direct naar inhoud van Artikel 40 Algemene wijzigingsregels
Plan: Bestemmingsplan Bellingwolde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0007.030403-VG01

Artikel 40 Algemene wijzigingsregels

 

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:

 

a.    de bestemming(en) ‘Maatschappelijk’, ‘Bedrijf’, ‘Detailhandel’, ‘Dienstverlening’ en ‘Horeca’ wordt gewijzigd in de bestemming(en) ‘Wonen - 1’ of ‘Wonen - 2’, mits:

1.    de betreffende functie ter plaatse is beëindigd;

2.    de bebouwing binnen het bestaande bouwvlak plaatsvindt;

3.    de woonfunctie geen onevenredige afbreuk doet aan de cultuurhisto­rische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorps­gezicht;

4.    een te realiseren woonfunctie is afgestemd op het moment van wijzi­ging vigerende gemeentelijke en provinciale woningbouwbeleid;

5.    de woonfunctie geen onevenredige afbreuk doen aan de ontwikke­lingsmogelijkheden van functies in de omgeving;

6.    een goede landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing van de gebouwen wordt gerea­liseerd;

7.    de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde, of een verkregen hogere waarde;

8.    na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 26 of artikel 27 van toepassing zijn;

b.    een aangegeven bouwvlak binnen de bestemmingen ‘Wonen - 1’, ’Wonen - 2’ of ‘Wonen - 3’ qua situering wordt gewijzigd, mits:

1.    de woonfunctie geen onevenredige afbreuk doet aan de cultuurhisto­rische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorps­gezicht;

2.    de woonfunctie geen onevenredige afbreuk doet aan de ontwikke­lingsmogelijkheden van functies in de omgeving;

3.    een goede landschappelijke inpassing van de gebouwen wordt gerea­liseerd;

4.    de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde, of een verkregen hogere waarde;

5.    na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de bepalingen van artikel 26, artikel 27 of artikel 28 van over­eenkomstige toepassing zijn;

c.    de bestemmingen ‘Maatschappelijk’, ‘Groen’, ‘Water’, ‘Wonen - 1’ en ‘Wonen - Wooncentrum’ onderling worden gewijzigd dan wel de ligging van bouwvlakken wordt gewijzigd, mits:

1.    deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 3’;

2.    een goede stedenbouwkundige inpassing wordt gerealiseerd met in­achtneming van de waarden van het beschermd dorpsgezicht;

3.    rekening wordt gehouden met de stedenbouwkundige randvoorwaarden zoals die zijn opgenomen in paragraaf 4.3 van de toelichting van dit bestemmingsplan;

4.    met de randvoorwaarden uit het omgevingsbeleid voor wat betreft water en milieu rekening wordt gehouden;

5.    de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde, of een verkregen hogere waarde;

6.    na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van de artikelen 15, 18, 26 en 30 van toepassing zijn;

d.    de bestemmingen ‘Bedrijf’, ‘Detailhandel’ en/of ‘Groen’ wordt ge­wijzigd in de bestemmingen ‘Wonen - 1’,‘Wonen - 2’ of ‘Wonen - Woongebouw’, mits:

1.    deze wijzigingsgebied uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 4;

2.    een goede stedenbouwkundige inpassing wordt gerealiseerd met inachtneming van de waarden van het beschermd dorpsgezicht;

3.    rekening wordt gehouden met de stedenbouwkundige randvoorwaarden zoals die zijn opgenomen in paragraaf 4.3 van de toelichting van dit bestemmingsplan;

4.    het aantal woningen ten hoogste 12 bedraagt;

5.    de te realiseren functie(s) geen onevenredige afbreuk doen aan de cultuurhisto­rische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorps­gezicht;

6.    de te realiseren functie(s) geen onevenredige afbreuk doen aan de ontwikke­lingsmogelijkheden van functies in de omgeving;

7.    het parkeren op het eigen terrein plaatsvindt;

8.    met de randvoorwaarden uit het omgevingsbeleid voor wat betreft water en milieu rekening wordt gehouden;

9.    de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde, of een verkregen hogere waarde;

10.  na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de bepalingen van artikel 26 en/of artikel 27 of artikel 31 van toepassing zijn, met dien verstande dat:

a.    de oppervlakte van de gebouwen ten hoogste 30% van de oppervlakte van het bouwperceel zal bedragen;

b.    de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 11,00 m zal bedragen.