Plan: | Oosterhorn |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0010.31BP-VO01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Oosterhorn met identificatienummer NL.IMRO.0010.31BP-VO01 van de gemeente Delfzijl;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een afgestudeerd archeoloog met kennis van en ervaring in het Noord-Nederlandse kustgebied;
terrein dat op basis van de Monumentenwet 1988 door het Rijk is aangewezen als beschermd archeologisch monument;
een onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of graven en/of begeleiden) verricht door een daartoe bevoegde instantie;
een gebied met een daaraan toegekende hoge archeologische verwachting vanwege de kennis en wetenschap van de in dat gebied verwachte overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
een gebied met daaraan toegekende archeologische waarde vanwege de kennis en wetenschap van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
bewaarplaats voor zand en slib dat opgebaggerd is;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
het bedrijfsmatig vervaardigen en/of bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen, en het aanbieden van diensten uitsluitend ten behoeve van en gerelateerd aan het industriegebied;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
Een horecavoorziening die uitsluitend is bedoeld om klanten van industrieterrein te bedienen, niet bedoeld voor het geven van feesten en partijen, en waar promotie en reclame van het bedrijf niet is gericht op het werven van klanten van buiten het industrieterrein.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een hijskraan, schoorsteen, zonnepaneel of andere installatie, al dan niet op of aan gebouwen, met een open of ranke structuur, ter plaatse aanwezig ten behoeve van de ter plaatse gevestigde bedrijven;
een beperkt kwetsbaar object als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder b van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, en waarbij voor een object van hoge infrastructurele waarde de volgende invulling wordt gegeven: 'een nuts- of communicatievoorziening waarvan het onderbreken van de continuiteit tot gevolg heeft dat een deel van de maatschappij in haar dagelijks functioneren wordt belemmerd';
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
bruto vloeroppervlak gemeten volgens NEN 2580, zoals deze geldt;
gebouw waarin de toestellen voor het transformeren van elektrische stroom zijn ondergebracht;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
periodes die lopen voor de dag van 07.00 uur tot 19.00 uur, voor de avond van 19.00 uur tot 23.00 uur en voor de nacht van 23.00 uur tot 07.00 uur;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
elke voor publiek buiten de daartoe ingerichte inrichtingen toegankelijke festiviteit, grootschalige sportwedstrijd, auto- of motorcrosswedstrijd, optocht, georganiseerd vuurwerk en alle overige tot vermaak en recreatie bedoelde activiteiten, met uitzondering van markten als bedoeld in de Gemeentewet, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen en betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg;
de etmaalwaarde van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats afkomstig van een bepaalde bron of combinatie van bronnen;
punt gedefinieerd in het Geluidverdeelplan, dat is opgenomen in Bijlage 2 Geluidverdeelplan Oosterhorn, waarop de geluidimmissie van zowel een afzonderlijk bouwperceel als van het totale industrieterrein wordt getoetst;
de verdeling van de geluidproductie over de bouwpercelen passend binnen de zonegrens geluid;
de geluidsruimte als immissiewaarde op beoordelingspunten, afzonderlijk bepaald voor de dag, avond en nachtperiode, die aan een bouwperceel is toegekend op basis van het geluidverdeelmodel behorend tot en opgenomen in Bijlage 2 Geluidverdeelplan Oosterhorn;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of een terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt;
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt, waarbij onder "gebouw, bestemd voor menselijk wonen of menselijk verblijf" wordt verstaan: gebouw dat op grond van het bestemmingsplan, bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening, een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26 of 3.28 van die wet daaronder mede begrepen, de beheersverordening, bedoeld in artikel 3.38 van die wet, of, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, de omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van laatstgenoemde wet mag worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf;
afval dat als zodanig staat vermeld in de Europese Afvalstoffenlijst;
het door middel van het aanhoudend slaan met een heiblok of hydraulische-impacthamer of met een trilblok , een (funderings)paal of damwand de grond in drijven;
zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder; een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
Eén of meer bomen of boomvormers of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen bestaande uit tenmintste 10 bomen of met een oppervlak van ten minste 10 are.
