Plan: | Windplan Groen |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0000.EZKip18WPGroen-4000 |
het inpassingsplan Windplan Groen met identificatienummer NL.IMRO.0000.EZKip18WPGroen-4000 van de minister van Economische Zaken en Klimaat en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
bedrijfsvoering van een agrarisch bedrijf.
het gebied zoals dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan is vastgesteld ingevolge artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994.
een object als bedoeld in het eerste lid van artikel 1 onder b van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een dagrecreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
agrarisch grondgebruik en cultuurgrond, met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
windturbines hebben een gelijke verschijningsvorm als:
een woning, geluidsgevoelig terrein of ander geluidsgevoelig gebouw als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
de behuizing van de rotoras, generator of tandwielkast van een windturbine.
de neus van de windturbine waarin de wieken samenkomen.
het (bedrijfsmatig) in gebruik nemen van een windturbine, dat is het moment direct na de oplevering van een turbine door de leverancier.
een verharde plek ten behoeve van het bouwen van, het onderhoud aan en de demontage van een windturbine.
een object als bedoeld in het eerste lid van artikel 1 onder l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een woning die verbonden is aan een inrichting die windturbines realiseert en exploiteert doordat:
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
het gebruik, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goede grondgebonden agrarische bedrijfsvoering en grondgebonden agrarisch gebruik van de gronden.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand.
het bovenlangskomen van een rotorblad van een windturbine over onderliggende gronden tijdens het in gebruik zijn van een windturbine.
het samenstel van rotorbladen (wieken) en hub (neus) van een windturbine.
de wiek van een windturbine.
de diameter van de cirkel die door de tip (het uiteinde) van een rotorblad (wiek) wordt beschreven.
het verwijderen van een windturbine, voor zover deze boven maaiveld zichtbaar is en tot 1 meter onder maaiveld, tenzij het toekomstig gebruik past binnen de onderligende agrarische bestemming.
bouwwerk behorende bij een windturbinepark ten behoeve van het transporteren van opgewekte elektriciteit, het op spanning houden van de interne parkbekabeling van het windturbinepark en het overdragen van elektriciteit naar de netbeheerder (inkoopstation).
het uiteinde van een rotorblad.
bouwwerk behorende bij een windturbinepark ten behoeve van het aanpassen van het spanningsniveau voor het transporteren van opgewekte elektriciteit.
windturbines hebben een vergelijkbare verschijningsvorm als:
het uiterlijk van de windturbine zoals dat wordt bepaald door het samenstel van de ashoogte, de mastvorm, de vorm van de gondel, kleurstelling, de rotordiameter en de verhouding tussen ashoogte en rotordiameter van een windturbine.
een bouwwerk ter opwekking van elektrische energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan de tip (uiteinde) van het bovenste verticaal staande rotorblad.
vanaf het peil tot aan de tip (uiteinde) van het onderste verticaal staande rotorblad.
vanaf het peil tot aan het hart van de as van de windturbine.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, uit oogpunt van een optimale ruimtelijke en landschappelijke invulling, nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering van bouwwerken binnen het bestemmingsvlak en de landschappelijke inpassing van bouwwerken.
De voor 'Bedrijf - Windturbinepark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd met in achtneming van de onderstaande regels:
In afwijking van het bepaalde onder 4.2 onder b kan het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het plaatsen van schakelkasten en/of transformatoren buiten de windturbine, terreinafscheidingen en overige bouwwerken met dien verstande dat:
Het gebruik van een windturbine voor energieproductie is alleen toegestaan als deze is voorzien van adequate obstakelverlichting en/of markering conform een door Inspectie Leefomgeving en Transport goedgekeurd markerings- en verlichtingsplan, met dien verstande dat roodflitsende verlichting in de schemer- en nachtperiode niet is toegestaan.
In afwijking van het bepaalde onder 4.4.1 sub a kan het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning verlenen en roodflitsende verlichting in de schemer- en nachtperiode toestaan, indien:
Het gebruik van een windturbine uit kolom A van de tabel in Bijlage 2 is niet toegestaan indien de turbine(s) uit dezelfde rij uit kolom B van de tabel in Bijlage 2 niet:
Het in artikel 4.4.2 sub a vervatte verbod is niet van toepassing indien:
Het in gebruik nemen en houden van een windturbine is slechts toegestaan als deze windturbine gezamenlijk met andere windturbines op gronden met de bestemming 'Bedrijf - Windturbinepark' ter plaatse van een gevoelig object cumulatief voldoet aan de norm uit artikel 3.12, lid 1, Activiteitenregeling milieubeheer.
