Plan: | Bestemmingsplan Korrewegwijk-De Hoogte 2009 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP467Korrewegwijk-oh01 |
Het hele plangebied, ook het naoorlogse deel, wordt gekenmerkt door een heldere, ruim opgezette stedenbouwkundige structuur, die voortvloeit uit de vooroorlogse verkaveling. Deze structuur wordt ondersteund en versterkt door de zorgvuldig en gevarieerd vormgegeven architectuur en bijbehorende inrichting van de openbare ruimtes, vooral in het vooroorlogse deel van het gebied.
De vooroorlogse gebieden vallen grotendeels samen met het beschermd stadsgezicht Korrewegwijk.
De verkaveling bestaat hier voornamelijk uit een aaneenschakeling van gesloten bouwblokken.
De Korrewegwijk is als zodanig van algemeen belang vanwege haar betekenis voor de ontwikkeling van het stedenbouwkundig denken, de kwaliteit van het ruimtelijk concept, de schaal en de architectonische invulling. De Korreweg is de ruggegraat van de wijk; de weg doorsnijdt alle belangrijke assen en zones.
De ruimtelijke hoofdstructuur van het plangebied bestaat in hoofdlijnen uit twee soorten gebieden:
Structuur van de wijk
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ruimtelijke structuur van het plangebied. Het betreft in de paragrafen 3.2 tot en met 3.6 achtereenvolgens de randen van het plangebied, de radialen Korreweg en Bedumerweg, de concentrische elementen, het vooroorlogse deel van het plangebied dat grotendeels samenvalt met het beschermd stadsgezicht Korrewegwijk en de na-oorlogse gebieden. In paragraaf 3.7 zijn relatief nieuwe ontwikkelingen opgenomen; relatief, omdat hetzij het vigerende bestemmingsplan Korrewegwijk/De Hoogte de ontwikkeling al grotendeels mogelijk maakt (het betreft twee locaties aan het Oosterhamrikkanaal en twee locaties waar vervangende nieuwbouw- woningen worden gerealiseerd), hetzij omdat de raad met de ontwikkeling reeds heeft ingestemd (de locatie rond de Antillenstraat). Het hoofdstuk wordt afgesloten met een korte beschrijving van de verkeerssituatie in paragraaf 3.8.