Plan: | Porthos transport en opslag van CO2 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0000.EZKip20Porthos-2001 |
het inpassingsplan Porthos transport en opslag van CO2.met identificatienummer NL.IMRO.0000.EZKip20Porthos-2001 van de minister van Economische Zaken en Klimaat en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
kantoor voor dienstverlening aan en verbonden met de uitoefening van ter plaatse toegelaten bedrijfsactiviteiten.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een mengsel van koolstofdioxide en andere stoffen, waarbij het aandeel andere stoffen niet meer is dan is toegelaten voor het transport van koolstofdioxide overeenkomstig artikel 29i van het Mijnbouwbesluit.
voorzieningen van openbaar nut zoals nautische voorzieningen (o.a. radarposten en walstroomvoorzieningen), transformatorhuisjes, communicatiemiddelen (o.a. telecommunicatiemasten), gasreduceerstations, gebouwen ten behoeve van persleidingen, voorzieningen ten behoeve van de levering van drink- en/of industriewater, multidisciplinaire faciliteiten voor de (overheids)hulpdiensten en voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling- en opslag.
de minister van Economische Zaken en Klimaat.
Indien een bouwwerk aan meer dan één weg wordt gebouwd, is het peil van de hoogstgelegen weg
maatgevend.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
De voor ´Bedrijf - Afsluiterlocatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor 'Bedrijf - Compressorstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor 'Leiding - Koolstofdioxide' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor ondergrondse transportleidingen voor koolstofdioxide, alsmede voor de hierbij behorende voorzieningen zoals overkluizingen.
Op de voor 'Leiding - Koolstofdioxide' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, ook niet als dit op grond van de bouwregels voor de andere geldende bestemmingen wel is toegestaan.
Het verbod bedoeld in artikel 5.2.1 geldt niet voor bouwen ten behoeve van de dubbelbestemming 'Leiding - Koolstofdioxide' en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van vaststelling van dit bestemmingsplan.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.1 ten behoeve van bouwwerken welke zijn toegelaten krachtens de andere ter plaatse geldende bestemmingen. Een omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien de veiligheid met betrekking tot aanwezige transportleidingen voor koolstofdioxide niet wordt geschaad en geen kwetsbaar object wordt toegelaten, en dit geen gevaar oplevert voor het functioneren van de transportleidingen voor koolstofdioxide.
Alvorens vergunning te verlenen wint het bevoegd gezag advies in van de beheerder(s) van de transportleidingen voor koolstofdioxide aan de hand waarvan voorwaarden kunnen worden verbonden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de transportleidingen voor koolstofdioxide.
Op de voor 'Leiding - Koolstofdioxide' bestemde gronden is het verboden zonder omgevingsvergunning de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, bedoeld in artikel 5.4.1, geldt niet voor:
Vergunning wordt verleend indien de veiligheid met betrekking tot aanwezige transportleidingen voor koolstofdioxide niet wordt geschaad en geen kwetsbaar object wordt toegelaten, en dit geen gevaar oplevert voor het functioneren van de transportleidingen voor koolstofdioxide.
Alvorens vergunning te verlenen wint het bevoegd gezag advies in van de beheerder(s) van de transportleidingen voor koolstofdioxide, aan de hand waarvan voorwaarden kunnen worden verbonden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de transportleidingen voor koolstofdioxide.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het inpassingsplan Porthos transport en opslag van CO2.