Plan: | 1e herziening bestemmingsplan Corridor |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1904.BPCorridor1hrzBKL-VG01 |
regels en verbeelding van het bestemmingsplan '1e herziening bestemmingsplan Corridor' van de gemeente Stichtse Vecht.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1904.BPCorridor1hrzBKL-VG01 met bijbehorende regels.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, ondergeschikte detailhandel, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; detailhandel, horeca, seksinrichtingen, koeriersbedrijven en (personen)transportbedrijven zijn niet toegestaan.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwd bouwwerk dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
de gronden die behoren bij een hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevelrooilijn.
de denkbeeldige lijn in het verlengde van de achtergevel van het hoofdgebouw.
gebruik van gronden gericht op (extensief) agrarisch gebruik waarbij het gebruik ondergeschikt is aan de hoofdfunctie van de gronden.
een bedrijf dat uitsluitend of overwegende mate gericht is op het verrichten van werkzaamheden voor en/ of de levering van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur.
een gebouw bij een woning dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is
de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het percentage van de oppervlakte van het bouwperceel, binnen de op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen, dat mag worden bebouwd.
een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt binnen de woning. Onder een bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet-zelfstandige en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
een gebouw, dat blijkens zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd om te worden gebruikt als bedrijfsruimte.
bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de exploitatie van een ter plaatse gevestigd bedrijf.
ondernemingsplan op grond waarvan wordt aangetoond dat investeringen gerechtvaardigd zijn in het licht van de toestand en de structuur van het bedrijf en dat ze zullen leiden tot een duurzame verbetering van de toestand.
een gebouw waarin het uitoefenen van bedrijvigheid (waaronder industriële, ambachtelijke, dienstverlenende, consumentverzorgende, therapeutische, sportfuncties en kantoren) wisselend kan worden uitgeoefend, waarbij de ruimtelijke uitstraling in overeenstemming is met die van één bedrijf. Voor het berekenen van toegestane oppervlakte aan ondergeschikte kantoren (zie artikel 1.77) wordt een bedrijfsverzamelgebouw als één bedrijf getoetst.
de gezamenlijke vloeroppervlakte van ruimten aang wend voor de uitoefening van een bedrijf/instelling, zoals magazijnen, bergingen, kantoren en voor publiek toegankelijke ruimten.
een woning in of bij een bedrijfsgebouw of op dan wel bij een bedrijfsterrein bestemd voor het huishouden van een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bedrijfsvoering, in overeenstemming met de bestemming, noodzakelijk is.
alle aspecten die van invloed zijn op de voorstelbaarheid en beleving van de ruimtelijke omgeving en objecten in die omgeving (waaronder de cultuurhistorische en landschappelijke waarden).
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.
bij bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning, tenzij in de regels anders is bepaald;
bij gebruik: gebruik zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel mag worden gebruikt krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning, tenzij in de regels anders is bepaald.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een functioneel met een hoofdgebouw verbonden, daar al niet tegen aangebouwd en door de ligging, constructie en afmeting daaraan ondergeschikt, op de grond staand gebouw of ander bouwwerk, zoals een aan- of uitbouw, schuur, fietsenstalling, e.d.
een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw, begrensd door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen met uitsluiting van een onderbouw of een zolderverdieping.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de totale oppervlakte van de bouwlagen met inbegrip van de bouwconstructies, magazijnen, dienstruimten, bergingen en dergelijke
belang in geschiedkundig opzicht; onder andere met betrekking tot het ontstaan van het gebied, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het kavelpatroon, de waterhuishouding, de beplanting en de (voormalige) bebouwing.
een constructie ter vergroting van een gebouw, met één of meer ramen, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een bedrijfs- of beroepsactiviteit.
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten en caravans.
een (naar openingstijden grotendeels) met een winkel vergelijkbare onderneming die is gericht op het verlenen van diensten aan particulieren, zoals reisbureaus, kapsalons, banken en (para) medische dienstverlening zulks met uitzondering van horeca(ondernemingen) en erotisch getinte horeca.
een al dan niet bebouwd perceel, of gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en de bestemming deze inrichting niet verbiedt;
een horeca(onderneming) die tot doel heeft het daarbinnen doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotisch-pornografische aard en tevens het bedrijfsmatig ten behoeve van verbruik ter plaatse verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken. Hieronder vallen eveneens een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal.
periodieke en/of incidentele manifestaties, zoals sportmanifestaties, concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, tentoonstellingen, shows, thematische beurzen en markten.
vormen van openluchtrecreatie met een relatief beperkt aantal recreanten per oppervlakte-eenheid en waarbij in het algemeen het verlangen naar rust en ruimte voorop staat.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen, alsmede gebouwen, terreinen en ruimten als bedoeld in de Wet geluidhinder.
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder en/of bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
een agrarisch bedrijf dat overwegend afhankelijk is van de bij het bedrijf behorende gronden als agrarisch productiemiddel.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending in de uitoefening van een bedrijfs- of beroepsactiviteit.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een onderneming die in zijn algemeenheid is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, het verstrekken en/of ter plaatse nuttigen van voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie.
De volgende specifieke vormen worden onderscheiden, waarbij in het kader van dit bestemmingsplan geen discotheken zijn toegestaan. Bij de begrippen is een categorie-indeling aangegeven welke in de regels wordt gebruikt:
een onderneming, die qua openingstijden vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen, althans geen latere sluitingstijd dan 21.00 uur heeft, zoals een dagcafé, lunchroom, koffiecorner en ijssalon;
een overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt en waarbij het verstrekken van consumpties eventueel op een klein terras van ondergeschikte betekenis is, waarbij een bed & breakfast gevestigd is in een woning of bijgebouw van een woning en wordt gerund door de eigenaren tevens bewoners van de betreffende woning;
een onderneming, die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en eventueel het exploiteren van zaalaccommodatie en het ondergeschikt verstrekken van voedsel en dranken;
een onderneming, die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waarbij het verstrekken van dranken (daaraan) ondergeschikt is; alsmede tot het exploiteren van een ondergeschikte zaalaccommodatie;
een onderneming gericht op het verstrekken aan de verbruiker van al dan niet ter plaatse bereide, kleine etenswaren, welke al dan niet ter plaatse kunnen worden gebruikt;
een onderneming, die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van gelegenheid tot het houden van bruiloften en partijen, alsmede tot het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;
een zelfstandige, niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakend van een hotel, restaurant of zaalaccommodatie voorkomende bedrijvigheid, die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en waar het verstrekken van maaltijden daaraan ondergeschikt is;
een uitgaansgelegenheid bestaande uit één of meerdere bars en een plek waar je kunt dansen op of luisteren naar (live)muziek.
persoon of groep personen die een huishouding voert, niet zijnde bedrijfsmatige kamerverhuur.
regeling van het huishouden, familieleven, huisgezin.
een ondergeschikt deel van het gebouw dat een grotere hoogte heeft dan het overige deel van het gebouw en dat een representatieve uitstraling heeft.
de verhuur van ruimte(n) in een (deel van een) gebouw die geschikt is voor of geschikt te maken is voor (nacht)verblijf of een zelfstandige woonruimte, ongeacht de duur van het verblijf en al dan niet tegen betaling.
een ruimte welke door haar indeling en inrichting is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden met geen of slechts een ondergeschikte baliefunctie.
een constructie die dient voor de toegang tot een kelder.
een uitgebouwde constructie van beperkte omvang aan de buitenzijde van de kelderwand die dient voor daglichttoetreding en/of ventilatie van de kelder. Als uitgebouwde bak wordt het ook wel een lichtkolk of vossengat genoemd, een lange doorgaande koekoek ook wel een wolfskuil.
een al dan niet permanent bouwwerk van zeer beperkte omvang waar goederen worden aangeboden aan voornamelijk reizigers om zo hun reis of wachttijd te veraangenamen, zoals tijdschriften, kranten, etenswaren, vervoersbewijzen, kaarten, e.d.
de vegetatielaag die gedomineerd wordt door niet-houtige vaatplanten en grotere sporenplanten.
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht moet worden genomen.
bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.
de waarden die een gebied ontleent aan zijn visueel waarneembare verschijningsvorm, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur, waaronder openheid en oude stroomruggen.
een bedrijf dat in opdracht bepaalde werkzaamheden, gericht op sloop- en grondwerkzaamheden, verricht.
het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft.
het voldoen aan een tijdelijke, maar langer dan drie maanden durende behoefte aan zorg op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, waarbij de zorgverlening gebeurt op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband. De zorgbehoevende maakt op dat moment deel uit van het huishouden.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied.
een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo).
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder b van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met dit plan met toepassing van de in dit plan opgenomen regels inzake afwijking, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder c jo. artikel 2.12 lid 1 sub a onder 1 van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder g van de Wabo.
detailhandel vanuit vestigingen/voorzieningen die als hoofdactiviteit geen detailhandel hebben en waarvan de detailhandelsfunctie aantoonbaar ondergeschikt en gelieerd is aan de hoofdfunctie, waarbij niet meer dan 20% van de totale omzet en/of niet meer dan 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak met een maximum verkoopvloeroppervlak van 100 m².
horeca vanuit vestigingen/voorzieningen (niet zijnde horeca) waarbij deze functie aantoonbaar ondergeschikt is aan de hoofdfunctie zoals een kantine bij een sportaccommodatie.
kantoren waarbij het kantoor een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan aantoonbaar ondergeschikt is en het totale oppervlak aan kantoren niet meer bedraagt dan 30% van het totale bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 2.000 m2 b.v.o..
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen, kampeermiddelen, woonketen en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
een voor mensen toegankelijk overdekt bouwwerk zonder eigen wanden.
gebouw ten behoeve van de bediening van een pont.
erotisch getinte horeca.
begrensd stuk land of water, kavel.
een grens van een perceel.
verkooppunt van aan de reis gerelateerde producten, zoals bloemen, etenswaren voor onderweg, tijdschriften en autobenodigdheden.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van reclame-uitingen van één of meerdere bedrijven.
bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van reclame-uitingen van één of meerdere bedrijven.
een rijstrook is een gemarkeerde strook van een rijbaan die voldoende breed is voor rijdende voertuigen.
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of daarmee naar de aard en omvang vergelijkbare activiteiten, in de vorm van seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval begrepen:
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen zoals een kraam, een wagen of een tafel.
een aan de oever gekoppelde, gebouwde constructie ten behoeve van het aanleggen of afmeren van een vaartuig.
bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts-)voorzieningen, zoals:
de verbeelding van het bestemmingsplan '1e herziening bestemmingsplan Corridor' bestaande uit het bladen met het nummer NL.IMRO.1904.BPcorridorBKL-VG01 (deelbladen 1 t/m 4) met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven;
de gevel van het hoofdgebouw die op de kortste afstand tot het openbaar gebied ligt, met uitzondering van hoeksituaties waarbij de voorgevel gelijk is aan de voorgevel van de totale rij dan wel het gedeelte van het hoofdgebouw waar zich bij de oprichting van het pand de hoofdtoegang/voordeur bevindt.
de gronden die behoren bij een hoofdgebouw en gelegen zijn voor de voorgevelrooilijn.
een naar de weg of het openbaar gebied gekeerde bouwgrens; bij percelen op de hoek van straten/paden geldt dat langs beide straten/paden een voorgevelrooilijn is gelegen.
de denkbeeldige lijn in het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw.
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, niet zijnde kamerbewoning.
de gronden die behoren bij een hoofdgebouw en gelegen zijn achter de voorgevelrooilijn en vóór de achtergevelrooilijn.
bijgebouw, gelegen naast een boerderij waarin van oudsher in de zomer gewoond werd door de agrariër.
