Plan: | Randstad 380 kV-verbinding Beverwijk-Zoetermeer (Bleiswijk) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0000.ELIip10RS380Noord-3000 |
In deze regels wordt verstaan onder:
1. plan:
het Inpassingsplan Randstad 380 kV verbinding Beverwijk - Zoetermeer (Bleiswijk) van de Minister van Economische zaken, Landbouw en Innovatie en de Minister van Infrastructuur en Milieu;
2. inpassingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.000ELIip10RS380Noord-3000 met de bijbehorende regels;
3. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
4. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
5. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
6. bebouwingspercentage:
een in het plan aangegeven percentage dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal bebouwd mag worden;
7. belemmeringenstrook:
een strook grond ter plaatse van en aan weerszijden van de hoogspanningslijn of -kabel die dient om de veiligheid en het ongestoord functioneren van de leiding te kunnen garanderen;
8. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
9. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
10. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
11. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
12. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
13. bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
14. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
15. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
16. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
17. gevoelige bestemmingen:
woningen, scholen, crèches of kinderopvangplaatsen met bijbehorende erven en buitenspeelruimten;
18. overkapping:
bouwwerk, geen gebouw zijnde, met maximaal 1 wand, voorzien van een gesloten dak;
19. peil:
voor het bouwen van bouwwerken op of in het land of water: