Plan: | Bestemmingsplan Bodenterrein - UMCG |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP459BodenterreinU-oh01 |
Aanleiding
Het verdrag van Valetta
In 1992 is door Nederland het 'verdrag van Valetta' ondertekend, dat ten doel heeft om beter rekening te houden met het archeologisch erfgoed in de bodem. Het verdrag van Malta is wettelijk vertaald door een ingrijpende wijziging van de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten, zoals de Ontgrondingenwet en de Woningwet. Hierin wordt de verantwoordelijkheid voor een goede omgang met eventueel aanwezige archeologische waarden bij de gemeenten gelegd. De bescherming van die waarden dient te worden meegenomen in de ruimtelijke ordening, dat wil zeggen: in bestemmings- plannen. Elk bestemmingsplan dient vanaf 1 september 2007 een paragraaf over archeologie te bevatten, waarin wordt aangegeven welke archeologische waarden in het plan aanwezig, dan wel te verwachten zijn. Daarnaast dient het bestemmingsplan voorschriften te bevatten om eventueel aanwezige archeologische waarden te beschermen.
Het plangebied
Bodenterrein/UMCG
Het gehele plan ligt binnen AMK-terrein nummer 8789, dat van hoge archeologische waarde is en dat geregistreerd staat op de Archeologische Monumentenkaart Nederland (AMK). In het gedeelte van het AMK-terrein dat binnen het plangebied ligt, zijn vooral sporen uit de Steentijd te verwachten, zeker omdat eventuele resten goed geconserveerd worden door de bovenliggende, afdekkende kleilagen. Maar ook sporen uit later tijd zijn niet uit te sluiten (zie onderstaande figuur).
Ligging van het AMK-terrein
Steentijd
Het plangebied van bestemmingsplan Bodenterrein-UMCG ligt in zijn geheel op de oostelijke flank van de Hondsrug. De pleistocene (dek)zanden van de Hondsrug komen hier niet aan het maaiveld, maar liggen onder een dikke kleilaag, die dikker wordt in het oosten van het plangebied, naarmate de Hondsrug daar verder onder het maaiveld wegduikt. De pleistocene zanden van de Hondsrug zijn in het verleden een aantrekkelijke vestigingsplaats gebleken voor jagers en verzamelaars in de Steentijd. De kans op het aantreffen van archeologische resten op dit pleistocene dekzand is hoog.
De geschiktheid van de pleistocene zanden voor bewoning is bevestigd door archeologische waarnemingen die werden gedaan op het terrein van de voormalige gasfabriek. Op enkele plaatsen was de top van het dekzand nog aanwezig; verder was het terrein volkomen vergraven. Van de top van het dekzand, uit een mogelijke prehistorische bouwvoor, kon enig aardewerk en wat vuursteen verzameld worden. Vermoedelijk dateert het aardewerk uit de Late Steentijd of daarna.
Ook werden er opgravingen uitgevoerd ten behoeve van de nieuwbouw van een ondergrondse parkeergarage voor het UMCG. Hierbij werd ook weer het niveau van het dekzand aangesneden. In het dekzand werden sporen aangetroffen uit de nieuwe Steentijd, in de vorm van aardewerk en vuursteen, maar ook -en dat is zeldzaam- in de vorm van ploegkrassen in de oude bouwvoor uit die tijd. Enkele paalkuilen geven aan dat er ook op deze plek gewoond werd.
De nog onbeschadigde dekzandlagen ter plaatse van het UMCG bevatten hoogstwaarschijnlijk intacte, goed geconserveerde sporen en vondsten uit de Jonge Steentijd, die vooral door de verwachte intactheid van groot wetenschappelijk belang zouden zijn.
Na de middeleeuwen
Na de middeleeuwen, toen in het plangebied de pleistocene zanden van de Hondsrug al lang afgedekt waren door een kleilaag, werd de Hunze door bedijkingen ingedamd en kon het omliggende gebied als wei- en hooiland in gebruik worden genomen.
Archeologische waarden
Om de archeologische waarden in de toekomst veilig te stellen, zijn in het plan voorschriften opgenomen, zodat er bij toekomstige bodemverstoringen aandacht kan worden gegeven aan archeologisch onderzoek (zie plankaart). De voorschriften richten zich op de dieper gelegen pleistocene lagen, en niet zozeer op restanten uit de perioden daarna, omdat de resten bij de bouw van het academisch ziekenhuis nagenoeg vernietigd zijn.