Plan: | Tuinbouw Bommelerwaard |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9925.IPBommelerwaard-VST2 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het inpassingsplan Tuinbouw Bommelerwaard met identificatienummer NL.IMRO.9925.IPBommelerwaard-VST2 van de provincie Gelderland;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke - geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit in de woning en/of de daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kan worden uitgeoefend. Detailhandel, anders dan ondergeschikte detailhandel en internetwinkel, behoort niet tot een aan huis verbonden (bedrijfs)activiteit;
het in een woning en/of de daarbij bijbehorende gebouwen beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, zulks met behoud van de woonfunctie als hoofdfunctie van de betreffende woning;
de van de openbare weg en/of fiets- en voetpad afgekeerde gevel van een gebouw;
een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het houden van dieren en/of het telen van gewassen;
bedrijven die hoofdzakelijk zijn gericht op het leveren van diensten en goederen aan de land- en tuinbouwsector;
deel van een gemeente dat door het bevoegd gezag is aangewezen als bebouwde kom ex artikel 27 Wegenwet;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, waarbij de verblijfsrecreatieve functie ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
een woning in of bij een bedrijfsgebouw of op een terrein, die bedoeld is voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde bouwperceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, een zelfstandige bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een gesloten bovenbeëindiging van een bouwwerk;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
woning gelegen op een dijktalud;
een voorziening voor het opwekken van energie uit duurzame energiebronnen, zoals windkracht, waterkracht, zonlicht en biomassa. Onder een duurzame energievoorziening wordt onder meer verstaan windturbines en -wokkels, zonnecollectoren en -panelen;
binnen de looptijd van het plan zoals bedoeld in artikel 3.1, tweede lid Wro, in één of
meerdere fasen;
recreatief medegebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, paardrijden, zwemmen en vissen. Onder extensieve dagrecreatie vallen geen gemotoriseerde sporten;
voorzieningen of bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van extensieve dagrecreatie, zoals het gebruik van bedrijfsruimten voor natuureducatie, visvijver, fietsen- en kanoverhuur, boerengolf en het proeven van streekproducten op de boerderij;
vormen van recreatie gericht op verblijf buiten de eigen woning, waarbij ten minste één overnachting plaatsvindt in een recreatief nachtverblijf en waarbij in het algemeen het beleven van rust voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is. Voorbeelden zijn kampeerboerderijen, pensions en bed and breakfast;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een bedrijf gericht op de teelt of veredeling van gewassen geheel of nagenoeg geheel met behulp van een glasopstand van minimaal 2.500 m²;
een agrarisch bedrijf, waarvan de productie geheel of overwegend afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van de grond in de directe omgeving van het bedrijf en waarover het bedrijf beschikt bij de bedrijfsvoering;
voor zover het betreft gebieden die krachtens dit plan als 'overige zone - intensiveringsgebied', dan wel 'overige zone - reserveconcentratiegebied' zijn aangewezen:
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
horecabedrijven zijn in drie categorieën te onderscheiden:
een zelfstandig(e), dan wel samenwonend(e), persoon of groep van personen waarbij sprake is van onderlinge sociale verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan, die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen zoals een keuken, sanitaire voorzieningen en de entree; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen;
winkel waarbij goederen via het internet te koop worden aangeboden, met dien verstande dat er geen uitstalling ten behoeve van de verkoop plaatsvindt en er geen showroom en/of verkoopruimte aanwezig is;
één en ander voorzover de onder 1 en 2 bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn in- of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een dakafdekking van een gebouw met een geheel of gedeeltelijk hellend dakvlak;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken en telen van gewassen;
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door één of meer personen uit diens directe omgeving en waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;
omzetting van organisch materiaal door gisting anders dan voor energieopwekking;
een bedrijfsmatige activiteit die voorziet in een aanvulling van het inkomen van de agrariër, waarbij de activiteit in ruimtelijk, functioneel en economisch opzicht ondergeschikt blijft aan het aanwezige agrarische bedrijf;
op de eindgebruiker gerichte verkoop, welke bedrijfsactiviteit ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde van één bouwlaag dat dient ter overdekking en dat met maximaal twee wanden, al dan niet behorende tot de eigen constructie, is omgeven;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
paddenstoelenteelt zonder mestfermentatie;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en die betreedbaar en afsluitbaar is;
stallingsgelegenheid voor gemotoriseerd verkeer met uitzondering van garages;
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat dient voor het opslaan van mest, veevoeder, graan of andere (bulk)stoffen;
gebouwde of aangelegde voorzieningen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om de volgende doelen na te streven:
welke als volgt kunnen worden onderscheiden:
een arbeidskracht die maximaal 5 maanden aaneengesloten werkzaam is op een bedrijf;
de bouwlagen van een gebouw gelegen boven de begane grondlaag;
de gecumuleerde oppervlakte, buitenwerks gemeten, van alle ruimten op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen;
een agrarisch bedrijf dat een arbeidsinzet en -behoefte heeft van tenminste één mensjaar;
een glastuinbouwbedrijf met een minimaal kasoppervlak van 2 hectare, waarvan de breedte ten minste 100 m bedraagt, dan wel een paddenstoelenteeltbedrijf met een minimale kavelgrootte van 1 hectare;
een glastuinbouwbedrijf met een kasoppervlak minder dan 2 ha en dat een arbeidsinzet en -behoefte heeft van tenminste één mensjaar;
de naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad gekeerde gevel van een gebouw of, indien een gebouw met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door bevoegd gezag aan te wijzen gevel;
een woning als bedoeld in artikel 1.1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
voorziening ten behoeve van een op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
bouwwijze waarbij de hoofdmassa van een woning niet begrensd is door scheidingsmuren van andere hoofdmassa's;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie, en waterkwaliteit, waaronder duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen en inlaten;
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luidden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan;
warmtekrachtkoppelingsinstallatie bestaande uit een generator die het mogelijk maakt de bij de opwekking van elektriciteit vrijgekomen warmte te benutten;
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden;
een zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting
van één huishouden;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidingsmuren);
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief de daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en voorts met inachtneming van de volgende regels.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw |
Goothoogte in m | Bouwhoogte in m | Inhoud in m³ |
Oppervlakte in m² |
Agrarisch bedrijfsgebouw | Gemeente Zaltbommel: 6 Gemeente Maasdriel: 6,5 |
12 | ||
Kassen | 9 | |||
Gebouw ten behoeve van paddenstoelenteelt | 6,5 | 12 | ||
Bedrijfswoning | 6,5 | Gemeente Zaltbommel: 11 Gemeente Maasdriel: 9 | Gemeente Maasdriel: 750 | |
Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen en voormalige agrarische bedrijfswoningen | 3,5 | 6,5 | 100 | |
voormalige agrarische bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – voormalige agrarische bedrijfswoning' | 6,5 | Gemeente Zaltbommel: 11 Gemeente Maasdriel: 9 | Gemeente Zaltbommel: 750 Gemeente Maasdriel: 600 |
|
tuincentrum/kwekerij, ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum' | 6,5 | 12 | 1300 | |
Voorzieningen van openbaar nut | 4 | 25 |
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaatsing van gebouwen in het belang van de afhandeling van de bedrijfslogistiek op eigen erf, waaronder tevens parkeren is te verstaan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning eenmalig afwijken van het bepaalde in lid 3.2 sub 3.2.2 onder a voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak waarbij de oppervlakte van de overschrijding niet meer dan 20 % van de oppervlakte van het bouwvlak mag bedragen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 sub 3.2.2 onder d voor vergroting van de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij voormalige agrarische bedrijfswoningen met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 sub 3.2.2 onder a ten behoeve van het bouwen van melkstallen, materialenbergingen en schuilgelegenheden buiten het bouwvlak, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 sub 3.2.2 onder f, ten behoeve van het toevoegen van een eerste bedrijfswoning op de gronden die niet zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan;
Tevens dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 sub 3.2.3 ten behoeve van de bouw of aanleg van teeltondersteunende voorzieningen met dien verstande dat:
Binnen het bouwvlak/aanduidingsvlak 'glastuinbouw'/ aanduidingsvlak 'specifieke vorm van agrarisch - paddenstoelenteelt' | Buiten het bouwvlak/aanduidingsvlak 'glastuinbouw'/ aanduidingsvlak 'specifieke vorm van agrarisch - paddenstoelenteelt' |
Hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen | Lage permanente teeltondersteunende voorzieningen onder de volgende voorwaarden: - maximaal 2 ha; - containervelden maximaal 4 ha |
Hoge permanente teeltondersteunende voorzieningen | Hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen onder de volgende voorwaarden: - wandelkappen maximaal 2 ha en uitsluitend ten behoeve van grondgebonden teelten; - teeltondersteunend glas en teeltondersteunende voorzieningen met de verschijningsvorm van kassen zijn niet toegestaan. |
Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:
De gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep op de in lid 3.1 bedoelde gronden mag, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van andere beroeps- en bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 3.6.1, niet meer bedragen dan 30 m2 van de totale vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken op het betreffende bouwperceel.
