Plan: | Breukelen Centrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1904.BPcentrumBKL-VG02 |
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is wonen tevens toegestaan op de begane grondlaag;
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande, dat:
buiten het bouwvlak mag erfbebouwing worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, waarbij:
In afwijking op het bepaalde in lid 4.2.1 mogen ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' geen gebouwen op de begane grondlaag worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2 onder a. sub 3 tot een maximale goothoogte van 7.50 m en een maximale bouwhoogte van 12 m, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling noodzakelijk is en de bouw geen onevenredige afbreuk doet aan de ter plaatse aanwezige beeldkwaliteit en cultuurhistorische waarden.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt ieder geval begrepen detailhandel in volumineuze goederen.
De oppervlakte van horeca moet voldoen aan de oppervlaktenorm zoals opgenomen in artikel 23.2.
Er dient te worden voorzien in de noodzakelijke parkeervoorzieningen, waarbij ten minste het aantal parkeerplaatsen wordt gerealiseerd conform de parkeernormen zoals in de bijlage 'Parkeernormen' van deze regels is opgenomen. In de gevallen waarin de tabel niet voorziet, stelt het college van burgemeester en wethouders de parkeernorm vast.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 onder g. ten einde meerdere woningen in ruimten boven de begane grondlaag (verdiepingen) toe te staan onder de voorwaarden dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1 onder i ten einde kamerverhuur in ruimten boven de begane grondlaag (verdiepingen) toe te staan onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in gebruik nemen (van een deel) van het hoofdgebouw of de bijbehorende bouwwerken ten behoeve van mantelzorg mits:
Het bevoegd gezag kan de in lid 4.5.1 bedoelde omgevingsvergunning intrekken na beëindiging van de mantelzorg.
Na het intrekken van de omgevingsvergunning, zoals bedoeld in lid 4.5.2 is degene aan wie de omgevingsvergunning was verleend of diens rechtsopvolger, en indien sprake was van afhankelijke woonruimte, verplicht de als dan strijdige situatie te zijner keuze hetzij in de vorige toestand te herstellen, hetzij met het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen.