Plan: | Veegplan Buitengebied voormalige gemeente Anna Paulowna |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1911.VeegplAnnaPaulowna-va01 |
In de regels van dit bestemmingsplan wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Veegplan Buitengebied voormalige gemeente Anna Paulowna met identificatienummer NL.IMRO.1911.VeegplAnnaPaulowna-va01 van de gemeente Hollands Kroon;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waaraan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een in Bijlage 1 genoemd dienstverlenend beroep of bedrijf, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
woonruimte die een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, als aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch recreatieve activiteit. Onder bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
het legale gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, krachtens een bouwvergunning/omgevingsvergunning voor het bouwen dan wel een vrijstelling op grond van de WRO, een ontheffing op basis van de Wro, of een afwijkingsprocedure op basis van de Wabo;
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;
een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming;
aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de teelt en vermeerdering van bloembollen in de volle grond;
een bedrijf gericht op het kweken/telen van bomen in de volle grond, al dan niet in combinatie met de verhandeling daarvan;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, met uitzondering van verblijfsrecreatieve voorzieningen;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een toets waarbij is onderzocht of op voorhand redelijkerwijs te verwachten is dat een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet, indien vereist, kan worden verleend;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouw dat dient ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
een agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen, waarbij de productie uitsluitend of in overwegende mate in kassen plaatsvindt;
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt;
een maximale waarde voor de geluidsbelasting die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt;
een horecabedrijf waar bedrijfsmatig logies wordt verstrekt en waar gerelateerd aan de hotelfunctie dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt;
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, groenten, bloemen of planten;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van niet-alcoholische dranken, met als nevenactiviteit het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren;
buitendijks gelegen, aangeslibd, al of niet begroeid land dat bij gemiddeld hoogwater niet meer onderloopt;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
een bedrijf gericht op het al dan niet in de openlucht bedrijven van de paardensport;
het bieden van zorg aan een ieder die geindiceerd is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt;
voor verblijf geschikte – al dan niet aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken – voertuigen, vaartuigen, arken, toercaravans, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten;
kassen deel uitmakende van een vollegrondstuinbouwbedrijf of bollenteeltbedrijf, waarbij de productieomvang van de kassen in ondergeschikte mate (minder dan de helft) onderdeel uitmaakt van de totale productieomvang van het bedrijf;
een toets waarbij is onderzocht of op voorhand redelijkerwijs te verwachten is dat een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998, indien vereist, zal worden verleend;
een bedrijf dat gericht is op het houden, stallen of africhten van paarden en/of pony's, alsmede de handel in paarden en/of pony's, niet zijnde een paardenfokkerij;
bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie, waarbij hoofdverblijf elders wordt gehouden;
een inrichting, waarbij ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
bewoning die plaatsvindt in het kader van seizoengebonden agrarische bedrijfsactiviteiten, waarbij het hoofdverblijf elders wordt gehouden;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat dient voor het opslaan van mest, veevoeder, graan of andere bulkstoffen ten behoeve van het agrarisch bedrijf;
een bedrijf gericht op: detailhandel met een al dan niet geheel overdekt winkelvloeroppervlakte waar bedrijfsmatig tuingerelateerde hardware producten, materialen en artikelen ten verkoop worden aangeboden zoals in ieder geval; tuin- en serremeubelen, tuinhuisjes, materialen en artikelen voor de aanleg, verfraaiing en het onderhoud van tuinen en vijvers, waaronder bestratingmateriaal, (geïmpregneerde) houtproducten. Daarnaast ook branchevreemde artikelen zoals seizoensgebonden decoratieartikelen, plantenbakken, tuinverlichting, barbecues, terras(open)haarden, zwembaden, tuinspeelgoed, werkkleding en -schoeisel om in de tuin te werken en ter plekke uit hout vervaardigde producten met de bijbehorende voorzieningen in de vorm van terreinverhardingen, uitstalling van producten, parkeervoorzieningen en kantoorruimten;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse en/of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;
de maximale waarde voor de geluidsbelasting zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een zich in het water bevindend object, dat dient als woning;
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
van de horizontale snijlijn van elk dakvlak met elk daaronder gelegen buitenwerks gevelvlak of scheidsmuur tot aan het gemiddelde peil van het aansluitende afgewerkte bouwperceel;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
De voor "Agrarisch - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van kassen ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden de volgende bepalingen:
Weg | Minimale afstand voorgevel(s) vanuit wegas | Maximale afstand voorgevel(s) vanuit wegas | |
N 9 | 260 m | 272,5 m | |
N 99 | 215 m | 227,5 m | |
N 249 | 115 m | 127,5 m | |
Burg. Lovinkstraat | 90 m | 102,5 m | |
Balgweg (snelheid max. 80 km/uur) | 35 m | 47,5 m | |
Middenweg | 22 m | 34,5 m | |
Kerkweg (snelheid max. 50 km/uur) | 40 m | 52,5 m | |
Kerkweg (snelheid max. 80 km/uur) | 100 m | 112,5 m | |
Molenvaart (snelheid max. 50 km/uur) | 54 m | 56,5 m | |
Molenvaart (snelheid max. 80 km/uur) | 125 m | 137,5 m | |
Grasweg | 22 m | 34,5 m | |
Slikkerdijk/Poolland | 48 m | 60,5 m | |
Walingsweg | 22 m | 34,5 m | |
Sluizerweg/Waardpolderhoofdweg | 80 m | 92,5 m |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats van de bebouwing met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Een omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen sprake is van onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.4.1 bij omgevingsvergunning afwijken van:
Tot een gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval aangemerkt:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in de navolgende subleden, kan uitsluitend worden verleend, indien geen sprake is van een onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, sub e en toestaan dat een bestaande bedrijfswoning als plattelandswoning gebruikt wordt, met dien verstande dat bij het agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfswoning deel uit maakte, geen nieuwe bedrijfswoning mag worden gerealiseerd.
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 voor het gebruik van bedrijfsgebouwen ten behoeve van niet-agrarische bedrijfsactiviteiten tot ten hoogste 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen per bedrijf, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 voor het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een paardenhouderij tot ten hoogste 30% van de oppervlakte van het bouwvlak per bedrijf, met dien verstande dat per bedrijf nooit meer dan 400 m² van een bouwvlak ten behoeve van een paardenhouderij mag worden gebruikt.
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 voor het gebruik van bedrijfsgebouwen ten behoeve van recreatieappartementen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 voor het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 voor het gebruik van woonunits als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 voor het gebruik van een deel van een bedrijfswoning dan wel de bedrijfsbebouwing ten behoeve van kleinschalige vormen van logies (zoals bed and breakfast), met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 ten behoeve van seizoenshuisvesting in bedrijfswoningen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 ten behoeve van seizoenshuisvesting in woonunits/stacaravans, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 ten behoeve van seizoenshuisvesting in onderkomens, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5 ten behoeve van seizoenshuisvesting in bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, met dien verstande dat:
Het is verboden op de tot 'Agrarisch - 1' bestemde gronden zonder of in afwijkzing van een omgevingsvergunning (voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 3.7.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De in lid 3.7.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de verkeersveiligheid.
Een besluit tot het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid, zoals bedoeld in de navolgende subleden, kan uitsluitend worden verleend, indien geen sprake is van een onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.8.1 het plan in die zin wijzigen dat de oppervlakte aan ondersteunend glas als bedoeld in lid 3.2.2, sub d wordt vergroot, al dan niet in combinatie met het vergroten van het bouwvlak als bedoeld in lid 3.2.1, sub a tot een oppervlakte van ten hoogste 4.000 m², met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.8.1 de bestemming wijzigen ten behoeve van seizoenhuisvesting indien het betrokken agrarisch bedrijf volledig is beëindigd, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.8.1 de bestemming wijzigen in de bestemming "Wonen" ten behoeve van 1 woning met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.8.1 de bestemming wijzigen in de bestemming "Wonen" ten behoeve van 2 woningen met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.8.1 de bestemming wijzigen in de bestemming "Bedrijf", met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.8.1 de bestemming wijzigen in de bestemming "Recreatie - 1" ten behoeve van recreatieappartementen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.8.1 het plan in die zin wijzigen dat de bouwhoogte van windturbine-installaties als bedoeld in artikel 3.2.5 wordt verhoogd naar een tiphoogte van maximaal 89 mater (+NAP), tenzij uit een beoordeling blijkt dat de maximale hoogte kan worden overschreden (conform, artikel 2.6.9 lid 4 van het Barro), met dien verstande dat de Minister van Defensie de in de beoordeling beschreven gevolgen voor de werking van de radar als aanvaardbaar beoordeelt (zie artikel 2.6.9 lid 6 van het Barro)
De voor "Agrarisch - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van kassen ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden de volgende bepalingen:
Weg | Minimale afstand voorgevel(s) vanuit wegas | Maximale afstand voorgevel(s) vanuit wegas | |
N 9 | 260 m | 272,5 m | |
N 99 | 215 m | 227,5 m | |
N 249 | 115 m | 127,5 m | |
Burg. Lovinkstraat | 90 m | 102,5 m | |
Balgweg (snelheid max. 80 km/uur) | 35 m | 47,5 m | |
Middenweg | 22 m | 34,5 m | |
Kerkweg (snelheid max. 50 km/uur) | 40 m | 52,5 m | |
Kerkweg (snelheid max. 80 km/uur) | 100 m | 112,5 m | |
Molenvaart (snelheid max. 50 km/uur) | 54 m | 56,5 m | |
Molenvaart (snelheid max. 80 km/uur) | 125 m | 137,5 m | |
Grasweg | 22 m | 34,5 m | |
Slikkerdijk/Poolland | 48 m | 60,5 m | |
Walingsweg | 22 m | 34,5 m | |
Sluizerweg/Waardpolderhoofdweg | 80 m | 92,5 m |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats van de bebouwing met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Een omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen sprake is van onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.4.1 bij omgevingsvergunning afwijken van:
Tot een gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval aangemerkt:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in de navolgende subleden, kan uitsluitend worden verleend, indien geen sprake is van een onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1, sub d en toestaan dat een bestaande bedrijfswoning als plattelandswoning gebruikt wordt, met dien verstande dat bij het agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfswoning deel uit maakte, geen nieuwe bedrijfswoning mag worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 voor het geplaatst houden van ten hoogste 15 kampeermiddelen per agrarisch bedrijf met dien verstande dat kampeermiddelen uitsluitend mogen worden geplaatst op een erf dat direct aansluit bij de bebouwing van een agrarisch bedrijf en voor zover bij dat agrarisch bedrijf een bedrijfswoning aanwezig is.
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 voor het gebruik van bedrijfsgebouwen ten behoeve van niet-agrarische bedrijfsactiviteiten tot ten hoogste 30% van de oppervlakte van de bedrijfsgebouwen per bedrijf, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 voor het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een paardenhouderij tot ten hoogste 30% van de oppervlakte van het bouwvlak per bedrijf, met dien verstande dat per bedrijf nooit meer dan 400 m² ten behoeve van een paardenhouderij mag worden benut.
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 voor het gebruik van bedrijfsgebouwen ten behoeve van recreatieappartementen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 voor het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 voor het gebruik van woonunits als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 voor het gebruik van een deel van een bedrijfswoning dan wel de bedrijfsbebouwing ten behoeve van kleinschalige vormen van logies (zoals bed and breakfast), met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 ten behoeve van seizoenshuisvesting in bedrijfswoningen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 ten behoeve van seizoenshuisvesting in woonunits/stacaravans, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 ten behoeve van seizoenshuisvesting in onderkomens, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 ten behoeve van seizoenshuisvesting in bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, met dien verstande dat:
Het is verboden op de tot 'Agrarisch - 1' bestemde gronden zonder of in afwijkzing van een omgevingsvergunning (voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 4.7.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De in lid 4.7.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de verkeersveiligheid.