Per agrarisch bedrijf mag maximaal 25% van de totale vloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen, met een maximum van 350 m² binnen de gemeente Zaltbommel en een maximum van 250 m2 binnen de gemeente Maasdriel, worden gebruikt ten behoeve van nevenactiviteiten zoals bedoeld in lid 3.1 onder g.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.5.1 onder d, teneinde binnen een bedrijfswoning en/of bijbehorende bouwwerken de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf toe te staan. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 onder e, ten behoeve van het toestaan van wonen, anders dan ten behoeve van het agrarische bedrijf, in een bedrijfswoning, op de gronden die niet zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - voormalige agrarische bedrijfswoning' met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5.1 onder e, ten behoeve van de realisering van een mantelzorgvoorziening in een niet aan het hoofdgebouw aangebouwd bijbehorend bouwwerk, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.5.1 onder f, het huisvesten van tijdelijke arbeidskrachten. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 3.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.7.1 mag uitsluitend worden verleend indien
Voor elke wijziging krachtens dit artikel geldt dat in de afweging de agrarische, landschappelijke, verkeerstechnische en milieuhygiënische belangen worden betrokken. Met het oog daarop worden de volgende criteria in acht genomen:
Gedeputeerde Staten kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het vergroten van de aanduiding 'glastuinbouw', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Tabel Solitaire glastuinbouwbedrijven | |
Adres | Maximaal toegestane uitbreiding kassen en/of bijbehorende bedrijfsgebouwen |
Harenseweg 22, Hedel | 4,6 ha |
Paradijsweg 3, Kerkwijk | 1,7 ha |
Nieuwe Tijningen 88-90, Zaltbommel | 2 ha |
Appelweg 7, Brakel | 2 ha |
Groenesteeg 6-8, Brakel | 3 ha |
Maarten van Rossumweg 29b | 2,5 ha, onder voorwaarde dat de kassen en overige bedrijfsbebouwing aan de Dorpsweg 5 worden gesloopt |
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het verschuiven en/of vergroten van het bouwvlak tot een oppervlakte na vergroting van maximaal 1,5 ha, onder de voorwaarden dat:
De voor 'Agrarisch - Tuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief de daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en voorts met inachtneming van de volgende regels.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Goothoogte in m | Bouwhoogte in m | Inhoud in m³ | Oppervlakte in m² |
Kassen | 9 | |||
Agrarisch bedrijfsgebouw | Gemeente Zaltbommel: 6 Gemeente Maasdriel 6,5 | 12 | ||
Gebouw ten behoeve van paddenstoelenteelt | 7 | 12 | ||
Bedrijfswoning | 6,5 | Gemeente Zaltbommel: 11 Gemeente Maasdriel: 9 |
|
|
Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning en voormalige agrarische bedrijfswoningen | 3,5 | 6,5 | 100 | |
Voormalige agrarische bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – voormalige agrarische bedrijfswoning' | 6,5 | Gemeente Zaltbommel: 11 Gemeente Maasdriel: 9 | 600 | |
Voorzieningen van openbaar nut | 4 | 25 | ||
Schakelstation ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' | 6 | 360 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Binnen het aanduidingsvlak glastuinbouw'/ aanduidingsvlak 'specifieke vorm van agrarisch - paddenstoelenteelt' |
Buiten het aanduidingsvlak 'glastuinbouw'/ aanduidingsvlak 'specifieke vorm van agrarisch - paddenstoelenteelt' |
Lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen | Lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen |
Lage permanente teeltondersteunende voorzieningen | |
Overige teeltondersteunende voorzieningen | Overige teeltondersteunende voorzieningen |
Hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen | Hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen onder de volgende voorwaarden: teeltondersteunend glas en teeltondersteunende voorzieningen met de verschijningsvorm van kassen zijn niet toegestaan. |
Hoge permanente teeltondersteunende voorzieningen | een containerveld, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - containerveld' |
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaatsing van gebouwen in het belang van de afhandeling van de bedrijfslogistiek op eigen erf, waaronder tevens parkeren is te verstaan.
