Plan: | Bestemmingsplan Bellingwolde |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0007.030403-VG01 |
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
a. de bestemming(en) ‘Maatschappelijk’, ‘Bedrijf’, ‘Detailhandel’, ‘Dienstverlening’ en ‘Horeca’ wordt gewijzigd in de bestemming(en) ‘Wonen - 1’ of ‘Wonen - 2’, mits:
1. de betreffende functie ter plaatse is beëindigd;
2. de bebouwing binnen het bestaande bouwvlak plaatsvindt;
3. de woonfunctie geen onevenredige afbreuk doet aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
4. een te realiseren woonfunctie is afgestemd op het moment van wijziging vigerende gemeentelijke en provinciale woningbouwbeleid;
5. de woonfunctie geen onevenredige afbreuk doen aan de ontwikkelingsmogelijkheden van functies in de omgeving;
6. een goede landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing van de gebouwen wordt gerealiseerd;
7. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde, of een verkregen hogere waarde;
8. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 26 of artikel 27 van toepassing zijn;
b. een aangegeven bouwvlak binnen de bestemmingen ‘Wonen - 1’, ’Wonen - 2’ of ‘Wonen - 3’ qua situering wordt gewijzigd, mits:
1. de woonfunctie geen onevenredige afbreuk doet aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
2. de woonfunctie geen onevenredige afbreuk doet aan de ontwikkelingsmogelijkheden van functies in de omgeving;
3. een goede landschappelijke inpassing van de gebouwen wordt gerealiseerd;
4. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde, of een verkregen hogere waarde;
5. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de bepalingen van artikel 26, artikel 27 of artikel 28 van overeenkomstige toepassing zijn;
c. de bestemmingen ‘Maatschappelijk’, ‘Groen’, ‘Water’, ‘Wonen - 1’ en ‘Wonen - Wooncentrum’ onderling worden gewijzigd dan wel de ligging van bouwvlakken wordt gewijzigd, mits:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 3’;
2. een goede stedenbouwkundige inpassing wordt gerealiseerd met inachtneming van de waarden van het beschermd dorpsgezicht;
3. rekening wordt gehouden met de stedenbouwkundige randvoorwaarden zoals die zijn opgenomen in paragraaf 4.3 van de toelichting van dit bestemmingsplan;
4. met de randvoorwaarden uit het omgevingsbeleid voor wat betreft water en milieu rekening wordt gehouden;
5. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde, of een verkregen hogere waarde;
6. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van de artikelen 15, 18, 26 en 30 van toepassing zijn;
d. de bestemmingen ‘Bedrijf’, ‘Detailhandel’ en/of ‘Groen’ wordt gewijzigd in de bestemmingen ‘Wonen - 1’,‘Wonen - 2’ of ‘Wonen - Woongebouw’, mits:
1. deze wijzigingsgebied uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 4;
2. een goede stedenbouwkundige inpassing wordt gerealiseerd met inachtneming van de waarden van het beschermd dorpsgezicht;
3. rekening wordt gehouden met de stedenbouwkundige randvoorwaarden zoals die zijn opgenomen in paragraaf 4.3 van de toelichting van dit bestemmingsplan;
4. het aantal woningen ten hoogste 12 bedraagt;
5. de te realiseren functie(s) geen onevenredige afbreuk doen aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
6. de te realiseren functie(s) geen onevenredige afbreuk doen aan de ontwikkelingsmogelijkheden van functies in de omgeving;
7. het parkeren op het eigen terrein plaatsvindt;
8. met de randvoorwaarden uit het omgevingsbeleid voor wat betreft water en milieu rekening wordt gehouden;
9. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde, of een verkregen hogere waarde;
10. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de bepalingen van artikel 26 en/of artikel 27 of artikel 31 van toepassing zijn, met dien verstande dat:
a. de oppervlakte van de gebouwen ten hoogste 30% van de oppervlakte van het bouwperceel zal bedragen;
b. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 11,00 m zal bedragen.