Plan: | Bestemmingsplan Dorpskern Ten Boer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0009.BP022DorpskernTenB-vg01 |
In 1992 is door Nederland het 'verdrag van Valetta' ondertekend, in de volksmond ook wel 'verdrag van Malta' genoemd. In dit verdrag spraken de Europese Staten af om beter rekening te houden met archeologisch erfgoed in de bodem. Een groot gedeelte van het zogenaamde bodemarchief is na de Tweede Wereldoorlog al vernietigd, zonder te zijn gedocumenteerd. Het verdrag van Malta is wettelijk vertaald met een ingrijpende wijziging in de Monumentenwet 1988 en enkele andere wetten, zoals de Ontgrondingenwet en de Woningwet. Hierin wordt de verantwoordelijkheid voor een goede omgang met eventueel aanwezige archeologische waarden bij de gemeenten gelegd. De bescherming van die waarden dient te worden meegenomen in de ruimtelijke ordening, dat wil zeggen de bestemmingsplannen.
Elk bestemmingsplan dient vanaf 1 september 2007 daarom een paragraaf archeologie te bevatten, waarin wordt aangegeven welke archeologische waarden in het plan aanwezig, dan wel te verwachten zijn. Daarnaast dient het bestemmingsplan voorschriften te bevatten om eventueel aanwezige archeologische waarden te beschermen. Die voorschriften kunnen in enkele op archeologische gronden geselecteerde gebieden aan een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden worden gehangen. Daarmee wordt de aanvrager van een dergelijke vergunning verantwoordelijk voor behoud van archeologisch erfgoed. De Monumentenwet 1988 en dit bestemmingsplan beschrijven vervolgens de procedure.
Het bestemmingsplan Ten Boer Dorpskern is een actualisatie van de vigerende bestemmingsplannen. Er is in het grootste gedeelte van het plangebied géén archeologisch (voor)onderzoek verricht, en de gegevens in het plangebied over de ligging van archeologische waarden zijn daarmee (nog) schaars. Dit heeft tot gevolg dat het archeologisch onderzoek verplaatst wordt naar het moment dat er een omgevingsvergunning aangevraagd wordt. Om het bestemmingsplan 'Malta-proof' te maken is het dus noodzakelijk dat een omgevingsvergunningstelsel wordt opgenomen voor de gebieden waar archeologische waarden verwacht worden.
Het grondgebied van Ten Boer kent, op basis van de door de gemeente Ten Boer opgestelde regiokaart met verwachte archeologische waarden, verschillende archeologische terreinen. Deze zijn, kort samengevat, de volgende:
Om deze regimes te vangen in de bestemmingsplanmethodiek bevat de verbeelding de volgende dubbelbestemmingen:
Bekende archeologische waarden (dubbelbestemming Waarde-Archeologie-1 )
Hieronder vallen het AMK-terrein, de terpen, de historische kern en de boerenplaatsen. Deze hebben allen een hoge archeologische waarde. Om die reden is een beschermingsregime hier op zijn plaats. Dit beschermingsregime geldt voor bouwwerken groter dan 50 m2. Een omgevingsvergunning is vereist voor werkzaamheden over een oppervlakte groter dan 50 m2 en dieper dan 30 centimeter.
Verwachte archeologische waarden (dubbelbestemming Waarde-Archeologie-2)
Deze dubbelbestemming betreft de archeologisch hoge verwachtingswaarde. Omdat dergelijke vindplaatsen (nog) niet precies zijn te duiden, geldt voor een deel van het plangebied (met uitzondering van de gebieden met een zwaarder beschermingsregime, de twee archeologische monumenten, delen van het plangebied die al verstoord zijn én delen van het plangebied die al onderzocht zijn) een beschermingsregime dat van toepassing is voor bouwwerken groter dan 200 m2. Een omgevingsvergunning is nodig voor werkzaamheden over een oppervlakte groter dan 200 m2 en dieper dan 60 centimeter.
Archeologische rijksmonumenten
Het kerkterrein van Ten Boer is aangewezen als archeologisch rijksmonument. Dit gebied is niet op de verbeelding van dit bestemmingsplan aangegeven, aangezien dit terrein onder de bescherming van de Monumentenwet 1988 valt.