Gedeputeerde Staten kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 sub 4.2.2 onder e en lid 4.2 sub 4.2.3 ten behoeve van het vergroten van de bouwhoogte van een agrarisch bedrijfsgebouw of kas respectievelijk de bouwhoogte van mestvergistingsinstallaties, warmteopslagtanks en andere bouwwerken ten behoeve van een duurzame (energie)voorziening, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 sub 4.2.2 onder e voor vergroting van de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij voormalige agrarische bedrijfswoningen met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 sub 4.2.2 onder g, ten behoeve van het toevoegen van een eerste bedrijfswoning op de gronden die niet zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 sub 4.2.3 onder h ten behoeve van de bouw en/of aanleg van teeltondersteunende voorzieningen, met dien verstande dat:
Binnen aanduidingsvlak 'glastuinbouw'/ aanduidingsvlak 'specifieke vorm van agrarisch - paddenstoelenteelt' | Buiten aanduidingsvlak 'glastuinbouw'/ aanduidingsvlak 'specifieke vorm van agrarisch - paddenstoelenteelt' |
teeltondersteunend glas en teeltondersteunende voorzieningen met verschijningsvorm van kassen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paddenstoelenteelt' een maximaal oppervlak van 1.500 m2 is toegestaan | Lage permanente teeltondersteunende voorzieningen met de volgende beperkingen: - max 2 ha - containervelden max 4 ha |
Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval verstaan:
De gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep op de in lid 4.1 bedoelde gronden mag, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van andere beroeps- en bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 4.6.1, niet meer bedragen dan 30 m² van de totale vloeroppervlakte van de gebouwen op het betreffende bouwperceel.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5.1 onder e, ten behoeve van de realisering van een mantelzorgvoorziening in een niet aan het hoofdgebouw aangebouwd bijbehorend bouwwerk, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.5.1 onder f, voor het huisvesten van tijdelijke arbeidskrachten. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:
Gedeputeerde Staten kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5.1 ten behoeve van het in werking hebben van een wkk-installatie op kortere afstand van een woning dan aangegeven in 4.5.1 onder g, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.7.1 mag uitsluitend worden verleend indien bij waterbassins grenzend aan de weg wordt voldaan aan het bepaalde in de 'Richtlijnen ten aanzien van waterbassins aan voorzijde erf' zoals opgenomen in Bijlage 2 Landschappelijke inpassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de verplaatsing van een bedrijfswoning op de gronden die niet zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' en aansluitend aan het aanduidingsvlak 'bedrijfswoning' zijn gelegen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Adres | Bedrijfsactiviteit | Bestaande oppervlakte inclusief bedrijfswoning in m2 |
Liesveldsesteeg 2, Brakel | Hoveniersbedrijf/bloemisterij | geen oppervlaktebeperking |
Liesveldsesteeg 6, Brakel | Waterzuiveringsbedrijf | 181 |
Maasdijk 58a en 60, Poederoijen | Grondverzet- en aannemingsbedrijf | 2.296 |
Hoogveldweg 8, Kerkwijk | Transportbedrijf | 568 |
Hoogveldweg 11, Kerkwijk | Transportbedrijf | 984 |
Provincialeweg 126, Velddriel | Garagebedrijf | 1823 |
Wertsteeg 31, Kerkdriel | Installatiebedrijf | 575 |
Kievitsham 76, Hoenzadriel | Installatiebedrijf | 350 |
Provincialeweg 31-31a Velddriel | Handel in kunstmeststoffen en gewasbeschermingsmiddelen | 2068 |
Veersteeg 2, Kerkdriel | Groothandel | 924 |
H.C. de Jonghweg 19, Rossum | Loonwerkbedrijf | 1176 |
Ammerzodenseweg 27, Hedel | Bouwbedrijf | 2159 |
Ammerzodenseweg 13a, Hedel | Supermarkt | 1689 |
Burgemeester van Randwijckstraat 88, Rossum | Groothandel in bloemen | 5195 |
Leutsestraat 8, Gameren | Agrarisch transportbedrijf | 1438 |
Kievitsham 48, Kerkdriel | inpandige opslag | 953 |
Van Wissekerkeweg 6, Poederoijen | n.v.t. | 240 |
Uilkerweg 10 a, Zuilichem | n.v.t. | 246 |
inclusief de daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en voorts met inachtneming van de volgende regels.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Goothoogte in m | Bouwhoogte in m | Inhoud in m³ |
Oppervlakte in m² |
Bedrijfsgebouw | 12 |
Bestaand (zoals opgenomen in lid 5.1 onder b) + 10% | ||
Bedrijfswoning | 6,5 | Gemeente Zaltbommel: 11 Gemeente Maasdriel: 9 | Gemeente Maasdriel: 600 Gemeente Zaltbommel ter plaatste van de aanduiding 'overige zone intensiveringsgebied': 600 |
|
Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | 3,5 | 6,5 | 100 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 sub 5.2.2 onder b voor het éénmalig uitbreiden van het maximale oppervlak aan gebouwen, onder de voorwaarden dat:
met dien verstande dat de uitbreiding uitsluitend is toegestaan indien de noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering van de uitbreiding voldoende is aangetoond;
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden zijn geen bedrijfsactiviteiten toegestaan, van bedrijven die op grond van het bepaalde in lid 5.1 niet zijn toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 voor de vestiging van een bedrijf uit categorie 1 of 2 van de Bijlage 1 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten, mits het bedrijf niet is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - intensiveringsgebied' respectievelijk 'overige zone - reserveconcentratiegebied' en het bedrijf naar aard en omgevingsinvloeden gelijk te stellen is met een aan het buitengebied gerelateerd bedrijf.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief de daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en voorts met inachtneming van de volgende regels.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden zijn geen bedrijfswoningen toegestaan.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief de daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en voorts met inachtneming van de volgende regels.
