7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. woondoeleinden in de vorm van grondgebonden woningen met de daarbij behorende gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en andere bouwwerken, met dien verstande dat het aantal te bouwen woningen maximaal 222 bedraagt;
-
b. woondoeleinden in de vorm van een woongebouw (appartementencomplex) met de daarbij behorende gebouwen en andere bouwwerken ter plaatse van de aanduiding "gestapeld", met dien verstande dat het aantal te bouwen woningen maximaal 20 bedraagt;
-
c. boven/benedenwoningen ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - boven/benedenwoning", met dien verstande dat het aantal te bouwen woningen maximaal 8 bedraagt;
-
d. studio ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - studio";
-
e. tuinen en erven;
-
f. aan huis gebonden beroepen;
-
g. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat parkeervoorzieningen op eigen terrein zullen worden afgedwongen;
-
h. nutsvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorziening";
-
i. kunstwerk, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen-kunstwerk";
-
j. ondergrondse parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen- ondergrondse parkeervoorziening",
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "wonen uitgesloten", wonen niet is toegestaan.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen
Op de voor Wonen aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
-
a. hoofdgebouwen;
-
b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
-
c. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
7.2.2 Hoofdgebouwen grondgebonden woningen
Regels met betrekking tot hoofdgebouwen:
-
a. als hoofdgebouwen mogen uitsluitend woningen worden gebouwd;
-
b. hoofdgebouwen en kelders zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak";
-
c. hoofdgebouwen dienen met de voorgevel in de voorgevelrooilijn te worden opgericht;
-
d. de maximale goot- en bouwhoogte is op de verbeelding weergegeven;
-
e. bij toepassing van een kapconstructie bedraagt de dakhelling van hoofdgebouwen maximaal 60º, met dien verstande dat de op de verbeelding en in deze planregels aangegeven nokhoogte als maximum geldt.
7.2.3 Hoofdgebouwen aanduiding gestapeld
Regels met betrekking tot hoofdgebouwen ter plaatse van de aanduiding "gestapeld":
-
a. als hoofdgebouw mag uitsluitend een woongebouw (appartementencomplex) worden opgericht;
-
b. het hoofdgebouw moet met de voorgevel in of achter de op de verbeelding aangeduide voorgevelrooilijn worden gebouwd;
-
c. de maximale goot- en bouwhoogte is op de verbeelding weergegeven;
-
d. ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - ondergrondse parkeervoorziening" tot een maximale verticale diepte van 5,00 m.
7.2.4 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
Regels met betrekking tot aan- en uitbouwen en bijgebouwen:
-
a. bijgebouwen en kelders zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen";
-
b. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer dan 3,50 m bedragen;
-
c. de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer dan 6,00 m bedragen;
-
d. de afstand van aan-/uitbouwen tot de achterste perceelsgrens mag niet minder dan 5,00 m bedragen;
-
e. aan-/uitbouwen aan de achterzijde mogen niet breder zijn dan de betreffende achtergevel van het hoofdgebouw;
-
f. aan-/uitbouwen aan de zijgevel mogen niet dieper zijn dan de betreffende zijgevel;
-
g. de bouwhoogte van aan-/uitbouwen aan de zijgevel mag niet meer dan 6,00 m bedragen;
-
h. aan-/uitbouwen aan de achterzijde mogen niet verder reiken dan 3,00 m buiten het bouwvlak hoofdgebouwen;
-
i. de goothoogte van aan-/uitbouwen aan de achterzijde mag niet meer bedragen dan 3,50 m;
-
j. de nokhoogte van aan-/uitbouwen aan de achterzijde mag niet meer bedragen dan 5,00 m;
-
k. aan-/uitbouwen aan de voorzijde mogen de voorgevelrooilijn overschrijden, met dien verstande dat de diepte aan de voorzijde niet meer dan 1,25 m gerekend vanaf de voorgevel bedraagt;
-
l. aan-/uitbouwen aan de voorzijde mogen niet breder zijn dan 50% van de breedte van de betreffende voorgevel;
-
m. de goothoogte van aan-/uitbouwen aan de voorzijde mag niet meer bedragen dan 3,00 m;
-
n. de nokhoogte van aan-/uitbouwen aan de voorzijde mag niet meer bedragen dan 4,00 m;
-
o. de totale oppervlakte aan aan-/uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen alsmede overkappingen en bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 50 m², met dien verstande dat maximaal 50% van het bouwvlak bijgebouwen mag worden bebouwd;
-
p. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - studio" gelden de volgende regels:
-
1. de goothoogte van deze studio mag niet meer bedragen dan 5,00 m;
-
2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7,50 m;
-
3. bij toepassing van een kapconstructie bedraagt de dakhelling van een studio maximaal 60º, met dien verstande dat de op de verbeelding en in deze planregels aangegeven bouwhoogte als maximum geldt.
7.2.5 Bouwwerken, geen gebouw zijnde grondgebonden woningen
Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
-
a. de hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 2,00 m bedragen, met dien verstande dat:
-
1. de hoogte van een balkon, vanaf de vloerbak van het balkon gemeten, maximaal 1,20 m mag bedragen;
-
2. de hoogte van overkappingen mag maximaal 3,50 m zijn of tot aan de eerste bouwlaag;
-
b. in afwijking van het bepaalde in dit lid onder a mag de hoogte van andere bouwwerken gesitueerd op de gronden vóór de voorgevel(rooilijn) maximaal 1,00 m bedragen;
-
c. in afwijking van het bepaalde onder a mag de hoogte van kunstobjecten ten hoogste 9,00 m bedragen;
-
d. de hoogte van andere bouwwerken ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorziening" mag maximaal 3,50 m bedragen;
-
e. de totale oppervlakte aan aan-/uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen alsmede overkappingen en bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 50 m², met dien verstande dat maximaal 50% van het bouwvlak bijgebouwen mag worden bebouwd;
-
f. de maximale bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen-kunstwerk" is op de verbeelding weergegeven.
7.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde aanduiding gestapeld
Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding "gestapeld":
-
a. de bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen qua aard en omvang bij de bestemming te passen;
-
b. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2,00 m bedragen;
-
c. in afwijking van het bepaalde in dit lid onder b mag de hoogte van erfafscheidingen gelegen vóór de voorgevelrooilijn maximaal 1,00 m bedragen;
-
d. in afwijking van het bepaalde in dit lid onder b mag de hoogte van kunstobjecten ten hoogste 13,00 m bedragen.
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van:
-
a. de woonsituatie;
-
b. het straat- en bebouwingsbeeld;
-
c. de verkeersveiligheid;
-
d. de sociale veiligheid;
-
e. de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen;
-
f. het stedenbouwkundig beeld;
nadere eisen stellen aan:
- situering en de afmetingen van de gebouwen;
- de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- de situering van in- en uitritten, groen- en speelvoorzieningen.