Plan: | Rijksinpassingsplan Waterberging Volkerak-Zoommeer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0000.IMip12BERGINGVZM-3000 |
In de Waterwet is bepaald, dat de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk gebeurt overeenkomstig een door de beheerder vastgesteld projectplan. Indien echter een inpassingsplan wordt opgesteld, zoals voor de waterberging Volkerak-Zoommeer, is deze bepaling niet van toepassing. Ten behoeve van de uitvoering is het document 'Waterbergingsplan' opgesteld. Dit document geeft inzicht in alle aspecten van de uitvoering, waaronder de technische specificaties van de aanpassingen aan de dijken. Het Waterbergingsplan is opgenomen als separate bijlage bij de toelichting.
Ter introductie: in de PKB wordt onder 'de maatregel' Berging op het Volkerak-Zoommeer verstaan. De in deze paragraaf beschreven maatregelen zijn 'conditionerende maatregelen', oftewel de aanpassingen en voorzieningen die nodig zijn om de waterberging te laten functioneren.
In deze paragraaf worden de gekozen maatregelen beschreven. Bij elke maatregel is aangegeven op welke wijze deze in het inpassingsplan is geregeld. Ook is een indicatie gegeven van de gevolgen voor de beschermingszones die de waterschappen hanteren bij de waterkeringen. Een volledige beschrijving van de maatregelen en de keuzes die daaraan ten grondslag liggen is opgenomen in het Waterbergingsplan. In het Waterbergingsplan is een kaart opgenomen met de kilometerindeling van de waterkering rondom het Volkerak-Zoommeer (zie ook figuur 2.4). Op eventuele maatregelen om binnendijkse wateroverlast tegen te gaan, wordt apart in paragraaf 2.4.9 van deze toelichting ingegaan.
De waterkeringen rondom het Volkerak-Zoommeer zijn getoetst op de belasting die zij bij berging van water ondergaan. Daarbij is onderscheid gemaakt in dijken, dammen en kunstwerken. Daaruit is het volgende gebleken:
In figuur 2.4 is aangegeven op welke dijktrajecten aanpassingen noodzakelijk zijn.
Figuur 2.5. Dijktrajecten waar aanpassingen noodzakelijk zijn
Bekleding
De verbeteringen van de dijkbekleding vinden alle plaats binnen de grenzen van de geldende bestemmingen. De verbeteringen bestaan onder andere uit het herstellen van bestaande asfaltverhardingen, het vervangen van stenen, of het aanbrengen van een nieuwe afdeklaag op bestaande steenverhardingen. In tabel 2.2 is aangegeven om welke trajecten het gaat. (zie ook de kaart in figuur 2.4)
Tabel 2.2. Trajecten aan te passen bekleding*
van kilometer * | tot kilometer * |
5,6 | 13,95 |
15,2 | 15,75 |
24,0 | 26,5 |
28,2 | 31,2 |
33,0 | 36,15 |
38,3 | 38,7 |
39,4 | 41,0 |
42,1 | 43,7 |
*) Zie voor kilometrering de kaart van figuur 2.4.
Op enkele aanvullende trajecten is sprake van verbetering van de primaire kering door het verwijderen van bomen, of het vullen van scheuren in de asfaltbekleding.
Binnenwaartse stabiliteit
Over een lengte van circa 1 km is de binnenwaartse stabiliteit van de waterkering onvoldoende gebleken. Dit traject ligt net ten noorden van de plaats Tholen tussen bedrijventerrein Slabbecoornpolder en Botshoofd. In tabel 2.3 is weergegeven om welke locaties het gaat, wat de relevante factoren zijn, welke oplossing gekozen is en hoe die zich verhoudt met de bestemmingen.
Tabel 2.3. Binnenwaartse stabiliteit
kilometer* | relevante factoren | oplossing | geldende bestemming | regeling in inpassingsplan |
79,95-80,20 | agrarisch gebied | verlengen en verhogen binnenberm | Agrarisch | Waterstaat - Waterkering |
80,55-80,70 | agrarisch gebied | verlengen en verhogen binnenberm verplaatsen watergang | Agrarisch | Waterstaat - Waterkering |
80,8-81,4 | agrarisch gebied | verlengen en verhogen binnenberm, verplaatsen watergang | Agrarisch | Waterstaat - Waterkering |
*) Zie voor kilometrering de kaart van figuur 2.4.
De oplossing die ruimtelijk gezien de meeste invloed heeft is het verplaatsen van de watergang ten behoeve van de binnenwaartse stabiliteit. Voor de slootverplaatsing is binnendijks grond nodig, die over het algemeen agrarisch in gebruik is en als zodanig is bestemd. Naast het aanpassen van de bestemming, heeft het verbreden van de waterkering ook een indirect ruimtelijk effect. Na verbreding zal het waterschap in de legger de nieuwe situatie opnemen, met de bijbehorende beschermingszones.
Kunstwerken
Meerdere kunstwerken zoals spuiwerken en schutsluizen rondom het Volkerak-Zoommeer moeten worden aangepast (zie het Waterbergingsplan voor een overzicht en meer details). Zo worden bijvoorbeeld de sluisdeuren van de Manderssluis bij Dintelmond verhoogd, om zo een volwaardige dubbele kering te hebben en worden de deuren van de keersluizen bij Ooltgensplaat en Oude Tonge vernieuwd. De noodzakelijke verbeteringen aan de kunstwerken vinden plaats binnen de grenzen van de geldende bestemmingen.
Organisatorische aanpassingen
Naast de technische maatregelen voorziet het "Inzetprotocol Waterberging Volkerak-Zoommeer" in de organisatorische maatregelen om de waterberging veilig te laten verlopen. In het Inzetprotocol zijn de nodige acties vastgelegd, zoals het tijdig signaleren als hoge waterstanden in het Benedenrivierengebied worden verwacht, het waarschuwen van belanghebbenden op en rond het Volkerak-Zoommeer, dichtzetten van de sluizen rondom het Volkerak-Zoommeer, openzetten van de Volkerak-spuisluizen, monitoren van het waterstandsverloop, bewaken van de dijken etc. Aangegeven wordt welke instanties verantwoordelijk zijn voor welke acties. Dit Inzetprotocol zal in inzethandleidingen en draaiboeken meer in detail worden uitgewerkt. Door de organisatorische maatregelen kan de inzet van de waterberging Volkerak- Zoommeer veilig verlopen.