Plan: | Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding (2020) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0010.48BP-VG01 |
In dit plan wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan “Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding (2020)” met identificatienummer NL.IMRO.0010.48BP-VG01 van de gemeente Delfzijl;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ten productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven;
een afgestudeerd archeoloog met kennis van en ervaring in het Noord-Nederlandse kustgebied;
een onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of graven en/of begeleiden) verricht door een daartoe bevoegde instantie;
een gebied met daaraan toegekende archeologische waarde vanwege de kennis en wetenschap van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
het bedrijfsmatig vervaardigen en/of bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen;
en gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
ten aanzien van de aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik:
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
et geheel van bedrijfsmatig handelen en van activiteiten gericht op de instandhouding en ontwikkeling van bestaande respectievelijk nieuwe bossen ten behoeve van (de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu en recreatie;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een getal dat gebruikt wordt om de geografische locatie van een punt aan te geven door middel van het een x-coördinaat (west-oost situering) en y-coördinaat (zuid-noord situering);
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, die hobbymatig in gebruik zijn en niet worden gebruikt ten behoeve van een volwaardige agrarische bedrijfsvoering;
werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden al dan niet met inbegrip van ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van garagebedrijven;
de ondersteuningsconstructie, welke geheel of gedeeltelijk ondergronds ligt, waarop het gebouw of bouwwerk geplaatst wordt;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijke met wanden omsloten ruimte vormt;
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of een terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt;
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een terrein waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van geluidzoneringsplichtige inrichtingen en rondom welk terrein als geheel een geluidzone kan worden vastgesteld;
de behuizing van de rotoras, generator of tandwielkast van een windturbine;
een kabel/leiding met een spanningsniveau hoger dan 50.000 Volt;
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de meldings- en herplantplicht ex artikel 4.2 en artikel 4.3 Wet natuurbescherming, zoals die gold op het moment van onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan;
een voorziening op een windturbine dat een windturbine onmiddellijk automatisch uit bedrijf neemt zodra het een signaal van mogelijke ijsvorming aan de rotorbladen ontvangt;
bouwwerk bedoelt voor het onderbrengen van schakel en meetapparatuur om de windturbines te verbinden met het landelijke elektriciteitsnet;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam of een duiker, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
de berekende gecumuleerde geluidbelasting op grond van het Reken en Meetvoorschrift Geluid (2012) en/of het Reken- en meetvoorschrift windturbines (Activiteitenregeling milieubeheer, Bijlage 4), waarbij (voor zover relevant) het geluid van spoorwegverkeer, luchtvaart, scheepvaart, industrie, (weg)verkeer en windturbines zijn meegenomen;
de hoogte waarop het omliggende terrein aansluit op het gebouw, bouwwerk of windturbine;
educatieve, (sociaal-)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke diensten en voorzieningen en diensten ten behoeve van overheidsdienstverlening, als ook ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
een woning die verbonden is aan een inrichting die windturbines realiseert en exploiteert doordat:
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied (bij de afweging van het begrip natuurlijke waarden zal de Wet natuurbescherming steeds onderdeel van het toetsingskader zijn);
het regulier gebruik, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goede agrarische bedrijfsvoering en het agrarisch gebruik van de gronden;
ondergeschikte voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, inkoopstations, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie met een maximale oppervlakte van 60 m2;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarbij er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
horeca die ondergeschikt is aan de bestemming/hoofdfunctie en die tot doel heeft het verstrekken van kleine etenswaren en dranken, waarbij:
een (half)verharde weg ten behoeve van de ontsluiting van een windturbine voor het bouwen van en het onderhoud aan een windturbine;
een verharde plek ten behoeve van het bouwen van en het onderhoud aan een windturbine, waaronder tevens begrepen onderhoudswegen;
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
risico op een plaats nabij een buisleiding, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die bepaalde plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval met die buisleiding;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
het samenstelsel van drie rotorbladen (ook wel wieken genoemd) en hub (ook wel de neus genoemd) van een windturbine;
de wiek van een windturbine;
de diameter van de cirkel die door de tip (het uiteinde) van een rotorblad (wiek) wordt beschreven;
de uiterste punt van een rotorblad of wiek van een windturbine;
een nieuw windpark in provinciaal concentratiegebied voor windenergie, als zodanig ook aangewezen in de Structuurvisie Eemsmond-Delfzijl, en gelegen ten zuiden van het bestaande windpark Delfzijl-Zuid;
een door de wind aangedreven turbine of molen, die wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit;
het recht opstaande deel ofwel de verticale staander van een windturbine, waar boven op het geheel van de gondel met wieken wordt geplaatst;
het geheel van windturbines met alle daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, zoals opstelplaatsen en onderhoudswegen;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, bliksemafleiders en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de tip van de wiek, waarbij de minimale hoogte wordt bepaald door de wiek in laagste positie en de maximale hoogte wordt bepaald door de wiek in hoogste positie;
vanaf het peil tot aan het hart van de (wieken)as/naaf of hart van de hub (neus) van de windturbine;
de afstand tussen de uiterste punt van een wiek en het hart van de (wieken)as/naaf;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de fundering;
a. tweemaal de bladlengte van een wiek plus de (wieken)as/naaf;
b. of: de diameter van de cirkel die door de tip (het uiteinde) van een rotorblad (wiek) wordt beschreven;
(de exacte coördinaat) van het middelpunt van (de mast van de) windturbine valt samen met (de exacte coördinaat van) het middelpunt van de aanduiding.
De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
functie van het bouwwerk | goothoogte in meters | dakhelling in % * | bouwhoogte in meters | |
max. | min | max | max | |
bedrijfsgebouw of overkapping | 5 | 20 | 60 | 15 |
* voor overkappingen geldt geen minimale dakhelling
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing, nadere eisen stellen aan de plaats, de aard en de afmetingen van de bebouwing, waarbij met name rekening zal worden gehouden met de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De voor 'Bedrijf - Windturbinepark Voorlopig' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van windturbines gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen in de vorm van inkoopstations gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1.2 a lid j voor een andere positionering van de windturbine binnen de bestemming:
Een omgevingsvergunning voor een windturbine dient met het oog op de voorlopige bestemming als bedoeld in artikel 4.1 als tijdelijk bouwwerk te worden verleend. De omgevingsvergunning dient als voorwaarde te hebben dat de turbine wordt verwijderd inclusief de bijbehorende voorzieningen, zoals grondplaten en hekwerken, na verloop van de gestelde termijn.
Het geluidsniveau op de gevel van gevoelige gebouwen en op de grens van gevoelige terreinen veroorzaakt door alle windturbines die zijn aangeduid met de bestemming 'Bedrijf - Windturbinepark Voorlopig' tezamen mag niet meer bedragen dan 47 dB Lden en 41 dB Lnight. Een omgevingsvergunning voor het bouwen of gebruiken mag uitsluitend worden verleend als aan deze geluidsnorm kan worden voldaan.
De gecumuleerde geluidbelasting op de gevel van gevoelige gebouwen en op de grens van gevoelige terreinen, mede veroorzaakt door alle windturbines die zijn aangeduid met de bestemming 'Bedrijf - Windturbinepark Voorlopig', mag niet meer bedragen dan Lcum 65 dB(A) tenzij er sprake is van een molenaarswoning.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik van de windturbines wordt gerekend:
adres | plaats |
Kloosterlaan 27 | Wagenborgen |
Kloosterlaan 25 | Wagenborgen |
Kloosterlaan 21a | Wagenborgen |
Kloosterlaan 26 | Wagenborgen |
Zomerdijk 1 | Wagenborgen |
Zomerdijk 2 | Wagenborgen |
Zomerdijk 3a | Wagenborgen |
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1.4 c indien de gecumuleerde geluidbelasting op de gevel van gevoelige gebouwen en op de grens van gevoelige terreinen, mede veroorzaakt door alle windturbines die zijn aangeduid met de bestemming 'Bedrijf - Windturbinepark Voorlopig', Lcum 66 tot en met 70 dB bedraagt mits:
De voorlopige bestemming als bedoeld in artikel 4.1 geldt 30 jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van het plan.
Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in 4.2, gelden de voor 'Bedrijf - Windturbinepark Voorlopig' aangewezen gronden de bestemming 'Agrarisch - Wegdorpenlandschap'. De voor 'Agrarisch - Wegdorpenlandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in artikel 4.3.3 a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden en de bodemkundige, cultuurhistorische en archeologische waarden.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, waarbij de bodem dieper dan 40 cm -mv wordt geroerd, met uitzondering van:
De gebouwen die bestaan ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan zijn hiervan uitgezonderd.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2, mits:
Indien één of meerdere voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 5.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, waarbij de bodem dieper dan 0,45 m -Mv wordt geroerd, met uitzondering van:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.2, mits:
Indien één of meerdere voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Indien één of meerdere voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is als uitzondering op de onderliggende geldende bestemming geen (agrarische) bedrijfswoning toegestaan.
Op de gronden met de aanduiding 'overige zone - parkinfrastructuur' zijn toegangs- en onderhoudswegen ten behoeve van het windpark toegestaan, alsmede:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - molenaarswoning' worden de woningen tevens aangemerkt als een woning behorende tot het windturbinepark.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt de geluidzone van de industrieterreinen Delfzijl c.a. zoals bedoeld in artikel 52 van de Wet geluidhinder.
Ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - industrie’ is het realiseren van woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 Wet geluidhinder binnen de op de verbeelding opgenomen 'geluidzone - industrie', maar buiten de grens van het gezoneerd industrieterrein niet toegestaan, zonder dat is aangetoond dat voor wat betreft de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein kan worden voldaan aan de bij de geluidzone vastgestelde hogere grenswaarden dan wel de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A).
voor zover de gebiedsaanduidingen, als bedoeld in artikel 8.2, 8.3 en 8.4 van dit plan, samenvallen met (dubbel)bestemmingen uit onderliggende bestemmingsplannen gelden de regels in artikel 8.2, 8.3 en 8.4 als aanvulling op de regels van de bestemmingen uit onderliggende bestemmingsplannen waarbij de regels voor de gebiedsaanduidingen voorrang hebben. De onderliggende bestemmingen blijven verder van toepassing.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan “Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding (2020)”