Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder
artikel 23 lid 1.2 en toestaan dat bebouwing wordt gerealiseerd met een hogere bouwhoogte, met dien verstande dat de toegestane bouwhoogte niet meer mag bedragen dan op grond van de basisbestemming is toegestaan en overleg heeft plaatsgevonden met de eigenaar van de betreffende molen.