Uitsluitend gebouwen ten behoeve van de bestemming zijn toegestaan, waarvan de goot- en bouwhoogte en oppervlakte niet meer mogen bedragen dan respectievelijk 3 m, 5 m en 50 m².
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op en in de in lid 7.1 bedoelde gronden de volgende werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.3.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.3.1 is vereist voor:
De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
inclusief de daarbij behorende:
Het aantal rijstroken bedraagt ten hoogste het bestaande aantal.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en voorts met inachtneming van de volgende regels.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de bijbehorende voorzieningen zoals duikers, bruggen, bermen, beschoeiingen en paden.
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en voorts met inachtneming van de volgende regels.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4 m.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen e.d.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming, zoals woningen in de vorm van een hoofdgebouw met bijbehorende bouwwerken, alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Goothoogte in m | Bouwhoogte in m | Inhoud in m³ | |
Hoofdgebouw | 6,5 m, dan wel de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' aangegeven goothoogte | Gemeente Zaltbommel: 11 Gemeente Maasdriel: 9, dan wel de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte |
Gemeente Maasdriel: 600 m³; Gemeente Zaltbommel: 750 m³, tenzij de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - intensiveringsgebied' en 'overige zone - reserveconcentratiegebied', dan geldt een maximale inhoudsmaat van 600 m³ |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2 onder 11.2.3 sub c voor vergroting van de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2 onder 11.2.2 sub d ten behoeve van het vergroten van de inhoud van woningen, met dien verstande dat:
Gesloopte oppervlakte voormalige (agrarische) bedrijfsgebouwen | Extra uitbreiding van de woning in m3 |
0 -750 m2 | 0,5 m3 per gesloopte m2 |
> 750 m2 | 0,35 m3 per gesloopte m2 boven de 750 m2 |
Gesloopte oppervlakte kassen | Extra uitbreiding woning in m3 |
0 - 1.000 m2 | 0,2 m3 per gesloopte m2 |
> 1.000 m2 | 0,05 m3 per gesloopte m2 |
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.3 sub c voor vergroting van de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.3 sub a en b voor het vergroten van de afstanden van bijbehorende bouwwerken ten opzichte van het hoofdgebouw, mits:
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:
De gezamenlijke vloeroppervlakte per bouwperceel ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep op de in lid 11.1 bedoelde gronden mag, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van andere beroeps- en bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 11.5.1, niet meer bedragen dan 30 m2.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.4.1 onder b, teneinde binnen een woning en/of bijbehorende bouwwerken de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf toe te staan. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.4.1 onder c teneinde binnen een woning en/of bijbehorende bouwwerken recreatieve nevenactiviteiten zoals het verstrekken van logies en ontbijtvoorzieningen (bed & breakfast), theetuinen, exposities, verhuur van fietsen, huifkarren e.d., toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.4.1 onder d ten behoeve van de realisering van een mantelzorgvoorziening in een niet aan het hoofdgebouw aangebouwd bijbehorend bouwwerk danwel een tijdelijke woonunit, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van een (ondergrondse) gasleiding.
