direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen
Plan: Bestemmingsplan Korrewegwijk-De Hoogte 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP467Korrewegwijk-oh01

Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen - al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroepen in een woning en/of de daarbij behorende aan- of uitbouwen (inclusief aangebouwde bijgebouwen) - met dien verstande dat de functie wonen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd-1' niet is toegestaan op de begane grond;
  • b. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur;
  • c. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in de woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • d. detailhandel - met uitzondering van een supermarkt, detailhandel in volumineuze goederen en detailhandel in motorbrandstoffen - ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • e. dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • f. garage in de vorm van een autostalling ter plaatse van de aanduiding 'garage', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • g. bedrijven van de categorie van 1 en 2 van de Lijst van bedrijfstypen, dienstverlening, dienstverlenende bedrijven, kantoren, en detailhandel - met uitzondering van een supermarkt, detailhandel in volumineuze goederen en detailhandel in motorbrandstoffen - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd -1' en 'specifieke vorm van gemengd -2', met dien verstande dat deze functies uitsluitend mogen worden uitgeoefend op de begane grond;
  • h. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 tot een maximum van 150 m2 bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging ter plaatse van de aanduiding 'horeca' , met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • i. kantoren ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond; dit met dien verstande dat indien tevens de 'specifieke bouwaanduiding-1' op de kaart is aangegeven, ter plaatse van deze aanduiding tevens de functie kantoor is toegestaan op de verdieping;
  • j. maatschappelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • k. zakelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - zakelijke dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • l. horeca - 2 tot een maximum van 150 m2 bedrijfsvloeroppervlakte ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van wonen-horeca' en 'recreatie', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • m. horeca - 3 tot een maximum van 150 m2 bedrijfsvloeroppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-horeca', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • n. horeca-2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
  • o. recreatie ter plaatse van de aanduiding 'recreatie', met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grond;
  • p. wegen, fiets- en voetpaden;
  • q. groenvoorzieningen;
  • r. nutsvoorzieningen;
  • s. parkeervoorzieningen;
  • t. additionele voorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Algemene bouwregels
  • 1. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 14.1 genoemde doeleinden.
  • 2. Binnen de hele bestemming zijn - onafhankelijk van het bebouwingspercentage en de bouwgrenzen - ten behoeve van ondergronds/ halfverdiept parkeren gebouwde parkeervoorzieningen toegestaan, met dien verstande dat de hoogte, gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, c.q. afdekking, maximaal 1,20 meter bedraagt.
  • 3. Garageboxen zijn uitsluitend toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 3,5 meter.
14.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouw- en goothoogte mogen maximaal de op de kaart aangegeven bouw- respectievelijk goothoogte bedragen, tenzij de bestaande hoogte meer bedraagt, in welk geval de bestaande hoogte geldt; ter plaatse van de aanduiding kap is bovendien de bestaande kap toegestaan.
14.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mogen uitsluitend op het achtererf worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale bouwhoogte 3,50 meter bedraagt;
    • 2. de maximale diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    • 3. de afstand tot de zij- en achtererfgrens, indien deze grenst aan het openbaar gebied, minimaal 1 meter bedraagt;
  • b. vrijstaande bijgebouwen mogen uitsluitend op het achtererf worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale bouwhoogte 3,00 meter bedraagt;
    • 2. de afstand tot de zij- en achtererfgrens, indien deze grenst aan het openbaar gebied, minimaal 1 meter bedraagt;
  • c. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bebouwing op het achtererf maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande dat het achtererf voor maximaal 50% mag zijn bebouwd;
  • d. de maximale bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'garage' bedraagt maximaal 3.50 meter.
14.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. voorzover het niet erf- of perceelsafscheidingen betreft mogen de bouwwerken, geen gebouw zijnde, uitsluitend op het achtererf worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag op het voorerf maximaal 1 meter bedragen en op het zij- en achtererf maximaal 2 meter;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen;
  • d. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bebouwing op het achtererf maximaal 50 m² bedragen, met dien verstande dat het achtererf voor maximaal 50% mag zijn bebouwd.
14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a. de woonsituatie:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een redelijke lichttoetreding, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy;

b. het straat- en bebouwingsbeeld:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte-/breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;

c. de verkeersveiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie;

d. de sociale veiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is;

e. de milieusituatie:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking;

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.

