Plan: | Stad Appingedam, deelplan agrarische gebieden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0003.BPAPP10AGRARICHEGE-VA01 |
Het bestemmingsplan kan worden gewijzigd in die zin dat:
a. enige bestemming wordt gewijzigd ten behoeve van de plaatsing van zend-, ontvangst- en antennemasten, mits:
1. de antenne niet geplaatst kan worden op een bestaand bouwwerk, zoals een hoogspanningsmast, een windturbine, een reclamemast, een torensilo, of een daarmee gelijk te stellen bouwwerk;
2. de mast radiografisch noodzakelijk is;
3. bij plaatsing binnen de grenzen van een bouwperceel of binnen de grenzen van een woon- of bedrijfsbestemming de hoogte van de mast ten hoogste 30 m mag bedragen;
4. bij plaatsing binnen de grenzen van een bouwperceel of binnen de grenzen van een woon- of bedrijfsbestemming gelegen aan een weg, een viaduct of een verkeersknooppunt, de hoogte van de mast ten hoogste 15 m mag bedragen;
5. het aantal masten binnen de gemeente niet meer mag bedragen dan strikt noodzakelijk is voor de realisatie van een adequaat dekkend netwerk van voldoende capaciteit;
b. enige bestemming wordt gewijzigd in de bestemming "Verkeer" dan wel de bestemming “Verkeer” wordt gewijzigd in enige bestemming, mits:
1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast voor incidentele verbredingen, bochtafsnijdingen, e.d. van wegen en paden;
2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 16 van overeenkomstige toepassing zijn;
c. enige bestemming wordt gewijzigd in de bestemming "Verkeer - Fiets- en voetpaden" dan wel de bestemming “Verkeer - Fiets- en voetpaden” wordt gewijzigd in enige bestemming, mits:
1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast voor de aanleg van nieuwe fiets- en voetpaden, incidentele verbredingen, bochtafsnijdingen, e.d. van paden;
2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 17 van overeenkomstige toepassing zijn;
d. enige bestemming wordt gewijzigd in de bestemming "Water - 2" dan wel de bestemming “Water - 2” wordt gewijzigd in enige bestemming, mits:
1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast voor de incidentele aanleg van opvaarten, verbredingen van waterlopen ten behoeve van waterberging en/of de aanleg van natuurvriendelijke oevers, bochtafsnijdingen, kleine verleggingen, e.d. van vaarwegen c.a., dan wel wordt toegepast ten behoeve van het deels dan wel geheel dempen en/of graven van grachten, die deel uitmaken van een boerenerf;
2. deze wijzigingsbevoegdheid niet wordt toegepast voor de Oosterwijtwerdermaar en de Groote Heekt;
3. het deels dan wel geheel dempen en/of graven noodzakelijk is voor een herinrichting van het boerenerf als gevolg van een uitbreiding dan wel een herbouw van bebouwing binnen een gewijzigde situering;
4. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 20 van overeenkomstige toepassing zijn;
e.
de
dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 2’ wordt aangebracht, indien uit
archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden
aanwezig zijn;
f. de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 4’ wordt aangebracht, indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn;
g. de bestemmingen ‘Agrarisch’, ‘Bedrijf - 2’, ‘Bos’, ‘Verkeer - Fiets- en voetpaden’, ‘Water - 2’ en/of ‘Wonen - E1’ worden gewijzigd in de bestemming ‘Wonen - Landgoed’, mits:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding “Wro-zone - wijzigingsgebied 1”;
2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels zoals opgenomen in bijlage 5, van overeenkomstige toepassing zijn;
3. aan deze wijzigingsbevoegdheid niet eerder toepassing wordt gegeven dan nadat alle gronden ten behoeve van de landgoedontwikkeling zijn verworven;
4. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
5. er sprake is van een gebied met een omvang van minimaal 5 hectare, waarvan minimaal 2,5 hectare wordt ingericht ten behoeve van dagrecreatief medegebruik;
6. er een landschappelijk inpassingsplan door de gemeenteraad is goedgekeurd waarin met name aandacht is besteed aan de inpassing in de landschapsstructuur, de aanwezige waarden en de identiteiten van het gebied;
7. voldaan wordt aan de uitgangspunten met betrekking tot de ontwikkeling van een landgoedstructuur langs het Damsterdiep, zoals opgenomen in de “Identiteitsvisie Damsterdiep (juni 2004)”;
8. deze wijziging niet eerder zal worden toegepast dan nadat een ontheffing van Gedeputeerde Staten is verkregen op basis van de Provinciale Omgevingsverordening;
9. de waterbeheerder om advies is gevraagd in verband met de waterhuishoudkundige situatie;
10. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.