14.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in:
-
a. lid 14.2.1 voor de bouw van erkers en toegangsportalen voor de naar de weg gekeerde gevel van op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen tot een diepte van 1,50 m gemeten vanuit de voorgevel en voor maximaal 75% van de breedte van de gevel, waarbij de bouwhoogte maximaal 0,25 m meer mag bedragen dan de bouwhoogte van de vloer van de eerste verdieping tot een maximum van 4,00 m;
-
b. lid 14.2.1 voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, met dien verstande dat:
-
1. 3,00 m achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw dient te worden gebouwd,
-
2. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 1,00 m, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is, dan wel;
-
3. de goothoogte mag niet meer dan 3,50 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is;
-
4. de bouwhoogte mag niet meer dan 6,00 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is;
-
5. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en overkappingen per bouwperceel niet meer dan 70 m2 mag bedragen, dan wel de bestaande oppervlakte indien deze hoger is;
-
6. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
-
7. een bouwperceel mag voor niet meer dan 50% worden bebouwd, dan wel het bestaande percentage indien dit meer is.