3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
-
a. de aanleg en instandhouding van een ondergrondse leiding voor het transport van aardgas overeenkomstig het in bijlage 1 opgenomen profiel;
-
b. belemmeringenstrook, met dien verstande dat de afstand van de ondergrondse leiding tot de bestemmingsgrenzen minimaal 5 m bedraagt;
-
c. (tijdelijke) werkstroken en werkterreinen,
met de daarbij behorende voorzieningen waaronder leidingtoebehoren zoals appendages.
3.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder a, teneinde het bouwen van bouwwerken overeenkomstig andere bestemmingen mogelijk te maken, voorzover:
-
a. de bouwwerken de veiligheid van de aardgastransportleiding en de energieleveringszekerheid niet schaden;
-
b. geen kwetsbaar object wordt toegelaten, en
-
c. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of de bouwwerken de belangen, bedoeld onder a, schaden, en welke beperkingen en voorschriften bij de omgevingsvergunning dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.