Een besluit tot het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid, zoals bedoeld in de navolgende subleden, kan uitsluitend worden verleend, indien geen sprake is van een onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.8.1 het plan in die zin wijzigen dat de oppervlakte aan ondersteunend glas als bedoeld in lid 4.2.2, sub d wordt vergroot, al dan niet in combinatie met het vergroten van het bouwvlak als bedoeld in lid 3.2.1, sub a tot een oppervlakte van ten hoogste 4.000 m², met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.8.1 de bestemming wijzigen ten behoeve van seizoenhuisvesting indien het betrokken agrarisch bedrijf volledig is beëindigd, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.8.1 de bestemming wijzigen in de bestemming "Wonen" ten behoeve van 1 woning met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.8.1 de bestemming wijzigen in de bestemming "Wonen" ten behoeve van 2 woningen met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.8.1 de bestemming wijzigen in de bestemming "Bedrijf", met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.8.1 de bestemming wijzigen in de bestemming "Recreatie - 1" ten behoeve van recreatieappartementen, met dien verstande dat:
De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van bedrijven gelden de volgende regels:
Adres | Oppervlakte van de bedrijfsgebouwen in m2 |
J.C.de Leeuwweg 26 | 1.021 |
J.C.de Leeuwweg 26 | 356 |
Schorweg 32 | 4.391 |
Schorweg 89 | 5.620 |
Zuid-Zijperweg 63a | 700 |
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen ten behoeve van bedrijven gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen ten behoeve van bedrijven gelden de volgende regels:
Weg | Minimale afstand voorgevel(s) vanuit wegas | Maximale afstand voorgevel(s) vanuit wegas | |
N 9 | 260 m | 272,5 m | |
N 99 | 215 m | 227,5 m | |
N 249 | 115 m | 127,5 m | |
Burg. Lovinkstraat | 90 m | 102,5 m | |
Middenweg | 22 m | 34,5 m | |
Kerkweg (snelheid max. 50 km/uur) | 40 m | 52,5 m | |
Molenvaart (snelheid max. 50 km/uur) | 54 m | 56,5 m | |
Molenvaart (snelheid max. 80 km/uur) | 125 m | 137,5 m | |
Grasweg | 22 m | 34,5 m | |
Slikkerdijk/Poolland | 48 m | 60,5 m | |
Walingsweg | 22 m | 34,5 m | |
Sluizerweg/Waardpolderhoofdweg | 80 m | 92,5 m |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats van de bebouwing met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Een omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen sprake is van onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.4.1, vrijstelling verlenen van:
Tot een gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval aangemerkt:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in de navolgende subleden, kan uitsluitend worden verleend, indien geen sprake is van een onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5 voor de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten onder categorie 1 en 2, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, onder categorie 1 en 2.
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5 voor het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5 voor het gebruik van woonunits als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5 voor het gebruik van een deel van een bedrijfswoning dan wel de bedrijfsbebouwing ten behoeve van kleinschalige vormen van logies (zoals bed and breakfast), met dien verstande dat:
Een besluit tot het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid, zoals bedoeld in de navolgende subleden, kan uitsluitend worden verleend, indien geen sprake is van een onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.7.1 de bestemming wijzigen in de bestemming "Wonen" ten behoeve van 1 woning met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 5.7.1 de bestemming wijzigen in de bestemming "Wonen" ten behoeve van 2 woningen met dien verstande dat:
De voor "Bos - Landgoed" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bos – dierenpark” gelden voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende regels:
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bos - beheer” gelden voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van beheervoorzieningen de volgende regels:
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding “wonen” gelden voor het bouwen van hoofd- en bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het wonen de volgende regels:
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bos – kunst” gelden voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende regels:
Voor zover de gronden niet aangeduid met “specifieke vorm van bos – dierenpark”, “specifieke vorm van bos – beheer”, “wonen” en “specifieke vorm van bos – kunst” geldt dat uitsluitend omgevingsvergunningvrije bouwwerken mogen worden gebouwd zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in samenhang met artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats van de bebouwing met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van:
Het is verboden op of in de in lid 6.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders ter plaatse van de in lid 6.1 bedoelde gronden, de volgende werken, niet zijnde bouwwerken, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 6.6.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
In of op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 3,5 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats van de bebouwing met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Het is verboden op of in de in lid 7.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders ter plaatse van de in lid 7.1 bedoelde gronden, de volgende werken, niet zijnde bouwwerken, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 7.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De voor "Recreatie - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen ten behoeve van verblijfsrecreatie in de vorm van een camping of seizoencamping gelden de volgende bepalingen:
Weg | Minimale afstand voorgevel(s) vanuit wegas | Maximale afstand voorgevel(s) vanuit wegas | |
N 9 | 260 m | 272,5 m | |
N 249 | 115 m | 127,5 m | |
Kerkweg (snelheid max. 50 km/uur) | 40 m | 52,5 m | |
Kerkweg (snelheid max. 80 km/uur) | 100 m | 112,5 m |