een zelfstandig(e), dan wel samenwonend persoon of groep van personen die binnen een complex van ruimten gebruikmaken van dezelfde voorzieningen zoals een keuken, sanitaire voorzieningen en de entree;
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht, dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, en geen bouwwerk is waarvoor ingevolge de Woningwet een bouwvergunning is vereist;
een object zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 onder l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
de berekende gecumuleerde geluidsbelasting op grond van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 en/of het Reken- en meetvoorschrift windturbines (Activiteitenregeling milieubeheer, Bijlage 4), waarbij (voor zover relevant) het geluid van spoorwegverkeer, luchtvaart, scheepvaart, industrie, (weg)verkeer en windturbines binnen en buiten dit plan zijn meegenomen;
onderhoudswerkzaamheden, als het vervangen van bestrating en dergelijke, die niet leiden tot verstoring van de ongeroerde bodem;
beneden het oorspronkelijk maaiveld;
een object - geen kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object zijnde - dat niet bestemd is voor het verblijf van personen, anders dan dat die incidenteel en kortstondig aanwezig zijn, en waarin geen gevaarlijke stoffen worden opgeslagen, uitgezonderd werkvoorraden;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie wordt verricht. Onder een prostitutiebedrijf worden in elk geval verstaan: een erotische massagesalon, een sekstheater, een bordeel of een parenclub, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;
de toestand waarbij de inrichting volledig gebruik maakt van de vergunde capaciteit in de betreffende beoordelingsperiode conform de Handleiding Rekenen en Meten Industrielawaai 1999 (HRMI 1999);
een bouwwerk c.q. object, waaronder terreinen, die bestemd zijn voor het regelmatig verblijf van mensen, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag;
een inrichting, waarvoor ofwel op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, of wel op grond van het vuurwerkbesluit vanwege de verwerking of opslag van verpakt of onverpakt professioneel vuurwerk, al dan niet in samenhang met consumentenvuurwerk, een grenswaarde, richtwaarde voor het risico cq. een risico- of veiligheidsafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van beperkt kwetsbare objecten of een inrichting zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer waarbij een veiligheidsafstand van tenminste 30 meter van toepassing is, exclusief windturbines;
het samenstelsel van rotorbladen (ook wel wieken genoemd) en naaf (ook wel de neus genoemd) van een windturbine;
de diameter van de cirkel die door de tip (het uiteinde) van een rotorblad (wiek) wordt beschreven;
een als bijlage bij de regels gevoegde, en daarvan deel uitmakende, lijst van bedrijven, voorzieningen en instellingen welke ingevolge de regels van dit bestemmingsplan zijn toegelaten;
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder, zoals deze luiden op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
een door de wind aangedreven turbine, die wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit;
woningen die vanwege de relatie tussen de eigenaren/bewoners daarvan en (de exploitant van) het windpark behoren tot de sfeer van de inrichting;
een team bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente Delfzijl, de provincie Groningen, Groningen Seaports (GSP) en Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta (SBE) dat adviseert over geluidverdeling industrielawaai binnen de geluidszone industrielawaai die geldt voor de Industrieterreinen Delfzijl;
een ruimtelijk samenhangende, grondgebonden of drijvende installatie voor het opwekken van zonne-energie, groter dan 200 m2, niet zijnde zonnepanelen op daken van gebouwen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
vanaf het middelpunt van de as van de wieken tot aan het aansluitende afgewerkte terrein, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein gemeten wordt vanaf het niveau van het afgewerkte terrein dat direct aansluit op de dichtstbijzijnde weg als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;
de rotordiameter betreft tweemaal de bladlengte van een wiek + de naaf;
de afstand tussen de uiterste punt van een wiek en de naaf;
de uiterste punt van een rotorblad;
vanaf het peil tot aan de tip van de wiek, waarbij de minimale hoogte wordt bepaald door de wiek in laagste positie en de maximale hoogte wordt bepaald door de wiek in hoogste positie;
de kortste afstand vanaf enig punt van een bouwwerk tot de perceelgrens.
