|
|||||||||
|
|||||||||
|
|||||||||
Overgangsrecht |
|||||||||
|
|||||||||
33.1
|
Overgangsrecht bouwwerken a.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van
het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden
krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze
afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1.
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2.
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit
geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van een omgevingsvergunning
wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b.
Eenmalig kan met een
omgevingsvergunning afgeweken worden van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van
een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. c.
sub a is niet van toepassing op bouwwerken die
weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar
zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de
overgangsbepaling van dat plan. |
||||||||
33.2
|
Overgangsrecht gebruik a.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het
tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is,
mag worden voortgezet. b.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige
gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander
met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar
aard en omvang wordt verkleind. c.
Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de
inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt
onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten
hervatten. d.
sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds
in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen
de overgangsbepalingen van dat plan. |
||||||||
|
|||||||||