Op de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geen bouwwerken worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2 ten behoeve van op grond van de andere daar voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 12.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.4.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen, in verband waarmee wordt gehoord de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.4.1 is vereist voor:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van een (ondergrondse) rioolleiding.
Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geen bouwwerken worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2 ten behoeve van op grond van de andere daar voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, mits hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van de rioolleiding en/of een gevaarlijke situatie ontstaat, in verband waarmee gehoord wordt de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 13.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 13.4.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen, in verband waarmee wordt gehoord de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 13.4.1 is vereist voor:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Het in lid 14.2.1 genoemde rapport hoeft niet overlegd te worden indien de genoemde omgevingsvergunning de bouw van een kas betreft en de initiatiefnemer kan aantonen dat:
Indien uit het in lid 14.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 14.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 14.2.3 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan kan de vergunning worden geweigerd.
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning voor een werk, niet zijnde een bouwwerk, of werkzaamheden op grond van bestemmingsplan, inpassingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit kan slechts worden verleend, indien door de in lid 14.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Voor zover de in lid 14.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één van de volgende voorschriften wordt verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin:
Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het inpassingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Het in lid 15.2.1 genoemde rapport hoeft niet overlegd te worden indien de genoemde omgevingsvergunning de bouw van een kas betreft en de initiatiefnemer kan aantonen dat::
Indien uit het in lid 15.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 15.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 15.2.3 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan kan de vergunning worden geweigerd.
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning voor een werk, niet zijnde een bouwwerk, of werkzaamheden op grond van bestemmingsplan, inpassingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit kan slechts worden verleend, indien door de in lid 15.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Voor zover de in lid 15.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één van de volgende voorschriften wordt verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin:
Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het inpassingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Het in lid 16.2.1 genoemde rapport hoeft niet overlegd te worden indien de genoemde omgevingsvergunning de bouw van een kas betreft en de initiatiefnemer kan aantonen dat::
Indien uit het in lid 16.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 16.2.1genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 16.2.3 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan kan de vergunning worden geweigerd.
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning voor een werk, niet zijnde een bouwwerk, of werkzaamheden op grond van bestemmingsplan, inpassingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit kan slechts worden verleend, indien door de in lid 16.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Voor zover de in lid 16.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één van de volgende voorschriften wordt verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin:
Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het inpassingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Het in lid 17.2.1 genoemde rapport hoeft niet overlegd te worden indien de genoemde omgevingsvergunning de bouw van een kas betreft en de initiatiefnemer kan aantonen dat::
Indien uit het in lid 17.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 17.2.1genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 17.2.3 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan kan de vergunning worden geweigerd.
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning voor een werk, niet zijnde een bouwwerk, of werkzaamheden op grond van bestemmingsplan, inpassingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit kan slechts worden verleend, indien door de in lid 17.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Voor zover de in lid 17.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één van de volgende voorschriften wordt verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin:
Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het inpassingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning ten behoeve van het bouwen, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m² en dieper dan 30 centimeter, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld én waarin in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
Het in lid 18.2.1 genoemde rapport hoeft niet overlegd te worden indien de genoemde omgevingsvergunning de bouw van een kas betreft en de initiatiefnemer kan aantonen dat:
Indien uit het in lid 18.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 18.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 18.2.3 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan kan de vergunning worden geweigerd.
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 18.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning voor een werk, niet zijnde een bouwwerk, of werkzaamheden op grond van bestemmingsplan, inpassingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit kan slechts worden verleend, indien door de in lid 18.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Voor zover de in lid 18.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één van de volgende voorschriften wordt verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin:
Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het inpassingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning ten behoeve van het bouwen, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m² en dieper dan 30 centimeter, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld én waarin in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
Het in lid 19.2.1 genoemde rapport hoeft niet overlegd te worden indien de genoemde omgevingsvergunning de bouw van een kas betreft en de initiatiefnemer kan aantonen dat:
Indien uit het in lid 19.2.1genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 19.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 19.2.3 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan kan de vergunning worden geweigerd.
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 19.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning voor een werk, niet zijnde een bouwwerk, of werkzaamheden op grond van bestemmingsplan, inpassingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit kan slechts worden verleend, indien door de in lid 19.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Voor zover de in lid 19.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één van de volgende voorschriften wordt verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin:
Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het inpassingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning ten behoeve van het bouwen, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 1.000 m² en dieper dan 30 centimeter, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld én waarin in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
Het in lid 20.2.1 genoemde rapport hoeft niet overlegd te worden indien de genoemde omgevingsvergunning de bouw van een kas betreft en de initiatiefnemer kan aantonen dat:
Indien uit het in lid 20.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 20.2.1genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 20.2.3 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan kan de vergunning worden geweigerd.
