Bestemmingsplan Delfzijl - Kern Noord

 

Naar vorige

Plangegevens

Toelichting

Planregels

Print deze pagina

Naar volgende

 

 

Artikel 10:

Tuin

 

10.1

Bestemmingsomschrijving

 

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.              tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.

 

De in de bestemming begrepen gronden dienen niet als erf te worden beschouwd in de zin van artikel 1 van het Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken van 13 juli 2002.

 

In de bestemming zijn niet begrepen:

-                  seksinrichtingen.

 

10.2

Bouwregels

                      

10.2.1

Ten aanzien van deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.

 

10.2.2

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.              de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen; met dien verstande dat de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten niet meer dan 5 m bedraagt;

b.              de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m.

                   

10.3

Ontheffing van de bouwregels

 

10.3.1

Burgemeester en wethouders kunnen, op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing en mits

-                  geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

-                  de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

-                  het straat- en bebouwingsbeeld;

-                  de verkeersveiligheid;

 

ontheffing verlenen van het bepaalde in:

a.       lid 10.2.1:

          voor de bouw van erkers en toegangsportalen voor de naar de weg gekeerde gevel van op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen tot een diepte van 1,50 m gemeten vanuit de voorgevel en voor maximaal 75% van de lengte van de gevel, waarbij de bouwhoogte maximaal 0,25 m meer mag bedragen dan de hoogte van de vloer van de eerste verdieping tot een maximum van 4 m;

b.       lid 10.2.1:

voor het bouwen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, met dien verstande dat:

1.       er dient 3 m achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, dan wel niet minder dan de bestaande afstand indien deze minder bedraagt;

2.       de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 1 m, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is;

3.       de goothoogte mag niet meer dan 3,50 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is;

4.       de bouwhoogte mag niet meer dan 6 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is;

5.       de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer dan 70 m2 bedragen, dan de bestaande oppervlakte indien deze hoger is;

6.       de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;

7.       een bouwperceel mag voor niet meer dan 50% worden bebouwd, dan wel het bestaande percentage indien dit meer is.

 

naar boven