De voor ‘Bedrijventerrein - Industrie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In de bestemming zijn niet begrepen:
In verband met de aanwijzing als ontwikkelingsgebied op grond van de Crisis- en herstelwet heeft dit bestemmingsplan mede tot doel de milieugebruiksruimte op het industrieterrein te optimaliseren en de milieuhinder op gevoelige functies in de omgeving zoveel mogelijk te beperken.
Met het oog op deze doelstellingen zal via het instrumentarium van de Wet milieubeheer en de Wabo worden gewerkt aan handhaving en terugbrengen van de milieubelasting naar de in de Structuurvisie Eemsmond - Delfzijl opgenomen omgevingswaarden voor onder andere geluid- en geurhinder. De regels ter borging of versterking van de hiervoor genoemde doelstellingen of ter voorkoming van negatieve effecten op natuurgebieden zijn opgenomen in Artikel 23 Algemene gebruiksregels en Artikel 24 Algemene aanduidingsregels.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van windturbines gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en bedrijfsinstallaties gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de zeedefensie, de landschappelijke inpassing en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
Het aanbrengen van oppervlakteverharding is alleen toegestaan indien er een garantie is dat 10% van de oppervlakte van bouwwerken, gemeten op niveau peil, op het bedrijventerrein binnen een jaar na realisatie van verharding wordt gecompenseerd als waterberging.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Bos - Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing, nadere eisen stellen aan de plaats, de aard en de afmetingen van de bebouwing, waarbij ook rekening zal worden gehouden met:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 en worden toegestaan dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot 15 m, mits:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van windturbines gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
In de bestemming zijn kwetsbare objecten niet begrepen.
Op of in deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van het behoud van bestaande cultuurhistorisch waardevolle gebouwen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing, nadere eisen stellen aan de plaats, de aard en de afmetingen van de bebouwing, waarbij ook rekening zal worden gehouden met:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.2.2 en worden toegestaan dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot 15 m, mits:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing, nadere eisen stellen aan de plaats, de aard en de afmetingen van de bebouwing, waarbij met name rekening zal worden gehouden met:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2.2 onder b en worden toegestaan dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot 15 m, mits:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Het gebruik van de diepe ondergrond (dieper dan Normaal Amsterdams Peil (- 50 m) is in deze bestemming niet begrepen, met uitzondering van bestaand gebruik.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Water - Industriehaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waaronder mede begrepen:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing, nadere eisen stellen aan de plaats, de aard en de afmetingen van de bebouwing, waarbij met name rekening zal worden gehouden met:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de zeedefensie, de landschappelijke inpassing en de gebruiksmogelijkheden van de omliggende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
De voor ‘Water - Waterkering’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het is verboden op of in de in lid 10.1 bedoelde gronden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 10.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterkerende functie van de dijken c.q. de overige gronden met een waterkerende (neven)functie.
Het verbod als bedoeld in lid 10.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De voor 'Leiding - Aardgascondensaat' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een hogedruk aardgascondensaatleiding (inclusief voorzieningen) met een belemmerde strook ter breedte van 4 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding.
Op of in de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het is verboden op of in de in lid 11.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld om eventuele schade te voorkomen.
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Het verbod als bedoeld in lid 11.5.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding van ondergrondse hogedruk gastransportleidingen, inclusief voorzieningen, met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), mits het geen kwetsbaar object betreft en de belangen van de leiding niet worden geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de in lid 12.1 bedoelde gronden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 12.4.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 12.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen zoals vermeld in lid 12.4.2.
Het verbod als bedoeld in lid 12.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de in lid 13.1 bedoelde gronden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 13.4.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 13.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen vermeld in lid 13.4.2.