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 7' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 20.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning voor een werk, niet zijnde een bouwwerk, of werkzaamheden op grond van bestemmingsplan, inpassingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit kan slechts worden verleend, indien door de in lid 20.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Voor zover de in lid 20.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één van de volgende voorschriften wordt verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin:
Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het inpassingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 7' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 8' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning ten behoeve van het bouwen, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 5.000 m² en dieper dan 30 centimeter, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld én waarin in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
Het in lid 21.2.1genoemde rapport hoeft niet overlegd te worden indien de genoemde omgevingsvergunning de bouw van een kas betreft en de initiatiefnemer kan aantonen dat:
Indien uit het in lid 21.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 21.2.1genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 21.2.3 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan kan de vergunning worden geweigerd.
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 8' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 21.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning voor een werk, niet zijnde een bouwwerk, of werkzaamheden op grond van bestemmingsplan, inpassingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit kan slechts worden verleend, indien door de in lid 21.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Voor zover de in lid 21.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning één van de volgende voorschriften wordt verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin:
Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het inpassingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 8' geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, het beheer en de bescherming van de waterkering.
Op de in lid 22.1 bedoelde gronden mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geen bouwwerken worden opgericht, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de waterkering, waaronder merktekens en keermuren met een maximale bouwhoogte van 1,5 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van bouwwerken, in geval dit noodzakelijk is in verband met de aanleg of het functioneren van de waterkering.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 ten behoeve van op grond van de andere daar voorkomende bestemmingen toegestane bebouwing, mits het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende beheerder van de waterkering.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op en in de in lid 22.1 bedoelde gronden de volgende werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 22.5.1 moet worden geweigerd:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 22.5.1 is vereist voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het verbod tot bouwen met overschrijding van de bouwgrenzen is niet van toepassing met betrekking tot:
Het is verboden enig terrein of bouwperceel zodanig te bebouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein, bouwvlak of bouwperceel een toestand zou ontstaan, die aldaar niet meer met de regels van dit plan zou overeenstemmen, of, voor zover er reeds aldaar een afwijking van de regels bestaat, zodanig te bebouwen, dat deze afwijking zou worden vergroot.
Binnen het plangebied mag, tenzij anders is aangegeven in de regels, onder gebouwen, niet zijnde kassen, ondergronds worden gebouwd, onder de volgende voorwaarden:
Als een gebruik strijdig met het inpassingsplan wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en/of water:
Als een gebruik strijdig met het inpassingsplan wordt in ieder geval beschouwd het gebruik dan wel het laten gebruiken:
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' is geen nieuwbouw ten behoeve van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - meet- en regelstation' zijn uitsluitend bestaande kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens aangeduid voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering.
Ter plaatse van gronden met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk' mag niet worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van lid 26.3.1, met inachtneming van de volgende regels:
Voor de gronden die zijn aangeduid met 'wetgevingzone - planherziening' is de beperking van de bevoegdheid tot het vaststellen van een bestemmingsplan niet van kracht.
Voor elke wijziging krachtens dit artikel, maar met uitzondering van lid 28.5, geldt dat in de afweging de agrarische, landschappelijke, verkeerstechnische en milieuhygiënische belangen worden betrokken. Met het oog daarop worden de volgende criteria in acht genomen:
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het realiseren of uitbreiden van één of meer glastuinbouw- of paddenstoelenteeltbedrijven met bijbehorende bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - intensiveringsgebied', mits de wijziging bijdraagt aan de herstructureringsopgave tuinbouw Bommelerwaard en onder de voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het realiseren van een bedrijfswoning op de gronden welke niet zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het realiseren of uitbreiden van één of meer glastuinbouw- en/of paddenstoelenteeltbedrijven met bijbehorende bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - reserveconcentratiegebied', onder de voorwaarde dat:
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd het plan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' ten behoeve van agrogerelateerde bedrijvigheid mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
en met dien verstande dat:
over de voorwaarden onder a. en b een advies wordt gevraagd aan de gemeenten en het waterschap.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het realiseren van een bedrijfswoning op de gronden die zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - reserveconcentratiegebied', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de navolgende functies:
Bij de wijziging gelden de volgende regels:
Gesloopte oppervlakte bedrijfsgebouwen | Nieuwbouw woongebouw | ||
Agrarische bedrijfsgebouwen | Paddenstoelen | Kassen | |
0 - 750 m² | uitbreiding woning met 0,5 m3 per gesloopte m3 | ||
> 750 m² | uitbreiding woning met 0,5 m3 per gesloopte m3 tot 750 m² en 0,35 m3 per gesloopte m3 boven 750 m² |
||
0-1.000 m² | uitbreiding woning met 0,2 m3 per gesloopte m² | ||
> 1.000 m² | uitbreiding woning met 0,2 m3 per gesloopte m² tot 1.000 m² en 0,05 m3 per gesloopte m² boven 1.000 m² | ||
0 - 500 m² | 0 - 400 m² | 0 - 3.500 m² | Geen mogelijkheden |
500 - 1.000 m² | 400 – 800 m² | maximaal 750 m3 | |
1.000 – 2.500 m² | 800 – 1.600 m² | 3.500 - 20.000 m² | maximaal 1.200 m3 |
> 2.500 m² | > 1.600 m² | > 20.000 m² | maximaal 1.600 m3 |
met dien verstande, dat de oppervlakte van een nieuw woongebouw maximaal 50% mag bedragen van de oppervlakte van de gesloopte bedrijfsgebouwen;
woongebouw | bijbehorende bouwwerken |
woongebouw met 2 wooneenheden | 80 m² (in maximaal 1 bijbehorend bouwwerk) |
woongebouw met 3 wooneenheden | 120 m² (in 1 bijbehorend bouwwerk) of 110 m² (verdeeld over 2 bijbehorende bouwwerken) |
woongebouw met 4 of meer wooneenheden | 150 m² (in 1 bijbehorend bouwwerk) of 140 m² (verdeeld over 2 bijbehorende bouwwerken) |
type bedrijf | Omvang hergebruik |
aan het buitengebied gerelateerde bedrijven | 100% |
opslagbedrijven | 100% bij paddenstoelenteelt, 500 m2 + 75% van de overtollige opstallen in overige gevallen |
ambachtelijke bedrijven en kunstnijverheid | 500 m2 |
extensieve verblijfsrecreatie | 500 m2 |
kleinschalige horeca die gerelateerd is aan de recreatieve functie van het buitengebied | 250 m2 |
extensieve dagrecreatie | 500 m2 |
zorg | 500 m² |
overige bedrijven tot maximaal categorie 3.2 van de in Bijlage 1 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten | 500 m² |
gesloopte oppervlakte | niet aan het buitengebied gerelateerde bedrijven | aan het buitengebied gebonden bedrijven |
0 - 3.500 m2 gesloopte kassen | geen mogelijkheden voor extra bedrijfsgebouw | geen mogelijkheden voor extra bedrijfsgebouw |
3.500 - 20.000 m2 gesloopte kassen | 250 m2 bebouwing voor bedrijfsmatige doeleinden | 500 m2 bebouwing voor bedrijfsmatige doeleinden |
> 20.000 m2 gesloopte kassen | 500 m2 bebouwing voor bedrijfsmatige doeleinden | 1.000 m2 bebouwing voor bedrijfsmatige doeleinden |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' te wijzigen ten behoeve van woningbouw, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' te wijzigen ten behoeve van woningbouw, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding wetgevingzone - wijzigingsgebied 5 te wijzigen ten behoeve van woningbouw, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 6' te wijzigen ten behoeve van woningbouw, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' in de bestemming 'Wonen' en/of 'Maatschappelijk' ten behoeve van het oprichten van een landgoed, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Bij de wijziging gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de incidentele bouw van woningen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen en de aanduiding glastuinbouw te verwijderen mits het glastuinbouwbedrijf ter plaatse zijn glastuinbouwactiviteiten definitief heeft beëindigd en alle overtollige bedrijfsopstallen zijn gesloopt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van het verleggen danwel verbreden van wegen en watergangen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen naar de bestemming 'Verkeer' ten behoeve van het realiseren van de benodigde ontsluitingswegen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen naar groen of de bestemming 'Water'.
Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet eerder genomen dan het moment nadat belanghebbenden gedurende twee weken, na publicatie van het voornemen tot het stellen van nadere eisen in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk zienswijzen tegen het voorgenomen besluit bij het college van burgemeester en wethouders in te dienen.
Voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het inpassingsplan 'Tuinbouw Bommelerwaard'.