Het in gebruik nemen en houden van een windturbine is slechts toegestaan als deze windturbine gezamenlijk met andere windturbines op gronden met de bestemming 'Bedrijf - Windturbinepark' ter plaatse van een gevoelig object cumulatief voldoet aan de norm uit artikel 3.14a, lid 1 Activiteitenbesluit milieubeheer.
Op de voor 'Agrarisch - Zweefvliegterrein Voorlopig' aangewezen gronden geldt de bestemming 'Sport - Zweefvliegterrein' zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Buitengebied (D4000)' van de gemeente Dronten (NL.IMRO.0303.D4000-VA02).
De voorlopige bestemming als bedoeld in lid 5.1 geldt tot 1 januari 2022.
Op de voor 'Agrarisch - Zweefvliegterrein Voorlopig' aangewezen gronden, geldt, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in lid 5.2, de bestemming 'Agrarisch' zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Buitengebied (D4000)' van de gemeente Dronten (NL.IMRO.0303.D4000-VA02).
Op de voor 'Wonen - Zweefvliegterrein Voorlopig' aangewezen gronden geldt de bestemming 'Sport - Zweefvliegterrein' zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Buitengebied (D4000)' van de gemeente Dronten (NL.IMRO.0303.D4000-VA02).
De voorlopige bestemming als bedoeld in lid 6.1 geldt tot 1 januari 2022.
Op de voor 'Wonen - Zweefvliegterrein Voorlopig' aangewezen gronden, geldt, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in lid 6.2, de bestemming 'Wonen' zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Buitengebied (D4000)' van de gemeente Dronten (NL.IMRO.0303.D4000-VA02).
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Lelystad en Dronten kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 onder b en toestaan dat wordt gebouwd overeenkomstig de andere aan de gronden toegekende bestemming(en), mits:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden is een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders vereist voor:
Het bepaalde in lid 7.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.4.1 wordt pas verleend, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van mogelijk te verwachten hoge archeologische waarden van de gronden.
Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m², moet drie weken voor de start van de bouw, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin:
Het bepaalde in lid 8.2.1 is niet van toepassing op bouwwerken die niet dieper worden gebouwd dan 0,40 m beneden het maaiveld;
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 8.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De in lid 8.3.2 genoemde uitzonderingsregels gelden niet indien in de periode van 24 maanden voor de datum van voorgenomen werken of werkzaamheden een uitzonderingsbepaling van toepassing is geweest op aangrenzende terreinen of terreinen op een afstand van minder dan 25 meter van het onderhavige terrein.
De in lid 8.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Een omgevingsvergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin:
Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Indien uit het in lid 8.3.5 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de daar geldende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.
In afwijking van het bepaalde bij de onderliggende bestemmingen mogen geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige objecten worden gebouwd.
Mits de geluidsbelasting vanwege het industrielawaai op de gevels van geluidsgevoelige gebouwen en/of functies niet hoger zal zijn dan de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder, of een door het bevoegd gezag verleende hogere grenswaarde conform de Wet geluidhinder, kan het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1.2 en toestaan dat nieuwe geluidsgevoelige objecten worden gebouwd dan wel functies worden toegestaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen en de aanduiding 'geluidzone - industrie' te verwijderen, indien het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder is beëindigd.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bestaande windturbine' zijn bestaande windturbines toegestaan die ten tijde van de vaststelling van het inpassingsplan reeds werden geëxploiteerd en gebruikt.