Het verbod als bedoeld in lid 13.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De voor ‘Leiding - Hoogspanningsverbinding’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van een hoogspanningsleiding.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.2 in die zin dat de in de daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
Het is verboden op of in de in lid 14.1 bedoelde gronden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld om eventuele schade te voorkomen.
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Het bepaalde in lid 14.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De voor 'Leiding - Leidingenstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor het leggen van diverse leidingen, inclusief voorzieningen, met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), mits het geen kwetsbaar object betreft en de belangen van de leiding(en) niet worden geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij Groningen Seaports.
Het is verboden op of in de in lid 15.1 bedoelde gronden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 15.4.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder en Groningen Seaports. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leidingen.
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Het verbod als bedoeld in lid 15.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden.
Voor het bouwen van bouwwerken is een omgevingsvergunning overeenkomstig de Erfgoedwet/Monumentenwet noodzakelijk.
Voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning overeenkomstig de Erfgoedwet/Monumentenwet noodzakelijk.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van archeologische waarden, met dien verstande dat indien in het kader van deze bestemming onderzoek noodzakelijk is voor het verlenen van een omgevingsvergunning hierbij het meest recente archeologische beleid van de gemeente Delfzijl als uitgangspunt dient te worden gehanteerd. Dit beleid is bij het vaststellen van dit bestemmingsplan verwoord in de Nota evaluatie en actualisatie archeologiebeleid 2017 en bijbehorende Archeologische beleidsadvieskaart.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemming(en):
Een vergunning als bedoeld in lid 17.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Het verbod als bedoeld in lid 17.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van archeologische waarden, met dien verstande dat indien in het kader van deze bestemming onderzoek noodzakelijk is voor het verlenen van een omgevingsvergunning hierbij het meest recente archeologische beleid van de gemeente Delfzijl als uitgangspunt dient te worden gehanteerd. Dit beleid is bij het vaststellen van dit bestemmingsplan verwoord in de Nota evaluatie en actualisatie archeologiebeleid 2017 en bijbehorende Archeologische beleidsadvieskaart.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemming(en):
Een vergunning als bedoeld in lid 18.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Het verbod als bedoeld in lid 18.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van archeologische (verwachtings)waarden, met dien verstande dat indien in het kader van deze bestemming onderzoek noodzakelijk is voor het verlenen van een omgevingsvergunning hierbij het meest recente archeologische beleid van de gemeente Delfzijl als uitgangspunt dient te worden gehanteerd. Dit beleid is bij het vaststellen van dit bestemmingsplan verwoord in de Nota evaluatie en actualisatie archeologiebeleid 2017 en bijbehorende Archeologische beleidsadvieskaart.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in lid 19.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Het verbod als bedoeld in lid 19.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van cultuurhistorische waarden.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in lid 20.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Het verbod als bedoeld in lid 20.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het geluidsniveau op de gevel van gevoelige gebouwen en op de grens van gevoelige terreinen veroorzaakt door alle windturbines die zijn aangeduid binnen de bestemming Bedrijventerrein - Industrie tezamen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 47 dB Lden en 41 dB Lnight, met dien verstande dat de geluidsbelasting van windturbines niet wordt getoetst op woningen die op het gezoneerde industrieterrein liggen.
De gecumuleerde geluidbelasting op de gevel van gevoelige gebouwen en op de grens van gevoelige terreinen, mede veroorzaakt door alle windturbines die zijn aangeduid met 'windturbine’, mag niet meer bedragen dan Lcum 65 dB(A), met dien verstande dat geluid dat wordt veroorzaakt door inrichtingen en windturbines op het gezoneerde industrieterrein niet worden meegerekend voor woningen die op het gezoneerde industrieterrein liggen.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 23.4 indien de gecumuleerde geluidbelasting op de gevel van gevoelige gebouwen en op de grens van gevoelige terreinen, mede veroorzaakt door alle windturbines, Lcum 66 tot en met 70 dB(A) bedraagt, mits:
Het is verboden te heien in de periode mei tot en met juli indien dit tot gevolg heeft dat aan de voet van de zeedijk van de Waddenzee trillingen hiervan worden waargenomen, tenzij kan worden aangetoond dat in specifieke gevallen de effecten van het heien op in de Waddenzee voorkomende gevoelige soorten nihil zijn.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:
De met 'Milieuzone - geluidzonebeheer' aangeduide gronden geven het gebied (gronden en water) aan die behoren tot het gezoneerde bedrijventerrein (industrielawaai), met dien verstande dat openbare wegen, openbare spoorwegen en openbare waterwegen niet en spoorwegemplacementen wel bij het gezoneerde bedrijventerrein behoren.
