direct naar inhoud van Artikel 8 Water
Plan: Woonschepen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPLGBWoonschepen-VG01

Artikel 8 Water

8.1 bestemmingsomschrijving
8.1.1 water

De voor “Water” aangewezen gronden zijn bestemd voor

  • a. woonschepen ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
  • b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van aanwezige of potentiële landschappelijke en natuurlijke waarden ter plaatse van de aanduiding ecologische verbindingszone;
  • c. waterhuishoudkundige doeleinden;
  • d. waterberging;
  • e. waterlopen;
  • f. steigers aan de oever van een tuin en/of erf van een woonschip;
  • g. bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';

met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde waaronder oeverbeschoeiingen, bruggen, dammen en/of duikers.

8.1.2 woonschepen

In aanvulling op het bepaalde in artikel 8.1.1 onder a zijn uitsluitend woonschepen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' die voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. het maximum aantal woonschepen bedraagt het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal;
  • b. lengte maximaal 18 m;
  • c. breedte maximaal 6 m;
  • d. goot- en boeiboordhoogte maximaal 3,5 m;
  • e. nokhoogte maximaal 4 m;
  • f. diepte omloop en overstek maximaal 0,8 m;
  • g. diepte dakoverstek maximaal 0,3 m;
  • h. onderlinge afstand tussen de opbouw van twee woonschepen minimaal 5 m.
8.1.3 vervangen woonschepen

Woonschepen die vervangen worden dienen te voldoen aan de maximale maatvoering zoals benoemd in artikel 7.1.2. Indien bestaande en reeds bestemde woonschepen deze maximale maten overschrijden ten tijde van de invoering van het nieuwe bestemmingsplan mogen deze woonschepen vervangen worden door woonschepen waarbij de oude maatvoering gehandhaafd mag worden.

8.2 bouwregels
8.2.1 gebouwen

Uitsluitend gebouwen in de vorm van bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen worden gebouwd.

8.2.2 bijgebouwen

Bijgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de oppervlakte van het bijgebouw maximaal 9 m2 bedraagt;
  • b. de goot- en bouwhoogte maximaal respectievelijk 3 m en 5 m bedragen.
8.2.3 bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing, maximaal:

  • a. bruggen en viaducten 8 m;
  • b. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde 3 m.
8.2.4 aanvulling steiger

In aanvulling op en in afwijking van artikel 7.2.3 voldoen steigers tussen de wal en het woonschip aan de volgende kenmerken:

  • a. situering uitsluitend aan de oever van een tuin en/of erf van een woonschip;
  • b. de steiger dient evenwijdig aan de oever te worden gebouwd;
  • c. de breedte maximaal 6 m bedraagt;
  • d. de diepte maximaal 1,2 m bedraagt;
  • e. de steiger rust op maximaal twee palen;
  • f. de bouwhoogte de hoogte van het streefpeil niet overschrijdt, met een maximum van 0,45 m boven de waterlijn;
  • g. steigers mogen de ecologische waarde van de ecologische verbindingszone niet aantasten.
8.2.5 aanvulling haakse steiger

In aanvulling op en in afwijking van artikel 7.2.3 voldoen steigers aan de kopse kant van een woonschip aan de volgende kenmerken:

  • a. maximaal één haakse steiger per woonschip;
  • b. situering uitsluitend aan de oever van een tuin en/of erf van een woonschip;
  • c. de steiger dient haaks op de oever te worden gebouwd;
  • d. de breedte maximaal 1.2 m bedraagt;
  • e. de diepte maximaal de breedte van het woonschip of 6 m bedraagt;
  • f. de steiger rust op maximaal twee palen;
  • g. de bouwhoogte de hoogte van het streefpeil niet overschrijdt, met een maximum van 0,45 m boven de waterlijn.
8.3 afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 8.1.2 indien een woonschip die langer dan is 18 meter wordt vervangen door een woonschip die korter dan 18 meter is. Het vervangende woonschip voldoet dan aan de volgende kenmerken:

  • a. lengte maximaal 18 m;
  • b. breedte maximaal 6 m;
  • c. goot- en boeiboordhoogte maximaal 4 m;
  • d. bouwhoogte maximaal 4,5 m;
  • e. diepte omloop en overstek maximaal 0,8 m;
  • f. diepte dakoverstek maximaal 0,3 m.
8.4 afwijken van de gebruiksregels
8.4.1 historische waarde

Bij omgevingsvergunning kan af geweken worden van het bepaalde in artikel 8.1.2 indien er sprake is van een verbetering van de landschappelijke situering, de cultuurhistorische waarden behouden blijven en het een woonschip betreft dat historische waarde heeft. Historisch waardevolle schepen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. lengte maximaal 30 m;
  • b. breedte maximaal 6 m;
  • c. goot- en boeiboordhoogte maximaal 3,5 m;
  • d. bouwhoogte maximaal 4 m;
  • e. diepte omloop en overstek maximaal 0,8 m;
  • f. diepte dakoverstek maximaal 0,3 m;
  • g. onderlinge afstand tussen twee woonschepen of enige uitstekend deel daarvan minimaal 5 m.