direct naar inhoud van Regels

Loenen aan de Vecht

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.1904.BPLoenenadVechtLNN-VG01

Artikel 14 Natuur

 

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. behoud, versterking, herstel en ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden;

  2. bos;

  3. groen;

  4. water;

  5. extensief recreatief medegebruik;

 

met daarbij horende:

  1. (ontsluitings)wegen en paden;

  2. waterhuishoudkundige voorzieningen;

  3. overige functioneel met de bestemming 'Natuur' verbonden voorzieningen.

 

14.2 Bouwregels

 

14.2.1 Gebouwen en overkappingen

Gebouwen en overkappingen mogen niet worden gebouwd.

 

14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende bouwregels:

  1. Uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd:

  1. bruggen en duikers, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 3 m mag bedragen;

  2. erfafscheidingen, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 1 m mag bedragen;

  3. straatmeubilair, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 3 m mag bedragen;

  4. (natuurvriendelijke) oeverbeschoeiing.

 

14.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

14.3.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  1. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;

  2. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;

  3. het aanleggen, beschoeien, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;

  4. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en
    apparatuur;

  5. het scheuren van grasland;

  6. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;

  7. andere-werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.

 

14.3.2 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is nodig voor:

  1. andere-werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;

  2. andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.

 

14.3.3 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige en potentiële landschappelijke en natuurlijke waarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.