direct naar inhoud van 5.1 Systematiek van het bestemmingsplan
Plan: Landelijk Gebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1916.lg2011-0010

5.1 Systematiek van het bestemmingsplan

In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de systematiek van het bestemmingsplan en de daarin opgenomen regels en de bijbehorende verbeelding. Deze en de volgende paragraaf geven een (algemene) toelichting op de systematiek en vorm van het bestemmingsplan. De daarop volgende paragrafen gaan in op de opbouw van de regels en meer gedetailleerd, op de verschillende bestemmingen. Dit wordt gedaan aan de hand van de thema's landbouw, natuur en landschap, wonen, bedrijven, recreatie, cultuurhistorie en water. Daarnaast wordt de rol van de Ruimtelijke kwaliteitsparagraaf in dit bestemmingsplan toegelicht. Tot slot wordt aandacht besteed aan het aspect handhaving en toezicht op de naleving van het bestemmingsplan.

Op grond van het Bro dient een bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting langs elektronische weg te worden vastgelegd. Een bestemmingsplan wordt in die vorm ook vastgesteld, tegelijk met een volledige analoge verbeelding van het bestemmingsplan op papier. Indien de digitale en de analoge verbeelding tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale verbeelding beslissend. In verband met het elektronisch vastleggen en vaststellen van bestemmingsplannen worden in het Bro eisen gesteld aan bestemmingsplannen. Deze eisen zijn nader uitgewerkt in bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De volgende standaarden zijn in dit kader relevant:

  • Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (IMRO2008)
  • Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2008)

De standaarden hebben alleen betrekking op de regels en de verbeelding, niet op de toelichting.

Het rijk-, provinciaal en gemeentebeleid, zoals verwoord in de voorgaande hoofdstukken, hebben een juridische vertaling gekregen in de in het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied' opgenomen bestemmingen, regels en aanduidingen. De regels en de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan zijn opgesteld volgens de standaarden voor digitaal vergelijkbare en uitwisselbare bestemmingsplannen (IMRO2008/SVBP2008).

Het bestemmingsplan is overwegend conserverend, maar biedt ook mogelijkheden voor functiewisselingen, verbrede landbouw en beperkte nieuwbouw. In de regels wordt per bestemming onderscheid gemaakt tussen hetgeen rechtstreeks is toegestaan, hetgeen door middel van een afwijking mogelijk is en hetgeen slechts door gebruikmaking van een wijzigingsbevoegdheid mogelijk is. Bij de afwijkingsmogelijkheden is aangegeven wanneer en in hoeverre een afwijking toelaatbaar is. Voor de toepassing van de wijzigingsbevoegdheden dient aan een aantal voorwaarden te worden voldaan. In beide gevallen dient met inachtneming van het bepaalde in het bestemmingsplan, een belangenafweging te worden gemaakt bij de vraag of aan het een of ander toepassing wordt gegeven. Toepassing van een afwijkingsmogelijkheid of wijzigingbevoegdheid is in principe dan ook geen regel, maar een middel om flexibel op vraagstukken te kunnen ingaan. In dit verband is in het plan voor burgemeester en wethouders ook de mogelijkheid opgenomen om nadere eisen te stellen ten aanzien van bebouwing. De regels (inclusief bijlagen) en de verbeelding (plankaart) vormen samen het juridisch bindend toetsingskader voor het bouwen en gebruik van gronden en opstallen in het plangebied.

Op het renvooi (verklaring van de bestemmingen en aanduidingen op de verbeelding) is te zien dat onderscheid wordt gemaakt in bestemmingen en aanduidingen. De bestemmingen zijn de belangrijkste elementen. Alle gronden op de verbeelding hebben een bestemming, die zichtbaar wordt gemaakt door middel van een kleur, al dan niet in combinatie met letter om de bestemming aan te duiden. Elke op de verbeelding aangegeven bestemming is gekoppeld aan een bestemmingsartikel in de regels. De regels laten vervolgens bij elke bestemming zien op welke wijze de gronden mogen worden gebruikt en al dan niet worden bebouwd. Daarbij wordt ook weer terugverwezen naar de aanduidingen op de verbeelding. De verbeelding en de regels zijn ingericht met inachtneming van de wettelijk voorschreven standaarden.

De regels van het bestemmingsplan zijn onderverdeeld in:

  • Hoofdstuk 1 Inleidende regels;
  • Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels;
  • Hoofdstuk 3 Algemene regels;
  • Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels