Plan: | Bestemmingsplan Bodenterrein - UMCG |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP459BodenterreinU-oh01 |
Het bestemmingsplan UMCG/Bodenterrein betreft het ziekenhuiscomplex, het ten noorden daarvan gelegen Bodenterrein, een locatie ten noorden van het Oosterhamrikkanaal en het gebied ten zuiden van het Hanzeplein.
Het Bodenterrein en de locatie ten noorden van het Oosterhamrikkanaal maken deel uit van de herontwikkeling van een groot gebied in het noordoostelijk deel van de binnenstad: het CiBoGa-project. Al eerder is voor een deel van het CiBoGagebied het bestemmingsplan “CiGa” vastgesteld. In het voorliggend bestemmingsplan is het resterend deel van het CiBoGa-gebied meegenomen.
Het Bodenterrein en de Vrydemalaan zijn in gemeentelijk eigendom.
Het gebied ten noorden van het Oosterhamrikkanaal behoudt de vigerende bestemmingsplanregeling en kan pas worden ontwikkeld na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid. Ook voor het gebied ten zuiden van het Hanzeplein zijn geen nieuwe ontwikkelingen geprojecteerd.
Het plangebied wordt ontwikkeld door enerzijds het UMCG die globaal de uitbreiding ten zuiden van de omgelegde Antonius Deusinglaan voor zijn rekening neemt en anderzijds door de gemeente die globaal de omgelegde Antonius Deusinglaan en ontwikkelingen tussen deze nieuwe weg en het Oosterhamrikkanaal voor haar rekening neemt. De kosten en opbrengsten die dit voor de gemeente met zich meebrengt, zijn ondergebracht in de geactualiseerde grondexploitatie CiBoGa 2008 die in december 2008 door de raad is geaccordeerd. Deze exploitatie is in zijn geheel economisch uitvoerbaar. Eind 2009 is een herziene exploitatie in procedure gebracht, welke in februari/maart 2010 door de raad wordt behandeld; ook deze herziening is economisch uitvoerbaar. De kosten worden door de opbrengsten gedekt. De kosten bestaan uit verwerving, sloop, bouw- en woonrijp maken, groen en bijkomende kosten als voorbereiding en toezicht, planontwikkeling en financieringskosten. De opbrengsten bestaan uit subsidies, eigen gemeentelijke bijdragen en uitgifte van grond voor met name de ontwikkelingen van het UMCG en voor woningbouw langs het Oosterhamrikkanaal. Daarnaast doet het UMCG een bijdrage in de aanleg van de infrastructuur. Met het UMCG is een anterieure overeenkomst gesloten.
Nagegaan is of het op basis van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en de daarin opgenomen regeling omtrent grondexploitatie noodzakelijk is een exploitatieplan aan het bestemmingsplan toe te voegen. Een dergelijk plan wordt tezamen met het bestemmingplan door de raad vastgesteld en bevat een verantwoording van de wijze, waarop de kosten van een ontwikkeling verzekerd zijn. Daarnaast kan een exploitatieplan inrichtingseisen voor de ontwikkeling bevatten.
Een exploitatieplan is niet nodig als ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan een exploitatieovereenkomst is gesloten met de ontwikkelaar of als het gaat om gronden die in eigendom zijn van de gemeente of waarvoor er reeds een bouwvergunning is afgegeven danwel waarvoor een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan is opgenomen.
In afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (Grondexploitatie) is geregeld dat een exploitatieplan ten behoeve van een ontwikkelingen die door middel van een wijzigingsbevoegheid worden mogelijk gemaakt pas ten tijde van de wijziging van de bestemming hoeft worden vastgesteld.
Het is op grond van het vorenstaande niet nodig dat de raad bij dit bestemmingsplan een exploitatieplan vaststelt.