Bestaande windturbines met bestaande bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - kantoor en opslag' is het gebruik van de gronden ten behoeve van kantoor en opslag (met uitzondering van opslag van brand- en explosiegevaarlijke goederen) voor de aanleg en exploitatie van windturbines toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - molenaarswoning' geldt dat de ter plaatse aanwezige woning als molenaarswoning is verbonden aan de inrichting van windturbines zoals in onderstaande tabel is opgenomen met de bij de inrichting behorende posities van windturbines in rijksdriehoekstelsel:
Molenaarswoning | Inrichting windturbines | Coördinaten | windturbines |
Adres | Lijn | x-coördinaat | y-coördinaat |
Colijnpad 6, Dronten; en Hanzeweg 22, Dronten |
Hoge Vaart Noord | 180444,5 180588,1 180731,8 180875,5 181019,2 181164,9 181312,6 181462,3 181445,5 |
508824,3 508345,4 507866,5 507387,6 506908,7 506423,0 505930,7 505431,7 504831,9 |
Elburgerweg 15, Dronten | Hondtocht Zuid | 182955,6 182853,1 182750,7 182648,3 182545,9 |
503865,5 503296,3 502727,0 502157,8 501588,5 |
Professor Zuurlaan 11, Biddinghuizen; en Professor Zuurlaan 15, Biddinghuizen |
Zeebiestocht | 173344,0 172872,8 172401,5 171930,2 171343,9 170873,9 170403,9 |
499956,6 499608,4 499260,2 498911,9 498668,7 498321,4 497974,1 |
Mosselweg 27, Biddinghuizen | Kokkeltocht | 175918,0 175472,5 175027,1 174581,6 174136,1 173690,7 173245,2 172799,7 172409,0 |
494837,0 494481,4 494125,8 493770,2 493414,6 493058,9 492703,3 492347,7 492035,8 |
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - overdraai' is het overdraaien van rotoren van windturbines zoals bedoeld in Artikel 4 van deze planregels toegestaan.
Op gronden met de aanduiding 'overige zone - overdraai' is de bouw van beperkt kwetsbare of kwetsbare objecten, anders dan agrarische bedrijfsgebouwen ten behoeve van de opslag van agrarische producten, landbouwvoertuigen of -werktuigen, niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - windparkinfrastructuur 1' zijn voorzieningen behorend bij de functies zoals opgenomen in artikel 4.1 toegestaan in de vorm van:
Met een omgevingsvergunning kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in 11.6.1 en een schakelkast toestaan binnen het gebied met de aanduiding 'overige zone - windparkinfrastructuur 1', met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone - windparkinfrastructuur 2’ zijn voorzieningen behorend bij de functies zoals opgenomen in artikel 4.1 toegestaan in de vorm van:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - vervallen' zijn de gronden vanaf 1 januari 2022 niet langer mede bestemd voor het tegengaan van te hoge bouwwerken en beplanting in verband met het vrijhouden van de invlieghoogtes van het zweefvliegterrein. Dit betekent dat ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - vervallen' per 1 januari 2022:
Het college van burgemeester en wethouders van Lelystad is ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' bevoegd om de bestemming 'Agrarisch' als opgenomen in bestemmingsplan Buitengebied 2009 met identificatienummer NL.IMRO.0995.0000RP-0001, te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf - Windturbinepark' met de aanduiding 'agrarisch', met dien verstande dat:
Het college van burgemeester en wethouders van Lelystad is bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' de aanduiding 'overige zone - overdraai' toe te voegen zoals opgenomen in artikel 11.5 indien tevens toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen onder 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1'.
Het college van burgemeester en wethouders van Lelystad is bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' de aanduiding 'overige zone - molenaarswoning' toe te voegen, indien de woning op dat moment verbonden is aan de inrichting die windturbines realiseert en exploiteert in het gebied met de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' doordat:
Het college van burgemeester en wethouders van Lelystad is bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' de aanduiding 'overige zone - windparkinfrastructuur 1' toe te voegen zoals opgenomen in artikel 11.6 indien tevens toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen onder 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1'.
Het college van burgemeester en wethouders van Lelystad is bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 5' de aanduiding 'overige zone - windparkinfrastructuur 2' toe te voegen zoals opgenomen in artikel 11.7 indien tevens toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen onder 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1'.
Het college van burgemeester en wethouders van Lelystad is bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 6' de aanduiding 'overige zone - bestaande windturbine' te verwijderen indien tevens toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen onder 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1'.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - kantoor en opslag' geldt dat op het moment van inwerkingtreding van dit inpassingsplan de volgende bepaling komt te vervallen:
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
De regels worden aangehaald als 'Regels van het inpassingsplan 'Windplan Groen'.