Plan: | Bestemmingsplan Bellingwolde |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0007.030403-VG01 |
16. 1.
Bestemmingsomschrijving
De
voor ‘Groen - Park’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. waardevolle boombeplanting;
b. groenvoorzieningen;
c. plantsoenen;
d. waterlopen, waterpartijen en oevers;
e. paden;
f. gebouwen ten behoeve van het beheer en onderhoud van het parkgebied;
waarbij de instandhouding van de landschappelijke waarden van het park wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
g. dagrecreatief medegebruik;
h. speelvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
i. verhardingen;
j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
16. 2.
Bouwregels
16. 2. 1. Voor het bouwen van de in
lid 16.1. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
a.
de
gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen zal ten hoogste 150 m² bedragen;
b.
de
bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 4,00 m bedragen.
16. 2. 2. Voor het bouwen van
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a.
de
bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
b.
de
bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m
bedragen.
16. 3.
Nadere
eisen
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing.
16. 4.
Aanlegvergunning
16. 4. 1. Het is verboden zonder of in
afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders
(aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en
werkzaamheden uit te voeren:
a. het verwijderen van beplanting;
b. het aanleggen en/of verharden van paden;
c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
d. het graven en/of dempen van waterlopen en waterpartijen.
16. 4. 2. Het in lid 16.4.1. vervatte
verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a.
het
normale onderhoud betreffen;
b.
reeds
in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
c.
noodzakelijk
zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare voorzieningen.
16. 4. 3. De in lid 16.4.1. genoemde
vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt
gedaan aan de landschappelijke waarden van de gronden.