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats van de bebouwing met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Een omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen sprake is van onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 8.4.1, bij omgevingsvergunning afwijken van:
Tot een gebruik strijdig met de bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval aangemerkt:
Een omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen sprake is van onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 8.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.5 voor het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 8.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.5 voor het gebruik van woonunits als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
De voor 'Recreatie - Volkstuinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor "Verkeer - Wegverkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 10 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van de verkeersveiligheid, nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Tot een gebruik strijdig met de bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval aangemerkt:
De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van de verkeersveiligheid, nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Tot een gebruik strijdig met de bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval aangemerkt:
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Weg | Minimale afstand voorgevel(s) vanuit wegas | Maximale afstand voorgevel(s) vanuit wegas | |
N 9 | 260 m | 272,5 m | |
N 99 | 215 m | 227,5 m | |
N 249 | 115 m | 127,5 m | |
Burg. Lovinkstraat | 90 m | 102,5 m | |
Balgweg (snelheid max. 80 km/uur) | 35 m | 47,5 m | |
Middenweg | 22 m | 34,5 m | |
Kerkweg (snelheid max. 50 km/uur) | 40 m | 52,5 m | |
Kerkweg (snelheid max. 80 km/uur) | 100 m | 112,5 m | |
Molenvaart (snelheid max. 50 km/uur) | 54 m | 56,5 m | |
Molenvaart (snelheid max. 80 km/uur) | 125 m | 137,5 m | |
Grasweg | 22 m | 34,5 m | |
Slikkerdijk/Poolland | 48 m | 60,5 m | |
Walingsweg | 22 m | 34,5 m | |
Sluizerweg/Waardpolder-hoofdweg | 80 m | 92,5 m |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats van de bebouwing met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
Een omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen sprake is van onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in lid 12.4.1, bij omgevingsvergunning afwijken van:
Tot een gebruik strijdig met de bestemmingsomschrijving als bedoeld sub a wordt in ieder geval aangemerkt:
Aan-huis verbonden beroepen en bedrijven zijn in overeenstemming met de woonfunctie, mits:
Tot een gebruik in overeenstemming met de woonfunctie wordt mede gerekend het hobbymatig gebruik van bestaande gebouwen voor bed & breakfast voor maximaal 4 personen, met dien verstande dat:
Een omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen sprake is van onevenredige aantasting van:
He bevoegd gezag kan met in achtneming van het bepaalde in lid 12.6.1, bij omgevingsvergunning afwijken van:
De voor 'Leiding - Nationale leidingstrook' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor ondergrondse buisleidingen en kabels.
Op of in deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van het aanleggen en onderhouden van de leidingenstrook. Voor de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de maximale hoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.2 en toestaan dat de in de andere bestemmingen genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:
Het is verboden op of in de in 13.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 13.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De onder 13.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien:
De voor "Waarde - Archeologie - 2" aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde in de aangegeven andere bestemmingen mogen in of op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2, mits:
Het is verboden op de tot 'Waarde - Archeologie - 2' bestemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren indien de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden betrekking hebben op een gebied met een oppervlakte groter dan 2.500 m²:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is niet vereist voor:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt slechts verleend, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden de bestemming Waarde - Archeologie - 2 wordt ontnomen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor "Waarde - Archeologie - 3" aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde in de aangegeven andere bestemmingen mogen in of op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2, mits:
Het is verboden op de tot 'Waarde - Archeologie - 3' bestemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren indien de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden betrekking hebben op een gebied met een oppervlakte groter dan 10.000 m²:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is niet vereist voor:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt slechts verleend, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden de bestemming Waarde - Archeologie - 3 wordt ontnomen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor "Waterstaat - Waterkering" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 4, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend indien geen sprake is van onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van het bepaalde in lid 18.1 bij omgevingsvergunning afwijken van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan in die zin wijzigen dat:
Bij bouwen dan wel het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden binnen de bestemming 'Water' wordt de waterbeherende instantie om advies gevraagd. Er dient te worden voldaan aan de Keur van de waterbeherende instantie.
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van atwedenbouwkundige waard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepsassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Indien toepassing van het overgangsrecht voor bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen, kan bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Veegplan Buitengebied voormalige gemeente Anna Paulowna