14.4 Ontheffing van de bouwregels
14.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 14.2.2 onder a voor het overschrijden van de bouwgrens met maximaal 10% van de toegestane oppervlakte voor hoofdgebouwen op het betreffende perceel;
  • b. het bepaalde in lid 14.2.2 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 7 meter;
  • c. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter;
  • d. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.2 voor het vergroten van de toegestane diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw tot maximaal 5 meter;
  • e. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.2 voor het realiseren van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen achter een oorspronkelijke uitbouw, met dien verstande dat de diepte achter de oorspronkelijke uitbouw maximaal 4 meter bedraagt en de maximale breedte niet meer dan die van de oorspronkelijke uitbouw bedraagt; het bepaalde in lid 14.2.3 onder c blijft hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • f. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a.3 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • g. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 4 meter bedraagt;
    • 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 3,50 meter bedraagt;
    • 3. een kap is toegestaan;
    • 4. de breedte maximaal 4 meter bedraagt;
    • 5. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    • 6. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
  • h. het bepaalde in lid 14.2.3 onder b1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
  • i. het bepaalde in lid 14.2.3 onder b2 voor het bouwen tot op de erfgrens;
  • j. het bepaalde in lid 14.2.3 onder c en/of 14.2.4 onder d voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot maximaal 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd;
  • k. het bepaalde in lid 14.2.4 onder a voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het zijerf, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 5 meter bedraagt.
14.4.2 Voorwaarden voor ontheffing

De in lid 14.4.1 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in 14.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

14.5 Specifieke gebruiksregels
  • 1. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:
    a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
    b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
    c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
    d. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
    e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 14.1 is toegestaan.
  • 2. Indien de functie horeca-3 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-horeca' als bedoeld in lid 14.1 onder m gedurende minimaal 1 jaar is gewijzigd in een andere volgens het plan toegelaten functie, wordt het opnieuw wijzigen in de functie horeca-3 aangemerkt als verboden gebruik.
  • 3. Indien de functie recreatie ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' als bedoeld in lid 14.1 onder o gedurende minimaal 1 jaar is gewijzigd in een andere volgens het plan toegelaten functie, wordt het opnieuw wijzigen in de functie recreatie aangemerkt als verboden gebruik.
14.6 Ontheffing van de gebruiksregels
14.6.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 14.1 ten behoeve van de vestiging van de functie bedrijven van de categorie 1 en 2 van de Lijst van Bedrijfstypen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-horeca';
  • b. het bepaalde in lid 14.1 ten behoeve van de vestiging van de functies dienstverlening, kantoren en/of bedrijven van de categorie 1 en 2 van de Lijst van Bedrijfstypen ter plaatse van de aanduiding 'recreatie';
  • c. het bepaalde in lid 14.1 onder a ten behoeve van het toestaan van de functie wonen op de begane grond;
  • d. het bepaalde in lid 14.1 ten behoeve van het toestaan van een functie in een hogere dan de eerste bouwlaag indien het betreft dezelfde functie als in de eerste bouwlaag en/of indien het gebouw kennelijk niet gebouwd is ten behoeve van de woonfunctie;
  • e. het bepaalde in lid 14.1 onder g ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen in een hogere dan de aldaar genoemde categorieën, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 14.1 onder g genoemde categorieën, mits het geen geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • f. het bepaalde in lid 14.1 onder g ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 14.1 onder g genoemde categorieën, mits het geen geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft.
  • g. het bepaalde in lid 14.5 onder 1d voor het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 14.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
  • h. het bepaalde in lid 14.5 onder 1e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 14.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
14.6.2 Voorwaarden voor ontheffing

De ontheffing bedoeld in lid 14.6.1 onder e en f wordt niet verleend dan nadat een advies van een onafhankelijke deskundige op het gebied van het milieu is ingewonnen.

14.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de situering en de vorm van de op de kaart aangegeven bouwvlakken worden gewijzigd dan wel op de kaart nieuwe bouwvlakken worden aangegeven, mits:

  • a. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 14.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.