direct naar inhoud van 5.4 Ruimtelijke kwaliteit
Plan: Landelijk Gebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1916.lg2011-0010

5.4 Ruimtelijke kwaliteit

Een bestemmingplan is voorwaardenscheppend: de gemeente kan wel toetsen, maar geen activiteiten afdwingen. Hierin mogen alleen aspecten worden benoemd die ruimtelijk relevant zijn. De gemeente vindt het belangrijk dat de ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied, de wijze waarop de bebouwing zich in het landschap manifesteert, wordt gewaarborgd en waar nodig verbeterd. Hiervoor kunnen verschillende instrumenten worden ingezet, waaronder het bestemmingsplan en de Welstandsnota. De gemeente heeft ervoor gekozen het waarborgen van ruimtelijke kwaliteit als apart beleidsveld te introduceren. Dit heeft een vertaling gekregen in een bij de regels opgenomen bijlage, genaamd de Ruimtelijke kwaliteitsparagraaf.

Het bestemmingsplan is in hoofdzaak conserverend van aard en maakt slechts beperkt nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Een aantal mogelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de ruimtelijke kwaliteit van zijn:

  • het realiseren van nieuwe burgerwoningen in het kader van de Ruimte voor ruimte-regeling;
  • het realiseren van paardenhouderijen dan wel voorzieningen voor paardenactiviteiten;
  • de mogelijkheden voor deeltijdactiviteiten bij agrarische bedrijven, zoals pensionstalling en kamperen;
  • de mogelijkheden voor medegebruik van woonboerderijen, zoals kleinschalige detailhandel en theetuin/-schenkerij.

In de regels wordt, in aanvulling op de reguliere bouw- en gebruiksbepalingen, aangegeven dat (nieuwe) ontwikkelingen slechts worden toegestaan, indien de Ruimtelijke kwaliteitsparagraaf in acht wordt genomen. Met ontwikkelingen wordt hier zowel bouwen als gebruik (functies) bedoeld. In de Ruimtelijke kwaliteitsparagraaf wordt vervolgens de ruimtelijke relevantie van (de landschappelijke inpassing van) bebouwing en functies in het buitengebied beschreven. Hiermee wenst de gemeente sturing te geven aan de invulling van bouwplannen dan wel de keuze van functies. Daarnaast kunnen bouwplannen dan wel verzoeken om nieuwe/andere functies op basis hiervan worden getoetst op de inpasbaarheid in het buitengebied. In de regels is voor burgemeester en wethouders bovendien ook de mogelijkheid opgenomen om nadere eisen te stellen met betrekking tot de ruimtelijke inpassing van bebouwing dan wel functies.

Het een en ander wordt door de gemeente beoordeeld aan de hand van een door de belanghebbende(n) te overleggen inrichtingsplan.