een woning bestemd voor zelfstandig dan wel in groepsverband wonen voor mensen die in lichte dan wel overwegende mate hulpbehoevend zijn.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
vanaf het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende
De in 3.1 sub d bedoelde functies zijn:
Straatnaam | Nummer | Functies | |
Ter Aaseweg | 4 | Caravanstalling en opslag van goederen | |
Ter Aaseweg | 4 | Zomerwoning | |
Ter Aaseweg | 4 | Longeerbak en loopmolen |
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van bedrijven geldt dat gebouwen uitsluitend binnen een bouwvlak mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Agrarisch bedrijfsgebouw | 6 | 10 | |||
Nutsvoorziening | 3 | 150 |
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Bedrijfswoning incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken | 6* | 10 | 600 | ||
Bijbehorende bouwwerken | 3 | 5 | 50 |
* de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken is gelijk aan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van een zomerwoning geldt dat gebouwen uitsluitend ter plaatse van een bestaande zomerwoning mogen worden gebouwd, met dien verstande dat de maatvoering van een gebouw dient te voldoen aan de eisen die in de navolgende tabel zijn gesteld:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Zomerwoning | bestaand | bestaand | bestaand | bestaand |
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen geldt dat gebouwen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' mogen worden gebouwd, met dien verstande dat de maatvoering van een gebouw dient te voldoen aan de eisen die in de navolgende tabel zijn gesteld:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Nutsvoorziening | 3 | 150 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder d en toestaan dat de inhoud van een bedrijfswoning ten hoogste 750m² bedraagt.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 voor de bouw van stalruimten voor hobbymatig agrarisch gebruik aan of in bouwvlak bij de bestemming 'Wonen' in het buitengebied, onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van een of meer van de nevenfuncties zoals opgenomen in tabel 3.1, met dien verstande dat:
Tabel 4.1 Niet-agrarische nevenactiviteiten waarvoor het bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning kan afwijken.
Nevenactiviteiten |
paardrijactiviteiten (paardenpension, paardenbakken) |
kano-, roeiboot- of praktijkuitoefening |
kleinschalig kamperen |
logies met ontbijt (bed en breakfast voor maximaal 6 personen) |
kampeerboerderij |
kantoor zonder baliefuncties (meer dan beroep aan huis) |
agrarisch educatief centrum |
kleinschalige horeca |
boerengolf (ook op het boerenland) |
dierenpension |
zorgboerderij |
kinderboerderij |
wijnmakerij |
museum |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 voor het realiseren van een paardenbak, met dien verstande, dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende andere werken of werkzaamheden buiten het bouwvlak uit te voeren:
Het bevoegd gezag verleent de vergunning als bedoeld in lid 3.6.1 alleen indien door de in lid 3.6.1 genoemde werken of werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. Onder waarden en functies worden in ieder geval verstaan de cultuurhistorische, natuurlijke en landschapswaarden in het betrokken gebied.
Het in 3.6.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Tabel 3.2: Vervolgfuncties via een wijzigingsbevoegdheid
wonen al dan niet in combinatie met niet-bedrijfsmatige agrarische activiteiten |
agrarisch loonbedrijf |
hoveniersbedrijf |
expositieruimte/atelier, praktijkuitoefening |
bezoekerscentrum |
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 3.6 van den Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' wijzigen in 'Wonen' en toestaan dat één extra woning mag worden gebouwd, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 3.6 van den Wet ruimtelijke ordening de binnen de bestemming ‘Agrarisch met waarden – Landschapswaarden’ gelegen gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – zomerwoning’ wijzigen ten behoeve van de bestemming ‘Wonen’, onder de voorwaarden dat:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Het in lid 4.1 onder b bedoelde bedrijf betreft:
Straatnaam | Nummer | Bedrijf | |
Parallelweg | 4 | Loonbedrijf |
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Bedrijfsgebouw | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | |||
Bedrijfsgebouw ten behoeve van een loonbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - sloop- en grondwerkzaamheden | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | 250 |
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Bedrijfswoning incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte* | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | 600 | ||
Bijbehorende bouwwerken | 3 | 5 | 50 |
* de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken is gelijk aan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning.
Voor het bouwen van een gebouw ten behoeve van een paardenstal gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Paardenstal | 3 | 5 | 100 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid:
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, lid 1 onder c van de Wabo wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de in de bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn, indien sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging van een ter plaatse gevestigd bedrijf, bevoegd de bestemming Bedrijf te wijzigen ten behoeve van de in tabel 4.1 genoemde vervolgfuncties, met dien verstande dat:
Tabel 4.1: Vervolgfuncties via een wijzigingsbevoegdheid
wonen inclusief aan-huis-verbonden beroep en bedrijf |
expositieruimte/atelier, praktijkuitoefening |
bezoekerscentrum |
niet-agrarische bedrijven die wat betreft ruimtelijke uitstraling en externe (milieu)effecten passen in de omgeving |
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Nutsgebouw | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Bedrijfsgebouw | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | ||||
Pompshop | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | 600 | |||
Wegrestaurant | 5 m | 1.000 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor Bedrijventerrein-1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
De in 7.1 sub f bedoelde bedrijven zijn:
Straatnaam | Nummer | Bedrijf | |
Keulschevaart | 3a | Matrassenstad |
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van bedrijven gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Bedrijfsgebouw | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte |
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Bedrijfswoning incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken | 6* | 10 | 600 | ||
Inpandige bedrijfswoning | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | 600 | ||
Bijbehorende bouwwerken | 3 | 5 | 50 |
* de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken is gelijk aan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid:
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de in de bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid:
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen in elk geval de volgende milieubelastende componenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens wordt gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening teneinde de aanduidingsgrens ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' en 'bedrijf tot en met categorie 3.2' te verplaatsen voor het toestaan van een of meerdere bedrijven of activiteiten die zijn opgenomen in een andere categorie dan de ter plaatse geldende en overeenkomt met de ter plaatse geldende Staat van Inrichtingen, dan wel een of meerdere bedrijven of activiteiten die voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die ze veroorzaken gelijk gesteld kan worden met een ander bedrijf, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening teneinde bevi-inrichtingen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor Bedrijventerrein-2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van bedrijven gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte b.v.o. in m² | |
Bedrijfsgebouw | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | |||
Zelfstandige kantoren ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - kantoor 2" | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | 16.702 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid:
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de in de bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid:
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen in elk geval de volgende milieubelastende componenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens wordt gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening teneinde de aanduidingsgrens ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2', 'bedrijf tot en met categorie 3.1' en 'bedrijf tot en met categorie 3.2' te verplaatsen voor het toestaan van een of meerdere bedrijven of activiteiten die zijn opgenomen in een andere categorie dan de ter plaatse geldende en overeenkomt met de ter plaatse geldende Staat van Inrichtingen, dan wel een of meerdere bedrijven of activiteiten die voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die ze veroorzaken gelijk gesteld kan worden met een ander bedrijf, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening teneinde bevi-inrichtingen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Functie van een bouwwerk | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Bedrijfswoning incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken | 6* | 10 | 600 | ||
Bijbehorende bouwwerken | 3 | 6 | 50 | ||
Erfafscheidingen - voor de voorgevel van de bedrijfswoning - overige plaatsen binnen het bouwvlak |
|
1 2 |
|||
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 |
* de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken is gelijk aan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 sub c ten behoeve van het vergroten van het gezamenlijk grondoppervlak aan erfbebouwing tot 80 m², met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van erfbebouwing niet meer dan 50% van de oppervlakte van het aansluitend aan de woning gelegen erf bedraagt.
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende voorwaarden:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Functie van een bouwwerk | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Steiger | 1 | 6 | |||
Lichtmasten | 10 | ||||
Antennemast ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' | 25 | ||||
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3,5 |
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bevoegd gezag verleent de vergunning als bedoeld in lid 10.4.1 alleen indien door de in lid 10.4.1 genoemde werken of werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. Onder waarden en functies worden in ieder geval verstaan de cultuurhistorische, natuurlijke en landschapswaarden in het betrokken gebied.
Het in 10.4.1 vervatte verbod geldt niet voor:
De voor 'Horeca - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van horeca gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Bedrijfsgebouw | de goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte |
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Bedrijfswoning incl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken | 6* | 10 | 600 | ||
Bijbehorende bouwwerken | 3 | 5 | 50 |
* de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken is gelijk aan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 11.2.2 onder c en toestaan dat de inhoud van een bedrijfswoning ten hoogste 750m³ bedraagt.
De voor 'Horeca - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Bedrijfsgebouw | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven hoogte | 1.000 | |||
Gebouwde parkeervoorziening | 5 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.2.onder d voor het bouwen van reclameobjecten met een maximale bouwhoogte van 12 meter. Met dien verstande dat de reclameobjecten geen onevenredige afbreuk doen aan de ruimtelijke situatie en de beeldkwaliteit ter plaatse.
Voor parkeren geldt een parkeernorm van minimaal 6,5 parkeerplaatsen per 100 m2 (bruto vloeroppervlak) horeca.
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 3.6 van den Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Horeca - 2' wijzigen in 'Verkeer' onder de voorwaarden dat:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Vogelobservatiehut | 2,5 | 10 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bevoegd gezag verleent de vergunning als bedoeld in lid 13.3.1 alleen indien door de in lid 13.3.1 genoemde werken of werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. Onder waarden en functies worden in ieder geval verstaan de cultuurhistorische, natuurlijke en landschapswaarden in het betrokken gebied.
Het in 13.3.1 vervatte verbod geldt niet voor:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen geldt dat de maatvoering dient te voldoen aan de eisen die in de navolgende tabel zijn gesteld:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Nutsgebouw | 3 | ||||
Pontwachtersgebouw | 3 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het aantal rijstroken mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.
De voor ’Verkeer - Railverkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen geldt dat de maatvoering dient te voldoen aan de eisen die in de navolgende tabel zijn gesteld:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Gebouw ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoersstation' | 4 | ||||
Nutsgebouwen | 3 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | |
Nutsgebouw | 3 | |||
Wachtruimte | 3 | |||
Gebouwen ten behoeve van detailhandel, horecavoorzieningen | 15 | bvo voor detailhandel: 200 bvo voor horecavoorzieningen: 200 |
Voor het bouwen van een parkeergarage gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | |
Parkeergarage | 9 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bouwregels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
De voor 'Water-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bevoegd gezag verleent de vergunning als bedoeld in lid 17.3.1 alleen indien door de in lid 17.3.1 genoemde werken of werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. Onder waarden en functies worden in ieder geval verstaan de cultuurhistorische, natuurlijke en landschapswaarden in het betrokken gebied.
Het in 17.3.1 vervatte verbod geldt niet voor:
De voor 'Water-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bevoegd gezag verleent de vergunning als bedoeld in lid 18.3.1 alleen indien door de in lid 18.3.1 genoemde werken of werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. Onder waarden en functies worden in ieder geval verstaan waterberging en de cultuurhistorische, natuurlijke en landschapswaarden in het betrokken gebied.
Het in 18.3.1 vervatte verbod geldt niet voor:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Hoofdgebouw | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte | - voor zover sprake is van de aanduiding 'volume' de ter plaatse aangegeven inhoud - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende bouwmassa' geldt een maximale inhoud van 1.400 m3 |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale inhoud in m³ | Maximale oppervlakte in m² | |
Bijbehorende bouwwerken | - buiten het bouwvlak: 50 - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende bouwmassa' geldt een gezamenlijke maximale oppervlakte van 430 m2 |
||||
Vrijstaande bijbehorende bouwwerken | 3 | 6 | |||
Aangebouwde bijbehorende bouwwerken | niet hoger dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw |
* de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken is gelijk aan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bouwregels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het toestaan van kleinschalige verblijfsrecreatie, uitsluitend in de vorm van een bed and breakfast met bijbehorende voorzieningen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
De voor ‘Leiding - Gas’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een gastransportleiding .
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leiding als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in overige artikelen prevaleert de bestemming ´Leiding - Gas´.
In uitzondering op het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming geldt dat de hoogte maximaal 3 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 20.2.2 en toestaan dat gebouwen ten behoeve van de ondergeschikte bestemmingen worden gebouwd, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden, binnen de gronden aangewezen met de bestemming ‘Leiding - Gas’ de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 20.4.1 is slechts toelaatbaar, indien door de uit te voeren werkzaamheden geen schade aan de gastransportleiding wordt of kan worden veroorzaakt.
Het bepaalde in lid 20.4.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag verleent uitsluitend de omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 20.4.1 na schriftelijk goedkeuring van de leidingbeheerder. De vermelde goedkeuring betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
De voor ‘Leiding - Hoogspanningsverbinding’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een bovengrondse 150kV hoogspanningsleiding met een veiligheidsstrook ter breedte van 27,5 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leiding als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in overige artikelen prevaleert de bestemming ´Leiding - Hoogspanningsverbinding´.
Bouwwerken en andere werken ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen zijn slechts toegelaten als de belangen in verband met de hoogspanningsleiding hierdoor niet onevenredig worden geschaad. Bij die belangenafweging wordt goedkeuring gevraagd aan de beheerder van de leiding.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming geldt dat de hoogte maximaal 3 meter mag bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van hoogspanningsmasten niet meer dan 45 meter mag bedragen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden, binnen de gronden op de kaart aangewezen met de bestemming ‘Leiding - Hoogspanningsverbinding’ de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 21.3.1 is slechts toelaatbaar, indien door de uit te voeren werkzaamheden geen schade aan de hoogspanningsleiding wordt of kan worden veroorzaakt.
Het bepaalde in lid 21.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag verleent uitsluitend de omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 21.3.1 na schriftelijke goedkeuring van de leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergronds rioolleiding.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 22.2 voor het bouwen overeenkomstig de in lid 22.1 bedoelde andere daar voorkomende bestemming(en), indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende leiding en ter zake vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde en niet zijnde werkzaamheden van ondergeschikte betekenis, uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:
Het bepaalde in 22.4.1 sub a is slechts toelaatbaar indien:
De voor ´Leiding - Water´ aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse watertransportleiding.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leiding als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in overige artikelen prevaleert de bestemming 'Leiding - Water'.
In uitzondering op het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming geldt dat de hoogte maximaal 3 meter mag bedragen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden, binnen de gronden aangewezen met de bestemming ‘Leiding - Water’ de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 23.3.1 is slechts toelaatbaar, indien door de uit te voeren werkzaamheden geen schade aan de watertransportleiding wordt of kan worden veroorzaakt.
Het bepaalde in lid 23.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag verleent uitsluitend de omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 23.3.1 na schriftelijk goedkeuring van de leidingbeheerder. De vermelde goedkeuring betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
Op de gronden met bestemming 'Waarde - Archeologie 1' mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
In afwijking van het bepaalde in artikel 24.2.1 mogen op of in deze gronden gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd worden, mits het gaat om:
In afwijking van het bepaalde in artikel 24.2 mogen gebouwen en bouwwerken en andere bouwwerkzaamheden volgens de andere daar voorkomende bestemming(en) gerealiseerd worden, mits op basis van een archeologisch rapport, dat bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt ingediend, en waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders, blijkt dat:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in 24.3.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
de verplichting de uitvoering van de bouwwerkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Het in artikel 24.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
In afwijking van het bepaalde in artikel 24.4.1 kan een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid uitgevoerd worden mits op basis van een archeologisch rapport, dat bij de aanvraag van een omgevingsvergunning wordt ingediend, en naar het oordeel van burgemeester en wethouders, blijkt dat:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 24.4.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
Op de gronden met bestemming 'Waarde - Archeologie 2' mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.1 mogen op of in deze gronden gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd worden, mits het gaat om:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in 25.3.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Het in artikel 25.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.4.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
Op de gronden met bestemming 'Waarde - Archeologie 3' mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
In afwijking van het bepaalde in artikel 26.2.1 mogen op of in deze gronden gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd worden, mits het gaat om:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in 26.3.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Het in artikel 26.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 26.4.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
Op de gronden met bestemming 'Waarde - Archeologie 4' mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
In afwijking van het bepaalde in artikel 27.2.1 mogen op of in deze gronden gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd worden, mits het gaat om:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in 27.3.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Het in artikel 27.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.4.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
Op de gronden met bestemming 'Waarde - Archeologie 5' mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
In afwijking van het bepaalde in artikel 28.2.1 mogen op of in deze gronden gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd worden, mits het gaat om:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in 28.3.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren zulks ongeacht het bepaalde bij de andere op deze gronden rustende bestemmingen:
Het in artikel 28.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 28.4.1 kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
De voor 'Waterstaat - Keur' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de waarden als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in overige artikelen prevaleert de bestemming 'Waterstaat - Keur'.
In uitzondering op het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming geldt dat de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterloop, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 29.2.2 en toestaan dat mag worden gebouwd ten behoeve van de basisbestemming, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de beheerder van de watergang.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen mede bestemt voor waterkering en de bijbehorende beschermingszone.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leiding als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in overige artikelen prevaleert de bestemming 'Waterstaat - Waterkering'.
Bouwwerken en andere werken ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen zijn slechts toegelaten als de belangen van de waterkering en overige waterstaatbelangen hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Bij die belangenafweging wordt goedkeuring gevraagd aan de beheerder van de waterkering.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming geldt dat de hoogte maximaal 3 meter mag bedragen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden, binnen de gronden aangewezen met de bestemming ‘Waterstaat - Waterkering’ de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 30.3.1 is slechts toelaatbaar, indien is gebleken dat de in dat lid genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de waterkering.
Het bepaalde in lid 30.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag verleent uitsluitend vergunning zoals bedoeld in lid 30.3.1 na schriftelijk goedkeuring van de beheerder van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Geen bouwwerk of complex van bouwwerken mag worden opgericht indien daarvoor een bestaand bouwwerk of complex van bouwwerken met daarbij behorende perceel, hetzij niet langer zou blijven voldoen aan het plan, hetzij in grotere mate zou gaan afwijken van het plan.
Geluidsgevoelige functies mogen, onverminderd het bepaalde in de bouwregels per bestemming, slechts worden opgericht indien en voor zover wordt voldaan aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet Geluidhinder en de Wet Milieubeheer.
(Beperkt) kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen mogen, onverminderd het bepaalde in de bouwregels per bestemming, niet worden opgericht binnen een grenswaarde of richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand van een risicovolle inrichting.
Bij het bouwen van bouwwerken welke op grond van dit bestemmingsplan zijn toegestaan, dient gebruik gemaakt te worden van niet logende bouwmaterialen.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze planregels opgenomen bepalingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken ten dienste van de bestemming gelden, behoudens in deze regels opgenomen bepalingen, de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 32.3.2 onder b voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een diepte van maximaal 10 meter onder de voorwaarden dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'Karakteristiek' dient, in afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), de uitwendige hoofdvorm van het betrokken bouwwerk, bepaald door goothoogte, bouwhoogte, nokrichting, dakvorm, dakhelling en gevelindeling (indien een gevel aan het bouwwerk is te onderscheiden), zoals deze was op het moment van inwerkingtreding van dit plan, gehandhaafd te worden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 34.1.1 voor het bouwen overeenkomstig hetgeen is bepaald bij de andere daar voorkomende bestemming(en), indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden mede bestemd ten behoeve van de instandhouding en gebruiksmogelijkheden van de Kortrijkse molen.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bedrijven' zijn kwetsbare objecten niet toegestaan.
In uitzondering op hetgeen elders in deze regels is bepaald, mogen op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 34.4.1 en toegestaan dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, indien er sprake is van zwaarwegende maatschappelijke, economische en/of planologische redenen en mits is aangetoond dat er hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' wordt verwijderd, mits de betreffende verkoop/aanwezigheid van lpg ter plaatse is beëindigd.
In uitzondering op hetgeen elders in deze regels is bepaald, mogen op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 34.5.1 en toegestaan dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, indien er sprake is van zwaarwegende maatschappelijke, economische en/of planologische redenen en mits is aangetoond dat er hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen:
Indien en voor zover in deze planregels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan.
Overtreding van het bepaalde in artikel 37.1 is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2° van de Wet op de Economische Delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van een nadere eis ex artikel 3.6, lid 1 sub d, van de Wet ruimtelijke ordening, is de volgende procedure van toepassing:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Eenmalig kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van lid 39.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Lid 39.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 39.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het lid 39.4, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 39.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan Corridor.