De met 'Milieuzone - geluidzonebeheer' aangeduide gronden zijn bedoeld voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - geluidzonebeheer' gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.1.2, sub a teneinde een grotere geluidsruimte op een bouwperceel toe te staan. Deze omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd Bijlage 2 Geluidverdeelplan Oosterhorn te wijzigen indien uit onderzoek is gebleken dat de standaard geluidruimte door bestaande of te vestigen bedrijven niet wordt gebruikt of binnen afzienbare tijd niet meer nodig zal zijn. Deze wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast na instemming van Groningen Seaports.
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - dijk landelijk' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen en aanduidingen, tevens aangeduid voor de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen primaire waterkering met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de aangewezen bestemmingen gelden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - dijk landelijk' de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan, nadat voorafgaand advies van de beheerder van de waterkering is ingewonnen, met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.3.2 in die zin dat de in de bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits is aangetoond dat de stabiliteit van de nabijgelegen waterkering niet nadelig wordt beïnvloed en wordt voldaan aan de volgende onderverdeling binnen deze aanduidingszone:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, nadat voorafgaand advies van de beheerder van de waterkering is ingewonnen, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterkerende functie en de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de waterkering.
Het bepaalde onder a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - dijk stedelijk' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen en aanduidingen, tevens aangeduid voor de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen primaire waterkering met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de aangewezen bestemmingen gelden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - dijk stedelijk' de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan, nadat voorafgaand advies van de beheerder van de waterkering is ingewonnen, met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.4.2 in die zin dat de in de bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits is aangetoond dat de stabiliteit van de nabijgelegen waterkering niet nadelig wordt beïnvloed en wordt voldaan aan de volgende onderverdeling binnen deze aanduidingszone:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, nadat voorafgaand advies van de beheerder van de waterkering is ingewonnen, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterkerende functie en de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de waterkering.
Het bepaalde onder a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
In uitzondering op het gestelde in de overige regels mogen ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - windturbine' uitsluitend windturbines, compactstations en niet-kwetsbare objecten worden gebouwd.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - waterkering' zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bedoeld voor als waterkerende functie en zijn de volgende handelingen zonder toestemming (watervergunning of andere toestemming) van het bevoegde waterschap (Hunze en Aa's) niet toegestaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - wierde' zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bedoeld voor de bescherming van het open landschap en zicht op de wierde.
Er mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte hoger dan 1 m worden gebouwd, met dien verstande dat erfafscheidingen met een transparante uitstraling, waardoor het zicht op de wierde niet wordt belemmerd, wel zijn toegestaan.
Het gebruik van gronden voor houtteelt en het aanbrengen van opgaande beplanting (bomen of andere meerjarige beplanting hoger dan 1,5 m) is niet toegestaan, evenals het uitvoeren van werken en werkzaamheden waardoor bestaand relief wordt aangetast.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen Verkeer en Bedrijventerrein - Industrie aan te passen vanwege een efficiëntere indeling van het bedrijventerrein, mits de doorgaande verkeersfunctie over het bedrijventerrein van het noordoosten naar het zuidwesten gegarandeerd blijft.
De rangorde tussen de bestemmingen voor zover deze samenvallen met dubbelbestemmingen luidt als volgt:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 28.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 28.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in lid 28.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 28.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Oosterhorn van de gemeente Delfzijl.