oosten met het Hoornse Diep in het westen.
In groen weergegeven de twee archeologische monumenten,
onderdelen van de Linie van Helpman