Plan: | Inpassingsplan Windpark De Drentse Monden - Oostermoer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0000.EZip15WDMOM-3001 |
het Inpassingsplan Windpark De Drentse Monden - Oostermoer met identificatienummer NL.IMRO.0000.EZip15WDMOM-3001 van de minister van Economische Zaken en de minister van Infrastructuur en Milieu.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
de aan een gebied toegekende waarde, dan wel de aan een gebied toegekende hoge of middelhoge verwachtingswaarde, in verband met de in dat gebied mogelijk voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
de behuizing van de rotoras, generator of tandwielkast van een windturbine.
een kabel/leiding met een spanningsniveau hoger dan 1.000 volt wisselspanning (effectief) of 1.500 volt gelijkspanning.
bouwwerk behorende bij een cluster of lijnopstelling van windturbines ten behoeve van het transport van energie van de interne parkbekabeling van het windturbinepark naar het externe energienet.
bouwwerk geen gebouw zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke.
windturbines die in een rechte lijn staan en die door samenhang in onderlinge afstand en verschijningsvorm deel uitmaken van een visuele eenheid van meerdere windturbines.
de hoogte waarop het omliggende terrein aansluit op het gebouw, bouwwerk of windturbine.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes- of stations, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
licht dat wordt gebruikt in de luchtvaart en die de aanwezigheid van een obstakel aangeeft.
de minister van Economische Zaken.
een verharde plek ten behoeve van het bouwen van en het onderhoud aan een windturbine, waaronder tevens begrepen onderhoudswegen.
het samenstel van rotorbladen (wieken) en hub (neus) van een windturbine.
de wiek van een windturbine.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, alsmede werken (waaronder opslagplaatsen) gedurende een periode van maximaal 5 jaar.
een bouwwerk bestaande uit een mast met bijbehorende fundering en de rotor, ten behoeve van de opwekking van elektrische energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
het geheel van windturbines met alle daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan het hart van de hub (neus).
de diameter van de cirkel die door de tip (het uiteinde) van een rotorblad (wiek) wordt beschreven.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Bedrijf - Windturbinepark Voorlopig' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van windturbines gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het windturbinepark mag enkel in gebruik worden genomen en gehouden indien wordt voldaan aan het Reductie Vereiste als bedoeld in artikel 2 van het Convenant Co-existentie Windpark De Drentse Monden en Oostermoer en de LOFAR radiotelescoop van Astron van 19 september 2016, bijgevoegd als bijlage 1, inbegrepen eventuele wijzigingen overeengekomen na deze datum.
De voorlopige bestemming als bedoeld in 4.1 geldt 30 jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van het plan.
Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in 4.3, gelden de voor 'Bedrijf - Windturbinepark Voorlopig' aangewezen gronden weer de bestemmingen zoals voor die gronden zijn neergelegd in de onderliggende bestemmingsplannen dan wel beheersverordeningen.
De voor 'Leiding - Kabeltracé' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een kabeltracé ten behoeve van het windturbinepark, niet zijnde een hoogspanningsleiding.
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
In het belang van het kabeltracé als bedoeld in artikel 5.1 is het, behoudens het bepaalde in artikel 5.3.2, verboden op en in de in artikel 5.1 bedoelde gronden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 5.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.3.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van aanwezige archeologische waarden dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden voorzover als zodanig zijn aangeduid.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 6.2.2, zonder een omgevingsvergunning op en in de in artikel 6.1 bedoelde gronden over een oppervlakte van minimaal 500 m² of over een lengte van minimaal 500 meter de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 6.2.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in artikel 6.2.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het bevoegd gezag kan de aanduiding 'Waarde - Archeologie 1' wijzigen zodanig dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van aanwezige archeologische waarden dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden voorzover als zodanig zijn aangeduid.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 7.2.2, zonder een omgevingsvergunning op en in de in artikel 7.1 bedoelde gronden over een oppervlakte van minimaal 1.000 m² of over een lengte van minimaal 1.000 meter de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 7.2.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in artikel 7.2.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het bevoegd gezag kan de aanduiding 'Waarde - Archeologie 2' wijzigen zodanig dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - windturbine' is tevens wiekoverslag van de windturbine toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - parkinfrastructuur' zijn opstelplaatsen toegestaan, met dien verstande dat maximaal 1 opstelplaats met een maximale oppervlakte van 5.000 m² per windturbine is toegestaan, alsmede kabels en leidingen en tijdelijke voorzieningen ten behoeve van de aanleg van het windturbinepark.
Ter plaatse zijn geen gebouwen toegestaan, uitgezonderd gebouwen in de vorm van inkoopstations. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - weg' is een onderhoudsweg toegestaan met een maximale breedte van 7 meter, uitgezonderd ter hoogte van kruisingen met andere wegen. Tevens zijn ter plaatse kabels en leidingen, alsmede water en waterberging toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - woning in de sfeer van het windpark' wordt de woning tevens aangemerkt als een woning in de sfeer van het windturbinepark.
Voor zover de enkelbestemmingen Bedrijf - Nutsvoorziening en Bedrijf - Windturbinepark Voorlopig, als bedoeld in artikelen 3 en 4 van dit plan samenvallen met de bestemmingen uit de onderliggende bestemmingsplannen dan wel beheersverordeningen, komen de enkelbestemmingen uit die bestemmingsplannen dan wel beheersverordeningen te vervallen;
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het Inpassingsplan Windpark De Drentse Monden - Oostermoer.