Plan: | Inpassingsplan De Centrale As |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9921.079808-VA01 |
12. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen - A7’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van het wonen al dan niet in combinatie met ruimte voor een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
met daaraan ondergeschikt:
b. groenvoorzieningen;
c. parkeervoorzieningen;
d. speelvoorzieningen;
e. wegen en paden;
f. waterlopen en waterpartijen;
g. openbare nutsvoorzieningen;
h. het behoud, het herstel en de instandhouding van de landschappelijke en natuurwaarden;
met de daarbij behorende:
i. tuinen, erven en verhardingen;
j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12. 2. Bouwregels
12. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen binnen een bouwvlak gelden de volgende regels:
a. het aantal woonhuizen per bouwvlak zal ten hoogste één bedragen;
b. de gebouwen zullen met ten minste 60% van de breedte van de voorgevel in de voorbouwgrens worden gebouwd;
c. de goot- en bouwhoogte zal ten hoogste 15 m bedragen met dien verstande dat:
- de goothoogte binnen een afstand van 3 m, gerekend vanuit de voorbouwgrens, ten hoogste 4 m zal bedragen.
12. 2. 2. Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen buiten een bouwvlak gelden de volgende regels:
a. de goot- en bouwhoogte van niet-vrijstaande gebouwen zal ten hoogste 15 m bedragen, met dien verstande dat:
1. de bouwhoogte van gebouwen binnen een afstand van 3 m, gerekend vanuit het verlengde van de voorbouwgrens, ten hoogste 3 m zal bedragen;
2. de bouwhoogte van gebouwen binnen een afstand van 2 m, gerekend vanuit de zijdelingse bouwperceelgrens, ten hoogste 3 m zal bedragen;
b. de goot- en bouwhoogte van een vrijstaand gebouw zal ten hoogste 3 respectievelijk 6 m zal bedragen;
c. de bouwhoogte van overkappingen zal ten hoogste 3,5 m bedragen;
d. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen per bouwperceel zal ten hoogste 30% van de oppervlakte van het erf met een maximum van 100 m² bedragen;
e. de oppervlakte van een vrijstaand gebouw zal ten hoogste 60 m² bedragen;
tenzij in de gronden ter plaatse zijn aangeduid als ‘maximale oppervlakte (m²)’ en/of ‘maximale bouwhoogte (m)’, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte en/of de bouwhoogte van andere gebouwen en overkappingen ten dienste van de woonfunctie ten hoogste de in die aanduiding aangegeven oppervlakte en/of bouwhoogte zal bedragen.
12. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. er mogen geen overkappingen buiten het bouwvlak worden gebouwd anders dan bepaald in lid 12.2.2.
b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorbouwgrens ten hoogste 1 m zal bedragen;
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5 m bedragen, met dien verstande dat:
1. de bouwhoogte van masten, niet zijnde antennemasten, en palen ten hoogste 10 m zal bedragen;
2. de bouwhoogte van antennemasten ten hoogste 15 m zal bedragen;
tenzij de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ is aangegeven, in welk geval de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste de in die aanduiding aangegeven bouwhoogte zal bedragen.
d. er zullen geen windturbines worden gebouwd.
12. 3. Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de (cultuur)landschappelijke waarden, de natuurwaarden, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:
- het bepaalde in lid 12.2.2. onder d en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen wordt vergroot tot ten hoogste 200 m², mits:
1. de oppervlakte van het bouwperceel ten minste 1.000 m² bedraagt;
2. de vergroting van de oppervlakte ten hoogste 10% bedraagt van de oppervlakte van het bouwperceel minus 1.000 m².
12. 4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van vrijstaande gebouwen buiten het bouwvlak als zelfstandige woning;
b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden, anders dan het gebruik ten behoeve van beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
d. het gebruik van gronden en bouwwerken als horecabedrijf;
e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, zodanig dat de beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel tot een maximum van 50 m²;
f. het aanbrengen van reclame-uitingen.
12. 5. Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
- het bepaalde in lid 12.4. onder f en toestaan dat reclame-uitingen worden aangebracht, mits:
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden van de gronden. Ten behoeve van de bescherming van de landschappelijke waarden kunnen aan deze ontheffing voorschriften worden verbonden.