direct naar inhoud van Regels

Loenen aan de Vecht

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.1904.BPLoenenadVechtLNN-VG01

Artikel 9 Groen

 

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. groen;

  2. corridors;

  3. water;

  4. park en plantsoenen;

  5. in- en uitritten;

  6. evenementen;

 

met de daarbij behorende:

  1. speelvoorzieningen en speelvelden;

  2. kunstobjecten en straatmeubilair;

  3. nutsvoorzieningen;

  4. waterhuishoudkundige voorzieningen en waterberging, waaronder bergbezinkbassins;

  5. voet- en fietspaden;

  6. overige functioneel met de bestemming 'Groen' verbonden voorzieningen.

 

9.2 Bouwregels

 

9.2.1 Gebouwen

Gebouwen mogen niet worden gebouwd.

 

9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bouwregels:

  1. De bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt ten hoogste 6 m.

  2. De bouwhoogte van nutsvoorzieningen en gemalen bedraagt ten hoogste 3 m.

  3. De bouwhoogte van straatmeubilair bedraagt ten hoogste 3 m.

  4. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m.

 

9.3 Specifieke gebruiksregels

  1. Onverminderd het bepaalde in artikel 9.1 van deze regels is het in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor:

  1. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;

  2. het opslaan van gerede en ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;

  3. het opslaan c.q. stallen van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;

  4. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.

  1. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op:

  1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;

  2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming.

 

9.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het realiseren van parkeervoorzieningen, met dien verstande dat:

  1. de parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn in verband met de verkeersveiligheid;

  2. er sprake is van een ruimtelijke noodzaak in verband met parkeercongestie.

 

9.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen naar de bestemming ‘Wonen - 1’ zonder bouwvlak of de bestemming 'Tuin - 1', waarna de regels van de desbetreffende bestemming van toepassing zijn.